Wijzigen erfpachtsovereenkomst m.b.t. het perceel met opstallen Noorder
plantage 5.
Bijlage nr. 196. Leeuwarden, 17 augustus 1989.
Aan de Gemeenteraad.
In de eertijds met de heer ir. L. Eringa en mevrouw G. Eringa-de
Jong, beiden wonende alhier, gesloten erfpachtsovereenkomst met betrek
king tot het perceel grond met opstallen, plaatselijk bekend Noorder
plantage 5 (uitgifte-akte d.d. 1 juli 1976, gewijzigd bij akte van 2 ok
tober 1986) bepaalt artikel 4, dat de mede in erfpacht uitgegeven op
stallen uitsluitend mogen worden gebruikt als woonhuis.
In verband met het voornemen van betrokkenen over te gaan tot het
vervreemden van het erfpachtsrecht, gevolgd door het in het pand vesti
gen van een (exclusief) restaurant door de nieuwe erfpachter(s)is
verzocht medewerking te verlenen aan het wijzigen van het vorenbedoelde
artikel 4. De Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisves
ting en de Commissie voor Openbare Werken en Milieu hebben op respec
tievelijk 2 mei 1989 en 12 juni 1989 met een dergelijke wijziging in
gestemd.
Wij stellen U voor artikel 4 te wijzigen in die zin, dat het wordt
gelezen als volgt:
"artikel 4.
Het is de erfpachters zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden - welke toestemming ook voor
onbepaalde tijd of tot wederopzegging dan wel onder voorwaarden kan
worden verleend - niet geoorloofd de mede in erfpacht uitgegeven opstal
len anders te gebruiken dan als woonhuis."
Het is ons vervolgens mogelijk (ook) in privaatrechtelijk opzicht mede
werking te verlenen aan het vestigen van een (exclusief) restaurant in
het pand Noorderplantage 5.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te beslui
ten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.