2 De ontwikkeling van Goutum is afgestemd op de functie die het dorp vervult bij de opvang van de bevolkingsgroei van de stad Leeuwarden. In deze kan met name worden gewezen op het aanbieden van een aantrekkelijk landelijk woonrailieu in de directe nabijheid van de stad. Goutum is in de jaren zeventig door de bouw van een groot aantal duurde re koopwoningen zowel ruimtelijk als wat betreft het aantal inwoners behoorlijk gegroeid. Hierdoor heeft een zekere mate van sub-urbanisatie plaatsgevonden en is het karakter van het dorp enigszins veranderd. Wij zijn van mening dat een verdere ontwikkeling van Goutum, gerelateerd aan de kwalitatieve en kwantitatieve woningbehoefte van de stad, zich goed verdraagt met het (gedeeltelijk sub-urbane) karakter van het dorp. Ech ter de uitbreiding van Goutum mag niet tot gevolg hebben dat de ruimte lijke waarden van het dorp worden aangetast. Derhalve zal de ontwikke ling worden afgestemd op het voor het dorp zo kenmerkende woonmilieu. De in de nota voorgestelde uitbreiding van Goutum voorziet voorshands in de realisering van ongeveer 30 woningen. De wenselijkheid van een even tuele ontwikkeling van Goutum die verder gaat dan voorgesteld in de Dorpennota, zal binnenkort nader aan de orde worden gesteld. De beleidsaanbevelingen uit de nota zijn in een uitvoeringsschema verwerkt (deel 3 van de Dorpennota)In dit schema is nader uitgewerkt op welke wijze wij ons voorstellen uitvoering te geven aan de beleids aanbevelingen. Gelet op het integrale karakter van de nota en de ingrijpende bete kenis die deze heeft voor de toekomstige ontwikkeling van de dorpen hebben wij gemeend een uitgebreide inspraak)procedure te moeten volgen. Wij hebben de Dorpennota voorgelegd aan de Raadsadviescommissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting en de besturen van de vereni gingen voor Dorpsbelang. Vervolgens zijn in de maand februari 1989 hoor- zittingen\informatieavonden gehouden en is de nota om commentaar aan de provincie verzonden. Daarna heeft de nota gedurende een maand ter visie gelegen. Tegen de Dorpennota zijn 22 bezwaren ingediend. De verslagen van de commissievergaderingen, het overleg met de besturen van de ver enigingen voor Dorpsbelang, de hoorzittingen\informatieavonden, het commentaar van de provincie en de reactienota naar aanleiding van de ingediende bezwaren zijn voor U ter inzage gelegd. Alvorens in te gaan op de bezwaren van de dorpsbewoners dient, mede naar aanleiding van de reactie van de provincie, het volgende te worden vermeld. Indien de uitkomsten van het stadsgewestelijk overleg, of even tueel aanwijzing tot stedelijk knooppunt, onder andere waar het de wo ningbouw betreft, aanleiding geven tot aanpassing van onderdelen van de nota dan is de gemeente in beginsel bereid hieraan haar medewerking te ver-lenen. Daarbij geldt voor de gemeente Leeuwarden als uitgangspunt dat samenwerking centraal dient te staan. Een dergelijke houding wordt met betrekking tot het ruimtelijke ordeningsbeleid ook bij de andere aan het stadsgewest deelnemende gemeenten verondersteld. In het algemeen is de Dorpennota bij de bewoners met belangstelling ontvangen. Men onderschrijft de gekozen opzet, procedure en de algemene doelstelling van de nota, bovendien kan men zich vinden in de hoofd lijnen van het gemeentelijk beleid voor de verschillende beleidssecto ren. Uit de inspraak en de bezwaren is echter gebleken dat dit niet geldt voor het aspect woningbouw. In de basisdorpen (Lekkum, Wytgaard, Hempens\Teerns en Wirdum) overheerst de opvatting dat het in de nota voorgestelde aantal te bouwen woningen onvoldoende is. Hiervoor worden verschillende argumenten gehanteerd, de belangrijkste zijn: het binden van de eigen jeugd aan het dorp en het behoud van de voorzieningen. Wij zijn echter van mening dat het in de nota voorgestelde aantal te reali seren woningen voldoende mogelijkheden biedt om de eigen jeugd te bin den, zeker gelet op het feit dat dit aantal is afgestemd op de eigen behoefte van het dorp. Voorts betekent het bouwen van meer woningen in het ene dorp dat elders, hetzij in een ander dorp hetzij in de stad, minder gebouwd kan worden. Bovendien is het een onjuiste veronderstel ling dat door het bouwen van woningen het behoud van de voorzieningen voor de lange termijn volledig kan worden gegarandeerd, dit mede omdat het benodigde draagvlak voor veel voorzieningen de laatste jaren voort durende is gestegen. Daarnaast kan men zich afvragen of een forsere uitbreiding van de woningvoorraad in de dorpen zich verdraagt met het uitgangspunt van de nota: het behoud van de ruimtelijke kwaliteit en identiteit van de dorpen. In Goutum overheerst de opvatting dat het dorp, ten behoeve van het behoud van het dorpskarakter, geen rol dient te spelen in het gemeente lijk stadsgewestelijk beleid en dat verdere uitbreiding hier minder gewenst is. Wij zijn echter van mening dat een verdere uitbreiding van Goutum in met name de vrije sector en de premie-koopsector aansluit bij het (gedeeltelijk sub-urbane) karakter van het dorp. Bovendien wordt als voorwaarde bij de verdere ontwikkeling van Goutum gesteld dat een uit breiding van de woningvoorraad niet ten koste mag gaan van de ruimte lijke kwaliteiten en derhalve van de aantrekkelijke woonmilieu's van het dorp. Onder mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting U in haar op 13 juni 1989 gehouden vergadering heeft geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden mr. G.J. te Loo Burgemeester. mw. ir J.A. Lantermans Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 363