2 ling het karakter heeft van "wie het eerst komt, die het eerst maalt". Dat houdt voor onze gemeente in, dat het zaak is zo snel mogelijk een Milieunota op te stellen. Indien deze nog dit jaar gereed kan komen, is het mogelijk begin volgend jaar een beroep te doen op de extra gelden ten behoeve van het opstellen van een milieu-uitvoeringsprogramma. Dit betekent derhalve, dat uitgaven die de gemeente nu doet ten behoeve van het opstellen van een Milieuno ta, in tweede instantie ertoe kunnen strekken om in 1990 en wellicht in volgende jaren extra geld van het Rijk te kunnen ontvangen. In de vergadering van de Commissie voor Openbare Werken en Milieu van 2 mei 1989 is de Milieucontourennota aan de orde gesteld. Daarbij is met name aandacht geschonken aan de vraag, of de op te stellen Milieuno ta zich zou moeten beperken tot het zogeheten grijze milieu - met name de elementen milieuhygiëne, afvalverwerking, voorlichting, en educa tie - dan wel ook het groene milieu zou moeten omvatten; de elementen natuur- en landschapsbeheer en beheer openbaar groen. Dit laatste zou niet alleen leiden tot hogere kosten bij de voorbereiding van de nota, maar ook tot een langere tijd van voorbereiding. Wat deze kosten betreft is inmiddels berekend, dat het extra benodigde bedrag 26.000,is. Voor dit bedrag zullen in de nota de relaties tussen het grijze en groe ne milieu in kaart worden gebracht en in de prioriteitenweging worden betrokken. Een verdere uitwerking van het groene milieu zal in deze nota niet plaatsvinden. Ten aanzien van de tijdsduur voor het opstellen van de Milieunota is het zeker niet mogelijk, deze te bekorten tot minder dan zes maanden. De ervaringen elders wijzen uit, dat deze termijn zelfs al aan de krappe kant is. Wij stellen U thans voor ermee in te stemmen, dat aan de Milieunota een uitbreiding wordt gegeven zoals hierboven is aangegeven en dat het projectvoorstel A II en ook de samenstelling van de begeleidingscommissie op dit punt worden aangepast. Voor de totale kosten van voorbereiding van de Milieunota, inclu sief de uitbreiding met het groene milieu, thans geraamd op een bedrag van 178.500,kan op de volgende wijze dekking worden gevonden. Binnen de eigen begroting van de Dienst Stadsontwikkeling kan overeen komstig de dekkingsspecificatie uit de Milieucontourennota voor een totaalbedrag van 53.100,-- dekking plaatsvinden. In verband hiermede dient thans nog een bedrag van 125.400,-- beschikbaar te worden ge steld. Dit bedrag kan, gelet op het feit dan de Milieunota eigenlijk vorig jaar al had moeten worden uitgebracht en de voorbereidingskosten grotendeels ook in dat jaar hadden moeten worden gemaakt, in mindering worden gebracht op het rekeningoverschot van de dienstbegroting van de D.S.O. van dat jaar, zodat het uiteindelijke saldo naar rato wordt ver minderd. De Commissie voor Openbare Werken en Milieu heeft op 2 mei 1989 hierover beraadslaagd en kan met het in de Milieucontourennota vervatte projectvoorstel A II instemmen. De meerderheid van de commissie sprak daarbij de wens uit ook het groene milieu in de Milieunota te betrekken. Wij geven U in overweging te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester, mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris. Nr. 12385. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 17 augustus 1989 (bijlage nr. 200); BESLUIT: I. in te stemmen met het opstellen van een Milieunota, met als uit gangspunt projectvoorstel A II uit de Milieucontourennota van de Dienst Stadsontwikkeling, waarin tevens aandacht wordt geschonken aan de relaties met het zogeheten groene milieu; II. voor de niet uit de reguliere begrotingsposten van de Dienst Stads ontwikkeling te dekken kosten een krediet beschikbaar te stellen van 125.400,-- voor de onder I bedoelde nota. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 366