2
3. De bepalingen van de Wachtgeldverordening met betrekking tot de
uitkering bij overlijden van de wachtgelder.
4. De bepalingen van de Uitkeringsverordening met betrekking tot:
a. het recht op een uitkering;
b. de uitkering bij overlijden van belanghebbende.
5. De bepalingen van de Spaarverordening met betrekking tot een over
eenkomst van levensverzekering.
6. De bepalingen van de Verplaatsingskostenverordening met betrekking
tot de verhuiskosten-, de reiskosten- en de pensionkostenvergoe
ding.
7. De bepalingen van de Uitkeringsverordening functioneel leeftijds
ontslag met betrekking tot de uitkering bij overlijden van de gewe
zen ambtenaar.
Artikel 3.
Het bepaalde in artikel 2 is van overeenkomstige toepassing op de Veror
dening regelende het toekennen van een tegemoetkoming in bovenmatige
ziektekosten aan enkele groepen van IZA-deelnemers en de Arbeidsovereen
komst voor personeel met een zodanige arbeidstijd dat het geen deelne
mer aan een IZA-regeling kan zijn (Arbeidsovereenkomst A t/m I).
Artikel 4.
In gevallen waarin deze verordening niet of niet naar redelijkheid voor
ziet, treffen Burgemeester en Wethouders een passende voorziening.
Artikel 5.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die
waarop zij is vastgesteld en kan worden aangehaald als "Verordening
rechtspositionele erkenning alternatieve samenlevingsvormen"
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Verordening betaald ouderschapsverlof.
Bijlage nr. 202. Leeuwarden, 17 augustus 1989.
Aan de Gemeenteraad.
Bij circulaire van 28 april 1989 bericht het College voor Arbeids
zaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten de aangesloten gemeen
ten dat het principe-akkoord over de decentrale arbeidsvoorwaarden door
het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) is be
krachtigd.
Dit akkoord behelst onder meer de invoering van een experimentele
regeling met betrekking tot betaald ouderschapsverlof. De regeling houdt
onder meer het volgende in:
- De regeling is van toepassing op medewerkers die ambtenaar zijn in
de zin van het Algemeen Ambtenarenreglement en ten minste één jaar
bij de gemeente in dienst zijn. Zij moeten een werkweek vervullen
van gemiddeld 16 uur of meer per week. Deze regeling geldt dus niet
voor arbeidscontractanten naar burgerlijk recht.
De regeling geldt voor ouders en verzorgers (in geval van bijvoor
beeld adoptie) van kinderen, voor zover die kinderen zijn geboren
op of na 1 januari 1989. Dat betrokkenen het kind feitelijk opvoe
den en verzorgen blijkt uit het feit dat zij op hetzelfde adres
wonen.
Het verlof bedraagt een aaneengesloten periode van ten minste één
en ten hoogste zes maanden, voor maximaal de helft van de geldende
werktijd. In verband met de mogelijkheid om de vrijkomende arbeids
tijd te herbezetten moet het verlof minimaal 8 uur zijn. Bij minder
zal in het algemeen namelijk geen opvulling plaatsvinden.
Het verlof moet minimaal twee maanden van tevoren worden aan
gevraagd. Het wordt toegestaan indien het dienstbelang zich er niet
tegen verzet.
Tijdens het verlof wordt over de arbeidstijd waarvoor het verlof
geldt 75% van het salaris doorbetaald. Bij verlof voor de helf van
de tijd komt het salaris dus op (100% 75%) 2 87,5% van het
gebruikelijke bedrag.
Wanneer de belanghebbende ambtenaar is in de zin van de ABP-wet
komt gedurende het verlof het deel van het pensioenbijdrageverhaal,
dat bij volledige functie-uitoefening moet worden afgedragen, minus
het pensioenbijdrageverhaal dat gedurende het verlof moet worden
afgedragen, voor rekening van de werkgever.
Tijdens het ouderschapsverlof vervalt een evenredig deel van het
recht op vakantieverlof en verlof in het kader van de arbeidsduur
verkorting
Bij ziekte gedurende het ouderschapsverlof wordt het verlof niet
opgeschort; de duur wordt dus niet met het aantal ziektedagen ver
lengd
Waar gemeenten thans reeds eigen regelingen met betrekking tot
ouderschapsverlof kennen, vindt geen cumulatie plaats van die rege
ling met het hiervoorgestelde.
De getroffen regeling is experimenteel van karakter en geldt van
1 juli 1989 tot 1 januari 1991. Zij zal daarna worden verlengd.
Het is echter mogelijk dat - als gevolg van evaluatie-onderzoek