RAADSADVIESCOMMISSIE VOOR DE BEROEP- EN BEZWAARSCHRIFTEN. Advies inzake het beroepschrift van mevrouw M.J.J. Wafelbakker-Veerkamp te Leeuwarden tegen de aanschrijving tot verbetering van de woning Breedstraat 64. Bijlage nr. 224. Leeuwarden, 24 augustus 1989. Aan de Gemeenteraad. 1. Inleiding. Bij brief 28 juli 1988, kenmerk R.O.V. 12998 GV/GS, hebben Burgemeester en Wethouders mevrouw M.J.J. Wafelbakker-Veerkamp aangeschreven tot het treffen van voorzieningen in verband met de bouwkundige staat van het pand Breedstraat 64 te Leeuwarden. Tegen deze aanschrijving heeft me vrouw Wafelbakker haar brief d.d. 11 augustus 1988 ingevolge de Woning wet beroep ingesteld. Ingevolge artikel 2 van de Procedureverordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften is het beroepschrift in handen ge steld van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften. 2. Beroepschrift. Appellante stelt, zonder nadere motivering, bezwaar te hebben tegen de aanschrijving 3. Hoorzitting en terinzagelegging van stukken. Van 26 april 1989 tot 5 mei 1989 lagen de op deze zaak betrekking heb bende stukken voor appellante ter inzage. Appellante heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om de stukken in te zien. Ondanks een behoorlijke oproeping van betrokkene is zij, noch een verte genwoordiger harerzijds, verschenen op de hoorzitting van de Raadsad viescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften op 12 mei 1989. Via zijn advocaat heeft de heer Wafelbakker, mede namens appellante laten weten, wegens ziekte verhinderd te zijn om op de hoorzitting te ver schijnen. Desalniettemin heeft de commissie besloten de behandeling van de zaak verder doorgang te laten vinden. 4. Reactie van Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders stellen dat ten gevolge van enige in artikel 307 van de Bouwverordening bedoelde omstandigheden de woning Breed straat 64 noodzakelijk verbetering behoeft. Daarbij hebben Burgemeester en Wethouders opgemerkt dat de woning nog niet in een zodanige situatie verkeerde, dat het treffen van voorzieningen als niet lonend zou moeten worden beschouwd. In een dergelijke situatie zou aan de eigenaar c.q. de rechthebbende op een woning de keuze moeten worden gelaten, of toch nog over te gaan tot het treffen van voorzieningen, of de bewoning van de woning binnen een bepaalde, door Burgemeester en Wethouders aan te ge ven termijn, te doen staken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 410