6 woningen nadrukkelijk mede door de provincie wordt gestimuleerd gaan wij er van uit dat voor 15 woningen extra contingent wordt geboden. Recent is een plan voor 84 huurappartementen (2 flats van 42 woningen) in Camminghaburen onder toepassing van de premie-C-regeling ingediend en aangemeld voor herverdeling van contingenten in 1989. Mocht in 1989 geen contingent voor dit plan beschikbaar komen dan kan dit plan (vergelijk baar met een premiehuur beleggersplan) gezien het streven naar evenwicht tussen kopen en huren maar ten dele worden gehonoreerd. Gezien de totale behoefte aan contingent zal dit plan moeten worden gefaseerd tot maxi maal 42 woningen per jaar. Vooralsnog hebben koopwoningen voorrang bij de invulling van dit contingent. Wij hebben daarom de initiatiefnemer laten weten dat slechts voor 25 woningen in 1990 een toezegging kan worden gedaan. Het ontbrekende contingent zou uit herverdeling beschik baar moeten komen. Wij hebben gezien de beperkte contingenten gemeend in deze sector voor 72 woningen contingent te vragen. Vrije sector. In het algemeen streven wij naar stimulering van de bouw van vrije sec torwoningen met het oog op het realiseren van een groter aanbod van kwalitatief hoogwaardige lokaties. Met de Nota Vrije Sectorkavels is hiervoor de basis gelegd. Tevens is met het besluit om de lokatie "Zon neweide" in het Nylin te ontwikkelen een extra aanbod en keuzemogelijk heid gecreëerd. Van de te ontwikkelen lokaties genoemd in de Nota Vrije Sector Kavels heeft de ontwikkeling van woningen op de lokatie Tylkedam daarbij onze aandacht. Op deze lokatie streeft het college naar de rea lisatie van vrije sector woningen met een bijzondere aandacht voor de vormgeving. Het college streeft naar een project, waarin Friese archi tecten de kans krijgen ontwerpen met hedendaags karakter en een zekere uitstraling te realiseren. Contingentvraag De contingentvraag, die richting provincie en Rijk zal uitgaan, is als gevolg van enerzijds de overloop van plannen uit 1989, de grootte van het planaanbod in 1990 en het bouwen van bijzondere initiatieven (Borni- astate en ouderenhuisvesting) groter dan het geraamde aantal van 200 woningen. Een en ander is in onderstaand overzicht weergegeven. Contingentvraag voor 1990: programma gewenst Sociale Huursector 100 220 Premiehuur Beleggers 20 p.m. Premiekoop-A 40 40 Premiekoop/huur-C 40 72 totaal 200 won. 332 won. p.m. Mogelijke overloop uit 1989 van 62 premiehuurwoningen is niet in het totaal opgenomen. Het aantal woningen in de sociale huursector is bepaald aan de hand van 7 de woningbehoefte, de vervanging van 100 verloren gegane woningen in de Meenthe en het realiseren van sociale huurwoningen ten behoeve van ge handicapten en voor ouderen welke slechts ten dele bijdragen aan de dekking van de woningbehoefte. Uitgaande van compensatie voor de Meen the, voor de ouderenhuisvesting en voor Borniastate (27 won.) alsmede een tegemoetkoming in de bouw van energiezuinige woningen (15 won.) wordt conform de taakstelling een contingent van 332 woningen noodzake lijk geacht. Van die 332 woningen zijn dan ruim 125 woningen gereser veerd voor de compensatiebehoefte. Wij stellen U voor gezien het aangegeven planaanbod en prioriteitstel ling in te stemmen met deze contingentvraag richting provincie en Rijk. Woningverbetering Met onze raadsbrief van 23 februari 1989, nr. 61, hebben wij U geïnfor meerd omtrent de wijzigingen in de regelgeving met ingang van 1 januari 1989, alsmede de provinciale toedeling van contingenten aan onze gemeen te. Zoals wij reeds eerder hebben aangekondigd kan de woningverbetering van de vooroorlogse complexen sociale huurwoningen binnen enkele jaren worden afgerond. Ten aanzien van de voortgang van de woningverbetering van de particuliere huurwoningen in deze leeftijdscategorie zijn wij minder optimistisch gestemd. Deze verwachting is met name gestoeld op de teleurstellende provinciale toewijzing van contingent voor 1989 voor deze woningen. (38 woningen tegen 75 woningen in 1988). Bij een herhaal de toewijzing van deze omvang zal ernstige stagnatie optreden in het stadsvernieuwingsproces Ook in de categorie na-oorlogse woningen is sprake van een aanzienlijk tekort aan verbeteringscontingenten. Dit tekort noopt tot het stellen van prioriteiten. In de volgende paragraaf zullen wij hier nader op ingaan. Zoals bekend heeft de Werkgroep 2000 vorig jaar een begin ge maakt met een onderzoek naar de kwaliteit van 6 na-oorlogse wijken. Het onderzoek is thans nog niet afgerond. Bij de prioriteitsstelling kan derhalve nog geen gebruik worden gemaakt van de conclusies van dit on derzoek. Inmiddels hebben wij het Bouwcentrum opdracht gegeven een in ventarisatie te maken van de kwaliteit van de voorraad voor-oorlogse particuliere woningen. De uitkomsten van dit laatste onderzoek zullen na 1990 leidraad zijn voor de aanpak van de verbetering van deze woningen. Tot die tijd zullen verzoeken om geldelijke steun als gebruikelijk in volgorde van binnenkomst en voor zover de budgettaire ruimte dit toelaat worden gehonoreerd. Ervan uitgaande, dat in 1990 opnieuw een deelbudget voor het treffen van voorzieningen t.b.v. bejaarden door het Rijk beschikbaar zal worden gesteld, zal bijzondere aandacht worden geschonken aan de besteding van dit budget gezien de behoefte aan woningen voor ouderen. Evenals voor gaande jaren hechten wij eraan dat het verbeteren van woningen gepaard gaat met het treffen van isolerende voorzieningen. Als gevolg van een toenemende huurquote wordt het belang hiervan, mede uit het oogpunt van woonlastenbeheersing (energiebesparing), steeds groter. Prioriteiten. M.b.t. de in dit verband te noemen projecten merken wij op, dat het vermelden van aantallen woningen achterwege is gelaten. De reden hiervan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 444