2 Stichting Wolwêzen Menameradiel Stichting Woon- en Dienstencentrum Wijtgaard; Centraal Orgaan Samenwerkende Bonden voor Ouderen, afdeling Leeu warden; Gemeenschappelijk Instituut voor maatschappelijke Dienstverlening. De ingediende aanvragen zijn getoetst aan de vastgestelde criteria en vervolgens op 16 februari 1989 besproken in de Externe Overlegcommissie Ouderenbeleid. De adviezen die wij met betrekking tot het onderhavige onderwerp ontvingen van de zijde van de genoemde Overlegcommissie zijn vervolgens door ons betrokken bij de opstelling van het voorliggende Programma Flankerend Ouderenbeleid 1989. Opbouw. Het programma is als volgt opgebouwd. Per ingediende subsidie-aanvraag wordt eerst een korte aanduiding gege ven van de voorgenomen activiteit en het gevraagde subsidiebedrag. Ver volgens wordt één en ander nader toegelicht, waarna ons commentaar daar op wordt gegeven, uitmondend in een voorstel om al of niet tot subsidie toekenning over te gaan. De voorgenomen activiteiten zijn in twee categorieën (hoofdstukken) ingedeeld, te weten: doorlopende projecten; hierbij worden de activiteiten genoemd die reeds in voorgaand(e) ja(a)r(en) gestart zijn en toentertijd gesub sidieerd werden door de provincie in het kader van het flankerend ouderenbeleid; nieuwe projecten; het betreft hier nieuw voorgenomen activiteiten waarvan het in de bedoeling ligt om deze in 1989 in uitvoering te nemen Tot slot worden in Hoofdstuk III "Overige subsidies" nog enkele projec ten beschreven, over de subsidiëring waarvan door het College van B. en W. reeds in een eerder stadium toezeggingen zijn gedaan. Ook komt een subsidietoekenning aan de orde die verband houdt met door ons wenselijk geachte ontwikkelingen t.a.v. M.B.v.O.-activiteiten. 3 Hoofdstuk I: Doorlopende projecten. In dit hoofdstuk zijn de subsidie-aanvragen behandeld voor activiteiten die een niet eenmalig karakter hebben en waarvoor in voorgaande jaren door de provincie in het kader van flankerend ouderenbeleid subsidiebe dragen ter beschikking zijn gesteld. Vooralsnog geldt als uitgangspunt dat het subsidiebeleid van de provin cie ter zake wordt gecontinueerd. 1.1. Stichting Wolwêzen Alderein Menameradiel. Aanvraag Er wordt een subsidie gevraagd ad 71.250,ten behoeve van de maal tijdenvoorziening voor ouderen die door de stichting in Leeuwarden wordt verzorgd (57.000 x 1,25). Toelichting De maaltijdenvoorziening kan gezien worden als een basisvoorziening voor zelfstandig wonende ouderen. Uit het jaarverslag van de SBL blijkt dat in 1987 in Leeuwarden 91.782 maaltijden verstrekt zijn aan zelfstandig wonende ouderen. De zogenaamde uitgebrachte maaltijden werden bezorgd door de drie Leeuwarder diensten centra, door de Unie van Vrijwilligers en door het Dienstencentrum Me- naldumadeel. Laatstgenoemde nam in 1987 60X van het totaal voor zijn rekening. Het is ons gebleken, dat de instellingen die de maaltijden verstrekken, dit doen in een goed onderling overleg. De ouderen in Leeuwarden die een maaltijd vanuit het Dienstencentrum Menaldumadeel betrekken, betalen daar thans 9,-- per maaltijd voor. De Stichting Wolwêzen Alderein Menameradiel gaat voor 1989 uit van een gebruikersprijs van 9,20 per maaltijd. Het bestuur van de stichting verwacht dat in 1989 57.000 maaltijden in onze gemeente zullen worden uitgebracht. Verzocht wordt om een subsidie van 1,25 per uitgebrachte maaltijd. Voorstel Geconstateerd wordt dat de stichting per maaltijd - rekening houdend met een gevraagd subsidie van 1,25 aan de gebruikers een vergoeding van 9,20 vraagt. Ter vergelijking: de prijs van een uitgebrachte maaltijd van de Leeuwarder dienstencentra en die van de Unie van Vrijwilligers bedraagt 7,--. Een dergelijk prijsverschil achten wij ongewenst. In de beleidsnota ouderenwerk wordt aan deze situatie aandacht gegeven en zal een voorstel worden gedaan om daarin verandering te brengen. Voor wat betreft het jaar 1989 achten wij handhaving van het subsidiebeleid t.o.v. de voorgaande jaren wenselijk. Voor de beoordeling van het verzoek van de stichting om de gemeentelijke bijdrage per maaltijd te verhogen naar 1,25 kan geen gebruik worden gemaakt van de door de stichting ingediende exploitatiebegroting. Dit omdat de begroting de exploitatie van de gehele stichting (inclusief dienstencentrum) betreft en er geen uitsplitsing is gemaakt voor wat betreft de maaltijdenvoorzieningTevens hebben wij geconstateerd dat de stichting in een groot aantal gemeenten de maaltijdenvoorziening verzorgt en dat iedere gemeente een eigen subsidiebeleid in deze voert. In verband met het bovenstaande stellen wij voor het subsidie aan de stichting voor het jaar 1989 te bepalen op maximaal 57.000,--, zijnde 1,-- x het aantal uit te brengen maaltijden van 57.000.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 55