Overeenkomst betreffende de bouw van gebouwen ten behoeve van detailhandel in volumineuze artikelen, bedrijfsruimten en showrooms op het terrein van de voormalige PEB-centrale ten noorden van de Kanaalweg te Leeuwarden, aan te gaan met Kennemerland Beheer BV te Santpoort-Zuid. Bijlage nr. 60. Leeuwarden, 8 februari 1990. Aan de Gemeenteraad. Op 6 juli 1989 heeft Kennemerland Beheer BV te Santpoort-Zuid bij ons een aanvraag om bouwvergunning ingediend voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van detailhandel in volumineuze artikelen, bedrijfsruimten en showrooms op het terrein van de voormalige PEB-centrale ten noorden van de Kanaalweg te Leeuwarden. Ter plaatse vigeren thans geen planologische voorschriften, zodat er geen grond is om de gevraagde vergunning te weigeren. Het bouwplan is naast de bepalingen van de Bouwverordening in overeenstemming met het inmiddels ter visie gelegen hebbende ontwerp-bestemmingsplan "Kanaalweg". Op grond van artikel 50, tweede en derde lid van de Woningwet zou de beslissing op de aanvraag moeten worden aangehouden, totdat omtrent de goedkeuring van het ontwerp-bestemmingsplan onherroepelijk zou zijn beslist. Op grond van artikel 50, achtste lid van de Woningwet bestaat de mogelijkheid om op basis van een vooraf ontvangen verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten medewerking aan het bouwplan te verlenen. Nu het desbetreffende bouwplan geen strijd oplevert met voormeld ontwerp-bestemmingsplan, achten wij geen gegronde argumenten aanwezig om het volgen van vorengenoemde procedure achterwege te laten. Wij wijzen U er evenwel op, dat zolang het desbetreffende ontwerp-bestemmingsplan niet rechtsgeldig is geworden, er voor het gebruik van de te stichten opstallen en gronden geen adequaat gebruiksregime van kracht is, hetgeen ertoe zou kunnen leiden, dat in de niet optimaal beschermde tussenfase ongewenste gebruiksmutaties hun beslag zouden kunnen krijgen en derhalve de intenties van het toekomstig planologisch regime zouden kunnen frustreren. Ter voorkoming hiervan is het voor de hand liggend, dat met de initiator van het project een overeenkomst wordt gesloten ter zekerstelling van de beoogde planologische situatie. Met het oog op de veiligstelling van het toekomstig gebruiksregime en ter bevordering van een voortvarende afhandeling van de vergunningaanvraag, stellen wij U voor te besluiten tot het aangaan van een hierop gerichte overeenkomst, zulks onder de bedingen zoals opgeno men in de bij de stukken ter inzage gelegde overeenkomst. Onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting in haar vergadering van 6 februari 1990 heeft geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij U voor te besluiten conform bijgevoegd concept-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mw. ir. J.A. Lantermans, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 113