Nr. 2861. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; overwegende dat het wenselijk is met betrekking tot het perceel Prins Hendrikstraat 8 te Leeuwarden een voorbereidingsbesluit te nemen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 maart 1990 (bijlage nr. 71); gelet op artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening; BESLUIT: I. te verklaren, dat een partiële herziening van het bestemmingsplan "Schoolstraat e.o." wordt voorbereid voor het perceel Prins Hendrikstraat 8 te Leeuwarden, nader aangegeven met een zwarte stippellijn op de bij dit besluit behorende tekening nr. 132 D6-34; II. te bepalen dat genoemd voorbereidingsbesluit in werking treedt met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening voor een perceel grond ten noorden van het dorp Hempens. Bijlage nr. 72. Leeuwarden, 1 maart 1990. Aan de Gemeenteraad. Het Ingenieursbureau "Oranjewoud" BV heeft namens de Landinrichtingscommissie voor de ruilverkaveling "De Oude Jokse" een verzoek om vergunning ingediend voor het bouwen van een vijzelgemaal op een perceel grond ten noorden van het dorp Hempens (polder het Lang Deel). Het vijzelgemaal dient ter vervanging van een in de onmiddellijke omgeving staand (verouderd) gemaal. Het bouwplan is in strijd met het bestemmingsplan voor het buitengebied. Hierin is dit perceel namelijk aangewezen voor Agrarisch gebied C. Deze gronden mogen in principe uitsluitend worden gebruikt als cultuurgrond, waarop geen gebouwen mogen worden gebouwd. In het bestemmingsplan, zoals dat indertijd is vastgesteld, was weliswaar een bepaling opgenomen op grond waarvan door ons college vrijstelling kon worden verleend voor de bouw van kleine bemalingsgebouwen, maar aan deze bepaling is door de Kroon om formele redenen goedkeuring onthouden. De bouw van het gemaal maakt deel uit van het door Gedeputeerde Staten vastgestelde ruilverkavelingsplan "De Oude Jokse". Tegen het bouwplan is een bezwaarschrift ingediend door de heer R.P. de Jong te Hempens. Aangezien er onvoldoende inzicht bestond in zowel de dwingende reden als het spoedeisend belang (van het bouwplan) en voorts bedoelde bezwaren waren ingediend, is aan de aanvrager van de vergunning verzocht het gemeentebestuur omtrent een en ander te informeren. Dit heeft geresulteerd in een notitie (van de aanvrager), welke evenals het bezwaarschrift voor U bij de stukken ter inzage is gelegd (in deze notitie wordt weliswaar ingegaan op twee gemalen, maar aan de orde is alleen het vijzelgemaal in de polder het Lang Deel). Ten aanzien van de bezwaren wordt in de notitie o.a. gesteld, dat in het gebied ten noorden van de weg de Hoek geen peilverlaging plaatsvindt; het toekomstige waterpeil is gelijk aan het huidige winterpeil. De door de heer De Jong gevreesde effecten op flora, fauna en terpen zullen zich in dit gebied dus niet voordoen, aldus bedoelde notitie. Tijdens de op 27 februari 1990 gehouden vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting is de heer De Jong in de gelegenheid gesteld het woord te voeren over dit raadsvoorstel. Hij heeft daarbij o.a. opgemerkt, dat tijdens een hoorzitting van de kant van de Landinrichtingscommissie gesteld zou zijn dat er wel peilverlaging plaatsvindt. Wij hebben hierover nadere informatie ingewonnen bij genoemde commissie en daarbij is nogmaals bevestigd dat van peilverlaging geen sprake is en dat het toekomstige waterpeil gelijk is aan het huidige winterpeil. Een (aanvullende) notitie van de aanvrager ligt eveneens voor U bij de stukken ter inzage. Bedoelde bezwaren moeten dan ook ongegrond worden geacht. Wij zijn van mening dat er uit stedebouwkundige overwegingen geen bezwaren bestaan tegen het bouwplan. Hieraan kan medewerking worden verleend indien een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Alsdan wordt het mogelijk vrijstelling te verlenen van het geldende bestemmingsplan, mits vooraf van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar hebben. Onder de mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting U in haar op 27 februari 1990 gehouden vergadering heeft geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. GJ. te Loo Burgemeester. mw. ir. JA.. Lantermans, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 130