Nr. 2862.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
overwegende, dat het wenselijk is met betrekking tot het hierna omschreven perceel een
voorbereidingsbesluit te nemen;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 maart 1990 (bijlage nr. 72);
gelet op artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening;
BESLUIT:
I. te verklaren, dat een herziening van het bestemmingsplan voor het buitengebied wordt voorbe
reid voor een perceel grond ten noorden van het dorp Hempens (deel van de polder het Lang
Deel), nader aangegeven met een zwarte stippellijn op de bij dit besluit behorende tekening
nr. 501-103;
II. te bepalen, dat genoemd voorbereidingsbesluit in werking treedt met ingang van de dag volgende
op die van de bekendmaking.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Verzoek van de heer F. Boonstra te Goutum om een voorbereidingsbesluit te nemen
voor een ongenummerd perceel aan de Goutumerdyk te Goutum, onmiddellijk ten wes
ten van het perceel Goutumerdyk 20.
Bijlage nr. 73 Leeuwarden, 1 maart 1990.
Aan de Gemeenteraad.
Bij beschikking van 31 januari 1989, nr. B 78/87 hebben wij de heer
F. Boonstra te Goutum, bouwvergunning geweigerd voor het bouwen van een woning
met garage op een ongenummerd perceel aan de Goutumerdyk te Goutum, onmiddelijk
ten westen van het perceel Goutumerdyk 20. Deze weigering stoelt op de overwe
ging dat het bouwplan in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan
"Goutum". Ingevolge dit bestemmingsplan is deze grond aangewezen voor "Agra
risch gebied zonder bebouwing". De als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd
voor akkerbouw, veeteelt of enig andere vorm van bodemcultuur met daarbij beho
rende andere bouwwerken en andere werken, met dien verstande dat op deze gron
den geen gebouwen mogen worden gebouwd. Aangezien het bouwplan in strijd is met
het geldende bestemmingsplan, is de gevraagde vergunning geweigerd. Tegen dit
besluit heeft de heer Boonstra bij brief van 7 maart 1989 op grond van artikel
51 van de Woningwet beroep ingesteld. In Uw vergadering van 20 november 1989
hebt U overeenkomstig het advies respectievelijk het nader advies (bijlagen
nrs. 223 en 272) van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschrift-
ten besloten het beroepschrift van appellant ongegrond te verklaren. De heer
Boonstra heeft niet alleen beroep ingesteld tegen genoemde beslissing van ons
college, maar aan het slot van zijn beroepschrift heeft hij tevens verzocht
alsnog een voorbereidingsbesluit te nemen voor het betrokken perceel teneinde
de bouw van een woning met garage mogelijk te maken. Door het nemen van een
voorbereidingsbesluit zou de weg vrij gemaakt kunnen worden voor het volgen van
de zgn. vrijstellingsprocedure als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruim
telijke Ordening. Omtrent dit verzoek merken wij het volgende op.
Bij brief van 13 februari 1986 hebben wij de toenmalige eigenaar van dit
perceel, de heer J. Hiemstra te Goutum, meegedeeld in principe bereid te zijn
medewerking te verlenen aan de bouw van een vrijstaande woning aan de noordzij
de van de Goutumerdyk te Goutum, onmiddellijk ten westen van de bestaande rij
woningen. Wij hebben er daarbij evenwel op gewezen, dat ons college slechts me
dewerking zou kunnen verlenen, indien Uw Raad bereid was een voorbereidingsbe
sluit te nemen en Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar zouden
afgeven. De heer Boonstra heeft daarop een aanvraag om bouwvergunning ingediend.
Aanvankelijk waren wij voornemens Uw Raad in zijn vergadering van 18 mei 1987
voor te stellen een voorbereidingsbesluit te nemen voor bedoeld perceel grond.
In een later stadium is dit punt evenwel van de agenda afgevoerd, omdat het zou
kunnen leiden tot ongewenste precedentvorming. Wij achtten het gewenst, dat
eerst een principe-uitspraak zou worden gedaan ten aanzien van de vraag of
(naast de reeds bestaande bebouwing) eventueel ook de rest van het gebied tus
sen de Goutumerdyk en de Wergeasterdyk voor woonbebouwing diende te worden aan
gewend, hetgeen deel uitmaakte van een studie waar de Dienst Stadsontwikkeling
op dat moment mee bezig was. Op 22 maart 1988 hebben wij in principe ingestemd
-1-