4 krijgen. Bij de afweging tussen dit project en het project van de Ver. v. Volkshuisves ting heeft uiteindelijk de doorslag gegeven dat het project van de V.v.V. in uitvoering is en kan worden afgerond; het nog onzeker is of de NCHB er in zal slagen tijdig een binnen het contingent passend plan kan indienen; afronding van het plan van de V.v.V. duidelijkheid verschaft over de verdere uitgiftemogelijkheden in deelgebied 10a. Ten aanzien van de overige reserveplannen achtten wij een nadere toelichting in dit stadium nog niet noodzakelijk. Op basis van de hiervoor aangegeven prioriteiten zal een NKS-budgetopstelling ontworpen kunnen worden. III.3 Budget nieuwbouw sociale huursector 1990 Bij brief van 15 januari 1990 heeft de HID het navolgende budget aan de gemeente Leeuwarden verstrekt in de categorie nieuwbouw sociale huursector. Bouwkosten 145 x 94.000,-- (75 m* b.k.o.) 13.630.000,— Grondkosten; 145 x 15.500,-- t Totaal normatief investeringsvolume (A) 15.877.500,-- Kopkosten Funderingskopkosten; 145 x 2.500,(14 m diep) Bouwplaatskopkosten; 145 x 6.500,-- Geluidskopkosten; 17 x 1.800, - - f 362.500,-- 942.500,-- 30.600.-- Totaal kopkostenbudget (B) 1.335.600,-- Totaal investeringsbudget sociale huursector (A+B) 17.213.100,-- Het aantal woningen met stadsvernieuwingstoeslag is in vergelijking met de eerdergenoemde brief van de HID d.d. 10 december 1989 over de verdeling van de contingenten over 1990 opgehoogd van 39 tot 79 woningen. Een dergelijke toeslag op de jaarlijkse bijdragen in de exploitatie van sociale huurwoningen heeft een behoorlijk huurverlagend effect. Deze extra rijksbijdrage wordt overigens na 10 jaar geleidelijk afgebroken. Drie van de hiervoor onder III.2 genoemde projecten komen in aanmerking voor een dergelijke toeslag, te weten het project 22 woningen Arendsstraat, het project 57 woningen Diakonessenhuis en het project 27 woningen Frigasterrein. Aangezien het eerste project een heel specifiek stadsvernieuwingsproject is, stellen wij U voor hieraan het standaardbedrag van 695,--/woning toe te kennen en de rest van de toeslagen (55 woningen) te verdelen over de beide overige plannen (79 woningen). De aldus voor deze laatstgenoemde projecten berekende stadsvernieuwingstoeslag komt daarmee op 483,-- per woning. De maandhuren van deze drie projecten kunnen hierdoor met 58,-- (Arendsstraat) resp. 40,-- (Diakonessenhuis/Frigasterrein) worden verlaagd. III.4 Onrendabele toppen Van de hiervoor genoemde projecten welke voor toewijzing van contingent in 1990 in aanmerking komen is tot dusverre alleen een onrendabele top voor het project Arendsstraat noodzakelijk gebleken. In het verdeelbesluit van het programma stadsvernieuwing 1990/1991 is rekening gehouden met een onrendabele top van 650.000,-- ten behoeve van dit project. 111.5 Gemeentelijke bijdrage bij de realisering van bejaardenwoningen Evenals vorig jaar is ook in 1990 een bedrag van 80.000,-- beschikbaar uit het gemeentefonds voor de stimulering van de bouw van bejaardenwoningen. Deze middelen werden in voorgaande jaren toegekend aan bouwprojecten waarin bejaardenwoningen als verbijzondering was opgenomen. De bijdrage bedroeg 2.000,-- per woning. Voor volledige bejaardencomplexen werd geen bijdrage verstrekt. Qua te subsidiëren voorzieningen moet onder meer gedacht worden aan het aanbrengen van een lift op een klein aantal woningen of verdiepingen, het overdekken van galerijen c.q. gaanderijen, bijzondere compartimenterings- en afsluitingsvoorstellen, verbeteringen van de rolstoeltoegankelijkheid, bijzondere beheersruimten, bewakings- c.q. alarmeringsapparatuur Wij stellen voor de in voorgaande jaren gebruikelijke verdeelmethodiek in 1990 te continueren. 111.6 Raambesluit inzake financiële medewerking sociale huursector 1989. Het essentiële van de budgettoekenning in het kader van het NKS is, dat de financiële steun van het Rijk voor de woningbouw in de sociale huursector voor het desbetreffende jaar is verzekerd voor het in de toekenning opgenomen aantal woningen en investeringsbedrag. Per woningbouwproject dient door de desbetreffende opdrachtgeefster financiële steun te worden aangevraagd bij de gemeente. Het gemeentebestuur dient - bij acceptatie van het project - de aanvraag in te dienen bij de HID voor het verkrijgen van een Rijksbeschikking op een dergelijke aanvraag. In het kader van het Normkostensysteem dient de inzending vergezeld te gaan van een raadsbesluit, waaruit moet blijken dat aan de opdrachtgeefster financiële steun is verleend. Binnen de gedecentraliseerde bevoegdheid worden de stich- tingskosten, de subsidiëring en huurprijs in feite door het gemeentebestuur vastgesteld. Ervan uitgaande dat daarbij binnen de budgettoekenning wordt gebleven en ook overigens overeenkomstig het NKS wordt gehandeld is het Rijk gehouden het besluit van het gemeentebestuur te volgen door middel van afgifte van een beschikking. Het besluit van het gemeentebestuur kan ook door ons college worden genomen, indien U een daartoe strekkend raambesluit hebt genomen Gelet op de tot nu toe gehanteerde praktijk bij woningbouw in de sociale huursector en met het oog op de fatale data voor de indiening van de aanvragen om financiële steun bij het Rijk achten wij het gewenst dat evenals in voorgaande jaren wordt gekozen voor de werkwijze met een raambesluit. In het raambesluit verleent U financiële medewerking aan de totstandkoming van de woningbouwprojecten, welke in het eerder onder paragraaf III.2. van deze raadsbrief aangegeven jaarprogramma zijn opgenomen. De uitvoering van dit besluit wordt opgedragen aan ons college. In geval van onvoorziene omstandigheden dient een vervangend project te worden aangewezen, om te voorkomen, dat Leeuwarden contingent verliest. Gelet op de tijdsdruk waaronder dergelijke besluiten dienen te worden genomen, is het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 221