De loket-funktie is hiervan uitgezonderd. Deze wordt onder
gebracht bij de brede loket- en informatiefunktie die bij de
dienst Bestuurszaken wordt gerealiseerd,
b. Met de dienst Welzijn wordt een samenwerkingsverband aangegaan
op IZ-gebied. Dit is gebeurd op verzoek van de dienst Welzijn.
Hierdoor is het segregatie-verlies met 3 formatieplaatsen
verminderd. De IZ-taken worden niet beschouwd als essentieel
voor de besturing van de dienst, zodat samenwerking geen na
delige effekten hoeft op te leveren.
1.2. Dienst Stadsontwikkeling en Milieu
a. Ook hier is gekozen voor samenwerking met een andere dienst op
IZ-gebied: de dienst Stadsbeheer. De motivering hiervoor is
dezelfde als bij de dienst Bestuurszaken. De beperking van het
segregatie-verlies bedraagt hier 7 formatieplaatsen.
b. De organisatiestruktuur van de direktie Produktie wordt tijde
lijk vastgesteld. Het is niet mogelijk gebleken, onder andere
vanwege het ontbreken van een vak-direkteurom hier een goede
oplossing tot stand te brengen in de beperkte beschikbare
tijd. Dit leidt tot een opdracht aan de algemeen direkteur om
binnen een jaar na het aantreden van de nieuwe direkteur
Produktie te komen met een definitief voorstel voor de orga
nisatiestruktuur van de betreffende direktie.
c. De positie van de afdeling Onderhoud Gebouwen is onder andere
als gevolg van de voorgenomen afschaffing van de zogenaamde
gedwongen winkelnering onduidelijk. Met het oog op de voor
stellen die hierover zijn/zullen worden gedaan door de hoofd-
direkteur DSO, wordt deze afdeling thans ongemoeid gelaten en
aangehaakt bij de direktie Produktie. Met name met de direktie
Welzijn zullen afspraken gemaakt worden over het funktioneren
in de overgangsfase die hierdoor ontstaat.
1.3. Dienst Stadsbeheer
a. Zie punt a bij de dienst Stadsontwikkeling en Milieu.
b. De direktiestruktuur is aangepast van een drie-hoofdige in een
twee-hoofdige. Er is uitsluitend nog een vakdirekteur Reini
ging, Markten, Havens, Vergunningen en Groen. Overige aktivi-
teiten vallen rechtstreeks onder de algemeen direkteur. De
motivering hiervoor is in hoofdzaak gelegen in de te zware
overhead die bij een drie-hoofdige direktie zou ontstaan.
1.4. Dienst Economische en Sociale Zaken
a. Zie punt a bij de dienst Bestuurszaken.
b. De overheveling van maatschappelijke aangelegenheden naar de
dienst Welzijn, direktie Onderwijs en Samenlevingszaken. De
verwevenheid van deze aktiviteiten met het welzijns-gebeuren
wordt groter geacht dan die met de uitkeringsaktiviteiten.
c. De op herintreding op de arbeidsmarkt gerichte scholingsmaat
regelen, inclusief beleid en budgetten en de (coördinerende)
relaties met het Regionaal Bestuur Arbeidsvoorziening en de
Beroepsgerichte Volwassenen Edukatie, worden overgenomen van
de dienst Welzijn. Hier wordt een nauwere relatie met de
aktiviteiten van de dienst Economische en Sociale Zaken onder
kend dan met die van de dienst Welzijn.
Overigens zal ook de concern-coördinatie van het toeristisch
beleid vanuit deze dienst plaatsvinden.
1.5. Dienst Welzijn
a. Zie punt b bij de dienst Bestuurszaken.
b. Zie punt b bij de dienst Economische en Sociale Zaken.
c. Zie punt c bij de dienst Economische en Sociale Zaken.
d. Het beleidsveld Cultuur is overgeheveld van de direktie Onder
wijs en Samenleving naar de direktie (Cultuur,) Sport en
Recreatie
2De organisatieschema's
Deze zijn bijgevoegd.
3 Het personeelsbudget en de reorganisatie-reserve
In het eerdergenoemde raadsvoorstel werd nog uitgegaan van een
voorlopige totale formatie van 975 plaatsen.
Er heeft een aktualisatie van de cijfers plaatsgevonden op basis
van de begroting 1990, de taakstelling van f 430.000,-- en een
door de CDR gewenste reorganisatie-reserve voor knelpunten die
zich in de loop van het reorganisatieproces voor zouden kunnen
doen. Dit heeft geresulteerd in een formatie van 930 plaasen.
De formatieve claims die door de diverse DWGn op tafel werden
gelegd als uitkomst van het proces van taakinventarisatie, resul
teerden in een overschrijding van de op deze wijze berekende
theoretische formatie met meer dan 80 formatieplaatsen.
Door de diverse formaties verder onder druk te zetten, de bereid
heid van enerzijds de dienst Bestuurszaken en de dienst Welzijn
en anderzijds de dienst Stadsbeheer en de dienst Stadsontwikke
ling en Milieu tot samenwerking op IZ-gebied en door de reorga
nisatie-reserve terug te brengen van 3% naar is het gelukt de
totale formatie binnen de theoretisch berekende formatie van 930
plaatsen te houden. De verdeling van de theoretische formatie
over de diensten heeft plaatsgevonden volgens de systematiek die
ten grondslag heeft gelegen aan de cijfers in het raadsvoorstel.
Er wordt steeds gespoken van een theoretische formatie, omdat de
formatiecijfers een vertaling zijn van de personeelsbudgetten uit
de begroting 1990 met gebruikmaking van gemiddelde salarislasten.
