2 8. het bestuur van de Stichting Friese Werkverbanden Socia le Werkvoorziening: de heren M.F. Koopmans en G.A. Kess- ler (plaatsvervangend lid); 9. het Overlegorgaan Geluidshinder Vliegbasis Leeuwarden: de heren J.A.F.A. Timmermans en D.E. Heere (plaatsver vangend lid); 10. het bestuur van de Stichting Gemeenschappelijke Kredietbank Friesland: de heer G.A. Kessler; 11. de vergadering van deelnemers van de Stichting Bedrijfs gezondheidsdienst Friesland: de heer M.F. Koopmans; 12. het Algemeen Bestuur van de Stichting Bedrijfsgezond heidsdienst Friesland: de heer G.J. te Loo; 13. de Regionale Commissie van het Centraal Orgaan gemeente lijk voortgezet onderwijs: mevrouw J.G. Vlietstra en de heer M.F. Koopmans (plaatsvervangend lid); 14. het Algemeen Bestuur van het Centraal Orgaan gemeente lijk voortgezet onderwijs: mevrouw J.G. Vlietstra; 15. het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Recrea tieschap De Marrekrite: mevrouw J.G. Vlietstra en de heer J.A.F.A. Timmermans (plaatsvervangend lid); 16. het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Bestuurs- academie Noord-Nederland: de heer G.A. Kessler en mevrouw J.A. Lantermans (plaatsvervangend lid); 17. het Algemeen Bestuur van de Alarmcentrale Friesland: de heer G.J. te Loo. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. i Vaststellen kredieten in verband met het bodemsaneringsprogramma 1990 bijlage nr. 155 Leeuwarden, 3.7 mei 1990. Aan de gemeenteraad Jaarlijks stelt de provincie een bodemsanerinsprogramma op, waar in aangegeven wordt welke projekten dat jaar in onderzoek genomen, dan wel gesaneerd, worden. Voor de opstelling van de planning 1990 is de provin cie uitgegaan van het door de minister van VROM indikatief toegezegde budget. Bij de toekenning van het definitieve budget wordt door de provincie een uitvoeringsschema opgesteld. Ingevolge artikel 18 van de Interimwet bodemsanering is de gemeente verplicht haar bijdrage te verlenen als een projekt opgenomen is in het bodemsaneringsprogramma. De gemeente heeft hiertoe jaarlijks een bedrag beschikbaar in de begrotingspost bodem. Indien de door de provincie voorgestelde onderzoeken en saneringen niet uitvoerbaar zijn binnen deze begrotingspost, wordt dit naar voren gebracht tijdens het vooroverleg met de provincie over het bodemsaneringsprogramma. Indien toch projekten opgenomen worden, waarvan de gemeente aangegeven heeft niet mee te kunnen/willen werken, wordt bezwaar aangetekend tegen het ontwerp-bodem- saneringsprogrammaOverigens kan de provincie uit bezwaar zonder meer naast zich neerleggen. Binnen de eerder genoemde begrotingspost bodem is jaarlijks een bedrag beschikbaar van 500.000,-. Hiervan is een bedrag van 59.000,- in beheer bij de D.S.O. voor de behandeling van kalamiteiten, het begelei den van oriënterende en partikuliere onderzoeken in het kader van de Interimwet bodemsanering en voor diverse werkzaamheden. Tevens worden uit de begrotingspost bodem jaarlijks de kapitaallasten voor de sanering op het gasfabrieksterrein Hoeksterend betaald. Voor 1990 worden deze- kosten geraamd op 306.000,-. Indien er na uitvoering van de projekten die opgenomen zijn in het provinciaal bodemsaneringsprogramma nog financiële ruimte binnen de resterende 135.000,- overblijft, kunnen er projekten uitgevoerd worden waarvan de gemeente om milieuhygiënische redenen of redenen van stads vernieuwing etc., van mening is dat zij vooruitlopend op het provin ciaal bodemsaneringsprogramma uitgevoerd dienen te worden. Voorwaarde hiervoor is dat de kosten beneden het drempelbedrag 100.000,- blijven; d.w.z. projekten waaraan de provincie (nog) geen bijdrage dient te verlenen. In bijlage 1 zijn alle lopende projekten in het kader van de Interimwet bodemsanering omschreven. Tevens is aangegeven wat de stand van zaken is en of er voor de voortgang van het projekt thans krediet benodigd is. Overigens dient met betrekking tot de voortgang van diverse projekten opgemerkt te worden dat het bodemsaneringsprogramma 1989 in februari 1990 door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. Derhalve is nog niet overgegaan tot besteding van de, in het kader van dat programma, vastge stelde kredieten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 336