7
De thans beschikbare gegevens hebben niet geleid tot verandering in de
urgentie in het provinciaal bodemsaneringsprogramma. De sanering zal
waarschijnlijk niet eerder dan in 2000 uitgevoerd kunnen worden. Het
aanvullende onderzoek kan niet eerder dan in 1991 uitgevoerd worden.
De bewoners zijn echter reeds in 1986 geïnformeerd over deze veront
reiniging. Destijds is ook aangegeven dat zo spoedig mogelijk gestart
zou worden met de sanering.
Gegeven het bovenstaande en het feit dat de totale kosten voor het
projekt beneden het drempelbedrag blijven, dient overwogen te worden
het onderzoek op korte termijn uit te voeren. De omwonenden dienen zo
spoedig mogelijk geïnformeerd te worden over de gewijzigde situatie.
Het betreffende terrein is in 1989 verkocht aan BV Algemeen Financieel
Incassobedrijf ten behoeve van de aanleg van een parkeerterrein,
waarbij in het kontrakt aangegeven is dat het terrein binnen een jaar
gesaneerd zou worden. Gelijktijdig met de omwonenden dient ook de
A.F.I. geïnformeerd te worden over de gewijzigde situatie. Dit dient
door de verkoper van het terrein; d.w.z. de afdeling Grondzaken plaats
te vinden.
Saneringen.
1Voormalig Lijempfterrein aan de Fabriekssteeg
Binnen de thans beschikbare kredieten voor dit projekt wordt een
aanvullend onderzoekje uitgevoerd naar de omvang van de verontreini
ging op het voormalige terrein van ijs- en melkprokuktenfabriek NV
Lijempf aan de Fabriekssteeg. De saneringskosten worden grofweg ge
raamd op 60.000,-. In het provinciale programma heeft dit projekt
een lage prioriteit gekregen en zal het de eerste jaren niet aan de
orde komen. Ook om reden van stadsvernieuwing heeft dit projekt geen
urgentie
2. Van Loonstraat 90-92
De rapportage van het nader/saneringsonderzoek is nog steeds niet
definitief. De saneringskosten worden globaal op 60.000,- geraamd.
Hiervoor is in het kader van het bodemsaneringsprogramma 1989 reeds
een krediet beschikbaar gesteld.
3. Vermeerstraat
Het benodigde krediet voor de uitvoering van de sanering op deze
lokatie is in het kader van het bodemsaneringsprogramma 1989 beschik
baar gesteld.
8
Vmlgasfabriek Huizumerlaan
Op het terrein van de voormalige gasfabriek aan de Huizumerlaan is
thans de derde fase van het nader onderzoek afgerond. Kort samengevat
kunnen hieruit de volgende konklusies getrokken worden:
Het grondwater is op het vml. gasfabrieksterrein plaatselijk ver
ontreinigd met benzeen, naftaleen en cyaniden (stoffen die zich ook
in teer bevinden). Deze verontreiniging heeft zich niet tot onder de
woonbebouwing verspreid maar beperkt zich tot de direkte omgeving van
de voormalige haven op het gasfabrieksterrein en voor een klein deel
op het veilingterrein.
De grond op het gasfabrieksterrein is niet zodanig verontreinigd dat,
gezien het huidige gebruik, overgegaan dient te worden tot grondsane-
ring.
De reeds aangetroffen sterke verontreiniging in de tuin aan de Huizu
merlaan 143 blijkt beperkt te zijn tot deze tuin en is zintuiglijk
goed waar te nemen (teer).
Er is echter ook gebleken dat in een tuin aan het Schooldijkje 4 nog
een matige verontreiniging met polycyclische aromaten aanwezig is.
Deze verontreiniging is zintuiglijk niet goed waar te nemen. Volgens
de Regionale inspektie van de volksgezondheid voor de milieuhygiëne
liggen de aangetroffen gehalten tussen een verwaarloosbaar en toe
laatbaar risiko. De herkomst en omvang van deze verontreiniging is
niet bekend.
Thans wordt een aanvullend onderzoek uitgevoerd naar de verontrei
niging met polycyclische aroma in de tuinen aan het Schooldijkje 4
t/m 12 en Huizumerlaan 133 t/m 159 op basis van de resultaten van dit
onderzoek dient een afweging gemaakt te worden of het noodzakelijk is
deze verontreiniging te verwijderen. De risiko's voor de volksgezond
heid liggen op basis van de thans beschikbare gegevens beneden het
toelaatbare nivo. De resultaten worden in het voorjaar van 1990
verwacht
De sanering op het terrein van de gasfabriek zal volgens het provin
ciaal programma niet eerder dan in het jaar 2000 uitgevoerd kunnen
worden. Voorafgaand aan de feitelijke sanering dient een saneringson
derzoek naar de haalbaarheid van de diverse saneringsvarianten te
worden uitgevoerd. De kosten hiervan worden grofweg geraamd op
30.000,- zodat het gemeentelijk aandeel 3.000,- bedraagt.
Afhankelijk van de resultaten van het aanvullend onderzoek kan over
wogen worden de sanering in de tuinen eerder uit te voeren. De ge
meente behoeft slechts 10 Z van deze kosten te betalen.
Met de provincie dient overleg gevoerd te worden over het naar voren
halen van deze sanering. Tijdens de voorlichting die heeft plaats
gevonden in december 1989 is door zowel provincie als gemeente dit
streven reeds kenbaar gemaakt. Grofweg wordt het gemeentelijk aandeel
in de kosten geraamd op 17.500,-.