In het voorliggende plan is het bezwaar van de Kroon tegen een onvoldoende duidelijke bepaling opgeheven. Artikel 5, lid B 2 bepaalt namelijk onder meer dat bebouwing voor zover die meer dan drie lagen telt, niet zal worden opgericht in de deelgebieden 10 en 11. Voor zover hoogbouw wordt toegepast, zal deze worden gerealiseerd in de nabijheid van of aan structuurbepalende elementen (groen, water, wijkontsluitings- wegen) in het onderhavige deelgebied 9a en in deelgebied 9c. Wat betreft de verhouding laag- en hoogbouw (bebouwing met meer dan drie bouwlagen) kan opgemerkt worden dat deze als volgt ligt: - deelgebieden l-8b, 9b en Havenbuurt-Noords circa 12 Z is als hoogbouw gebouwd (in het algemeen niet hoger dan 12m) - deelgebieden 9a, 9c, 10 en 11: er wordt uitgegaan van maximaal 15Z als hoogbouw te reali seren woningen; - deelgebieden 12 en 13: er wordt rekening gehouden met maximaal 20Z van de woningen te realiseren als hoogbouw. Het beleid ten aanzien van de verhouding hoog-en laagbouw blijft erop gericht om het beeld overwegend uit laagbouw te laten bestaan, maar - gelet op de marktsituatie en de ruimtelijke uitgangspunten, zoals die in de bij het plan behorende toelichting zijn beschreven - iets meer mogelijk heden voor hoogbouw te bieden dan in het plan van 1977. Vergeleken met de doelstelling uit het plan '77 (maximaal 10Z hoogbouw) kan vastgesteld worden dat dit percentage iets hoger is geworden. Enerzijds bleek de behoefte aan dergelijke woningen (met name voor één- en tweepersoons huishoudens) groter dan in de jaren zeventig kon worden voorzien, anderzijds was een iets groter aandeel gesta pelde woningen ook ruimtelijk gewenst. Het beeld blijft overwegend bestaan uit laagbouw, maar de hogere woningen geven ruimtelijke accenten en herkenbaarheid aan de wijk. Wat betreft de ruimtelijke aspecten, merken wij nog het volgende op. Hiervoor hebben wij reeds aangegeven hoe de verhouding laag- en hoogbouw ligt per groep van deelgebie den. Deze indeling per groep is in het hele (nieuwe) plan doorgevoerd, ook in de planvoorschriften. Achtereenvolgens gaat het hierbij om de: - deelgebieden l-8b, 9b en Havenbuurt-Noord, een woongebied dat vrijwel gerealiseerd is (Woondoeleinden klasse I); - deelgebieden 9a, 9c, 10 en 11, een woongebied dat in ont wikkeling is (Woondoeleinden klasse II); 4 - deelgebieden 12 en 13, een gebied dat in de naaste toekomst wordt ontwikkeld voor woningbouw, zonodig gecombineerd met bijzondere en bedrijfsfunctiesNader ingaande op de tweede groep van deelgebieden merken wij het volgende op. De capaciteit van de deelgebieden 9a en 9c bedraagt respec tievelijk 145 woningen (binnen dit deelgebied is uitgegaan van circa 90 gestapelde woningen) en circa 300 woningen. Het gehele woongebied, bestaande uit de deelgebieden 9a, 9c, 10 en 11 zal worden gekenmerkt door laagbouw (tot maximaal drie bouwlagen). Zoals reeds opgemerkt, zal ten hoogste 15Z van de woningen worden uitgevoerd als hoogbouw en zal hoogbouw - voorzover toegepast - worden gerealiseerd in de nabijheid van of aan structuurbepalende elementen. De bepaling dat geen hoogbouw zal worden gerealiseerd in de deelgebieden 10 en 11 houdt verband met het feit dat de gestapelde bouw hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in de wat meer stedelijke zöne (zoals oorspronkelijk ook de bedoeling was) vanaf het centrum richting NS-halte. De flatgebouwen als "accenten" zijn gewenst, niet alleen vanwege de bebouwingsdichtheid, maar ook als signalerings functie, namelijk dat het gebied in die omgeving een meer stedelijk karakter heeft dan elders in de wijk. Naar ver wachting zal binnen afzienbare tijd begonnen worden met de bouw van twee 9-hoogflats (totaal 84 woningen) in deel gebied 9a aan de Gratingastins (dit bouwplan wordt in het bezwaarschrift genoemd). Stedebouwkundig gezien is dit project aantrekkelijk, omdat het voorziet in een wenselijk stedebouwkundig accent bij het aldaar gelegen kruispunt van wijkontsluitingswegen. Gezien de afstand tussen dit flat gebouw en de aan de oostzijde daarvan gelegen rij een gezinswoningen, is de situering van het gebouw aanvaard baar. Op de plek waar de flats gebouwd zullen worden was oorspronkelijk uitgegaan van gestapelde bouw in vijf en zeven lagen met in totaal ca. 90 woningen. De flats die nu worden gebouwd, zullen een slankere, minder massieve ver schijningsvorm krijgen. Gedeputeerde Staten hebben inmid dels een zgn. verklaring van geen bezwaar (als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening) afgegeven ten behoeve van het hiervoor geschetste bouwplan. Bij de bepaling dat ten hoogste 15Z van de woningen in het gebied, bestaande uit de deelgebieden 9a, 9c, 10 en 11, als hoogbouw zal worden uitgevoerd, gaat het uiteraard om een gemiddelde 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 415