Vervolgens worden de mogelijke financieringsbronnen van de kin deropvang aangegeven, te weten gemeente, rijksoverheid, be drijfsleven en gebruikers, waarna wordt ingegaan op de centrale vraag die de Knelpuntennota oproept, n.l. moet bij de inzet van de extra middelen die beschikbaar komen prioriteit worden gegeven aan capaciteitsverbetering of aan de punten die door de werkgroep zijn verwoord onder het begrip kwaliteitsverbetering, dan wel aan beide In het kader van de Reactienota wordt voorgaande vraag als volgt beantwoord Aan uitbreiding van de capaciteit dient prioriteit te worden gegeven, terwijl kwaliteitsverbetering in zoverre gerealiseerd dient te worden als nodig is om de Leeuwarder voorzieningen op een verantwoorde wijze in stand te houden en verder uit te breiden. Deze principekeuze heeft geresulteerd in een aantal concrete voorstellen inzake de capaciteits- en kwaliteitsverbete ring en een financiële onderbouwing van bedoelde voorstellen. OVERLEG EN BIJSTELLING Met de in de Werkgroep Kinderopvang vertegenwoordigde instellingen hebben wij overleg gevoerd over de inhoud van de Reactienota. De Commissie voor Welzijnsaangelegenheden heeft in haar vergadering van 10 april 1990 over bedoeld stuk en de daarin vervatte voor stellen beraadslaagd. De reacties van de betrokken instellingen en de discussie in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden hebben ons aanleiding gegeven met het werkveld nader overleg te voeren over de navol gende punten: 1. de invulling van het management bij de SKL; 2. de afgebroken fusiebesprekingen tussen de SKL/SKBI en het GOP; 3. de knelpunten op het gebied van het peuterspeelzaalwerk. ad 1 In de Reactienota wordt voorgesteld in te stemmen met het rea liseren van een zgn. middenkader functie bij de SKL tegen inle vering van de functies adjunct-directrice en werkbegeleidster Overleg hierover met de instelling geeft ons aanleiding U ter zake een ten opzichte van de Reactienota gewijzigd voorstel te doen, waarbij de functie adjunct-directrice gehandhaafd blijft en de functie werkbegeleidster komt te vervallen. De aan dit voorstel verbonden extra kosten bedragen op jaarbasis 40.000,De SKL kan in principe met dit voorstel instemmen, maar tekent hierbij wel aan dat deze keus kan leiden tot een vertraging van het tempo waarmee de gewenste uitbreiding van opvangcapaciteit in de toekomst zal kunnen worden gerealiseerd. ad 2. Onlangs is van de zijde van de SKL/SKBI en het GOP kenbaar gemaakt dat de fusiebesprekingen tussen genoemde instellingen zijn vastge lopen. Redenen daarvoor zijn de vrees van het GOP voor het verlies 2 van de eigen identiteit en de vrees om als kleine organisatie te worden opgeslokt door de veel grotere SKL/SKBI. Onzes inziens dient de gemeente zich niet zonder meer bij de ontstane situatie neer te leggen. Wij zijn dan ook voornemens betrokkenen te stimu leren tot het accepteren van een onafhankelijke bemiddelaar, die partijen weer rond de tafel zou kunnen krijgen. Overigens is tijdens overleg inzake de problemen rond de fusie ook de relatie tussen SKL en SKBI aan de orde gesteld. Laatst genoemde stichtingen streven naar een volledige integratie. In dat verband is van de zijde van de gemeente opnieuw benadrukt, dat de financiën van beide instellingen ook in de toekomst strikt gescheiden dienen te blijven. ad 3 Van de zijde van de peuterspeelzalen is aangedrongen op inscha ling van de peuterleidsters conform de CAO-Welzijn, terwijl te vens wordt verzocht de pensioenlasten van betrokkenen voor sub sidiëring in aanmerking te laten komen. Wij menen beide punten, welke in het kader van de Reactienota niet worden gehonoreerd, in heroverweging te moeten nemen. Daarnaast zullen wij ons tevens beraden op een aantal andere door het werkveld (alsnog) naar voren gebrachte knelpunten, waarop in de Reactienota nog niet kan worden ingegaan. Nadere voorstellen ter zake zullen aan U worden voorge legd in het kader van het Programma Sociaal-Cultureel Werk 1991. EN VERDER In de Reactienota wordt een groot aantal maatregelen ter uit breiding en verbetering van de kinderopvang voorgesteld. Wij streven ernaar deze maatregelen in samenwerking met de instel lingen voor kinderopvang nog in 1990 te realiseren. Een planning van de verder te nemen maatregelen op langere termijn hebben wij thans nog niet zinvol geacht, omdat er nog teveel onzekere facto ren zijn die de concrete mogelijkheden voor verdere stappen kunnen beïnvloeden (feitelijke tempo van de thans voorgenomen maatrege len, ontwikkeling op rijksniveau over de reikwijdte van de rijks bijdrage-regeling, fusie-ontwikkeling GOP/SKL, ontwikkeling van andere initiatieven op het terrein van de kinderopvang in Leeuwar den) Wij zijn voornemens de situatie van de kinderopvang opnieuw aan de orde te stellen zodra op bovengenoemde punten meer duide lijkheid is verkregen, dan wel in het kader van de aanvraag voor de rijksbijdrage inzake de Stimuleringsmaatregel Kinderopvang 1991. Overigens zal ook voor de voorgenomen capaciteitsuitbreiding van opvangplaatsen nieuwe huisvestingsruimte moeten worden gevonden. Daarnaast zullen investeringen gedaan moeten worden voor de in richting van de panden en voor de aanschaf van spelmateriaal e.d. Bij gebrek aan concrete gegevens zijn deze uitgaven in de Reactie nota vooralsnog p.m. geraamd. Voor de uitgaven in dit verband is in principe een rijksbijdrage beschikbaar. Wij zullen samen met 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 431