A. Organisatie van het parkeren.
Nr. 632.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 januari 1990 (bijlage nr. 34);
BESLUIT:
een krediet van 375.000,-- beschikbaar te stellen voor kunsttoepassingen in de wijk Camminghaburen
en deze middelen toe te voegen aan het Fonds voor stadsverfraaiing.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Herwaarderingsvoorstel naar aanleiding van het verslag van de "Werkgroep Herwaardering
Parkeerbeleid".
Bijlage nr. 35. Leeuwarden, 18 januari 1990.
Aan de Gemeenteraad.
Als onderdeel van de herwaarderingsoperatie voor de periode 1987-1991 is in het
Beleidsplan 1988-1992 voor de sector parkeren een taakstelling van 449.000,vastgesteld.
Er werd een werkgroep gevormd die over de haalbaarheid hiervan een rapport diende op te
stellen. Als leidraad hierbij fungeerde in eerste instantie een brief van de directeur van de
Dienst voor het Marktwezen en de Frieslandhal van maart 1987. De hierin naar voren komende
voorstellen hebben met name betrekking op de onderdelen: organisatie (inclusief overzicht in-
en uitgaande geldstromen), vervanging van apparatuur en de aanpassing van tarieven van ver
gunningen en abonnementen.
Het hiervoor genoemde te realiseren bedrag is overigens later gewijzigd wegens de
kosten van eerdere vervanging van parkeerapparatuur. Dit betekende een verhoging van de
taakstelling met een bedrag van 60.000,Met een verlaging van de taakstelling mocht
rekening worden gehouden tengevolge van het feit, dat op een meeropbrengst van 42.000,
voor hogere leges voor parkeerontheffingen mocht worden gerekend. Deze tussentijdse wijzi
gingen resulteerden derhalve in een nieuwe taakstelling van f 467.000,
In het onderstaande wordt een samenvatting gegeven van de totale rapportage van de
werkgroep.
Taakafbakening.
In het rapport van de werkgroep wordt geconcludeerd, dat het gewenst is de beleidsadvisering
en -uitvoering ter zake van het parkeren bijeen te brengen in één dienst en te laten resorteren
onder één wethouder. Deze wens kan worden gehonoreerd via de reorganisatie. Verder moet
voor de situatie van dit moment door middel van afspraken over een duidelijke taakafbakening
en een goede communicatie tussen de verschillende diensten en afdelingen op efficiënte wijze
inhoud worden gegeven aan het gehele parkeerbeleid. Daarbij is uitgangspunt, dat het parkeren
als verkeersactiviteit een onderdeel is van het totale ruimtelijke ordeningsbeleid, waarbij de
ordening van het gebruik van de beschikbare ruimte en het beheer daarvan voorop staat.
De taakafbakening speelt met name een rol in het contact tussen D.M.F., D.S.O. en politie.
Voor de D.M.F. is aangegeven, dat deze dienst met name operationele taken heeft, te weten:
de uitvoering van het beleid op het gebied van uitgifte van parkeervergunningen en
-abonnementen; daaraan zou in de toekomst nog moeten worden toegevoegd het
verlenen van parkeerontheffingen en invalidenparkeerkaarten (nu nog taakonderdelen
van de politie);
het onderhoud en beheer van parkeerapparatuur;
inning van parkeergelden.
De D.S.O. adviseert inzake de verschillende ruimtelijke ordeningsaspecten, te weten de planning
van parkeerplaatsen, analyse van de parkeerbehoefte, de beïnvloeding van het parkeergedrag
door middel van parkeertarieven en evalueert tevens de parkeercontrole en de bezettingsvoor-
raad van parkeerplaatsen.
De politie ten slotte heeft naast de normale controletaken tevens een adviesfunctie bij de
verlening van vergunningen, abonnementen en ontheffingen.