Medewerking te verlenen voor: Toegepast wetsartikel. Het aanschaffen van enig art. 74 WBO meubilair wegens toename van het leerlingenaantal ten behoeve van de Sint Paulusschool, Jan Toorop- straat 1, alhier. Het herstellen van schade art. 74 WBO als gevolg van vandalisme bij de basisschool Sint Franciscus, Johan de Wale- straat 1, alhier. Het herstellen van vernie- art. 74 WBO lingen ten behoeve van de: Prins Mauritsschool, Brandemeer 1 en 3, Oranje Nassauschool, Beukenstraat 1, Dr. Algraschool, Idzerda- stins 61, Maria Louiseschool, Trans- vaalstraat 75, Prins Bernhardschool, Fam. van der Weijstraat 2 en Willem de Zwijgerschool, J.H. Knoopstraat 3, allen te Leeuwarden. Volg- Datum waarop het nr. verzoek is inge komen. Schoolbestuur. 5. 12 december 1989. Stichting Ka tholiek On derwijs Leeuwarden. 6. 12 december 1989. Stichting Ka tholiek On derwijs Leeuwarden. 7. 22 december 1989. Vereniging voor Prote stants Chris telijk Basis onderwijs Leeuwarden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. 2 Opheffen dislokaties van openbare en bijzondere basisscholen. Bijlage nr. 46. Leeuwarden, 8 februari 1990. Aan de Gemeenteraad. Sinds de invoering van de Wet op het basisonderwijs is er sprake van de wettelijke verplichting, dat de dislokaties van basisscholen (de voormalige kleuterscholen) dienen te worden opgeheven. In een aantal gevallen is deze integratie van de huisvesting uitgevoerd. Doch in verband met de schaarste aan financiële middelen heeft de Rijksoverheid de effectuering van de genoemde verplichting getemporiseerd, waardoor onzekerheid ontstond over het tijdstip waarop de onderwijskundig ongewenste dislokaties zouden zijn verdwenen. Deze gang van zaken heeft landelijk tot ongenoegen geleid, te meer daar een aantal onderhoudsvergoedingen zijn gekort c.q. vervallen. In overleg met de besturenbonden van het bijzonder onderwijs en de VNG heeft de Rijksover heid thans het zgn. dislokatiebeleid ontwikkeld, waarbij er naar wordt gestreefd dat de thans nog bestaande dislokaties in een periode van 4 jaren zullen zijn opgeheven. Op basis van een leerlingenprognose over 15 jaren wordt beoordeeld of een dislokatie voor opheffing in aanmerking komt. Er is sprake van 5 categorieën: a. dislokaties die binnen 4 jaar leegkomen; b. dislokaties van instituten, waarvan het aantal groepen de eerstkomende 4 jaren afneemt, maar die naar verwachting nog minimaal 4 jaren en maximaal 14 jaren nodig zullen zijn; c. dislokaties van instituten, waarvan het aantal groepen de eerstkomende 4 jaren afneemt, maar die naar verwachting 15 jaren of langer nodig zullen zijn; d. dislokaties van instituten, waarvan het aantal groepen de eerstkomende 4 jaren geüjk blijft of groeit, maar die naar verwachting nog minimaal 4 jaren en maximaal 14 jaren nodig zijn; e. dislokaties van instituten waarvan het aantal groepen de eerstkomende 4 jaren gelijk blijft of groeit, maar die naar verwachting 15 jaren of langer nodig zijn. Voorts speelt de plaatselijke situatie een rol. Indien het hoofdgebouw om bouwtechnische en stedebouwkundige redenen niet kan worden uitgebreid, wordt de dislokatie niet vervangen. Wanneer de dislokatie op hetzelfde terrein ligt als het hoofdgebouw zal alleen sprake van vervanging zijn als de kostenafweging geen nadeel voor het Rijk te zien geeft. In de gevallen waarin de dislokatie blijft bestaan, is sprake van geheel of gedeelteüjk herstel van de onderhoudsvergoedingen. Een vijftal openbare basisscholen heeft nog een dislokatie: Aebingaschool, Huizumerlaan 148; Vosseburcht, Coomhertstraat 8; het gebouw Skrok 3 t.b.v. de Taniaburg; Krijn van den Helmschool, Krijn van den Helmstraat 2; Wiardaskoalle, Buorren 13, Goutum. Het bestuur van de Vereniging Protestants Christelijk Basisonderwijs Leeuwarden-Zuid heeft verzocht medewerking te verlenen voor de opheffing van de dislokatie en het aanpassen van het hoofdgebouw van de Prins Willem van Oranjeschool, Julianalaan 40. Wij zijn van mening, dat voor de genoemde scholen, die allen vallen in de categorieën b t/m e, de opheffing van de dislokatie en het dienovereenkomstig aanpassen van het hoofdgebouw krachtens artikel 70 juncto artikel 73 van de WBO moet worden aangevraagd. Een en ander houdt in dat U zich hierover dient uit te spreken. Onder de mededeling dat de Commissie voor het Onderwijs in haar vergadering van 31 januari 1990 heeft ingestemd met het bovenstaande, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het bijgevoegd ontwerp-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. GJ. te Loo Burgemeester. mw. ir. J.A. Lantermans, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 74