Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften.
Advies inzake het beroepschrift van de heer A. Visser, namens de heer A.S. Faber, tegen het
voorbereidingsbesluit d.d. 28 augustus 1989 t.b.v. de reconstructie van (een gedeelte van) het
wegvak Leeuwarden-Stiens.
Bijlage nr. 49. Leeuwarden, 18 januari 1990.
Aan de Gemeenteraad.
1. Inleiding
Bij raadsbesluit van 28 augustus 1989, nr. 11129 heeft de Raad verklaard dat een herziening
van het geldende bestemmingsplan wordt voorbereid ten behoeve van de reconstructie van een
(een gedeelte van) het wegvak Leeuwarden-Stiens. Tegen dit voorbereidingsbesluit heeft de
heer A. Visser, namens de heer A.S. Faber, mr. P.J. Troelstraweg 258 op 7 oktober 1989 een
bezwaarschrift ingevolge de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen ingediend.
Overeenkomstig artikel 2 van de Procedureverordening Raadsadviescommissie voor de beroep
en bezwaarschriften is het bezwaarschrift om advies in handen gesteld van de
Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften.
2. Bezwaarschrift
De bezwaren van reclamant luiden samengevat als volgt:
1. Er wordt weliswaar een nieuw besluit genomen, doch de inhoud en strekking is
dezelfde als het voorbereidingsbesluit van 20 juni 1988.
Daarbij wordt aangetekend dat reclamant het onjuist vindt dat reeds tijdens de
besluitvormingsprocedure blijkt dat de reconstructiewerkzaamheden reeds voor 80%
voltooid zijn.
Bovendien was reclamant nog eens uitgenodigd voor een gesprek met een commissie.
Gelet op de werkzaamheden was het dus niet meer noodzakelijk, zo betoogt reclamant
nu, dat deze commissie advies uitbracht, immers er was al besloten.
2. Op het bezwaarschrift van 11 mei 1989 van reclamant tegen de aanlegvergunning is nog
niet beslist.
3. Reclamant ziet eveneens geen verbetering van de parkeerproblematiek bij zijn perceel.
3. Terinzagelegging van stukken en hoorzitting
Van 20 november 1989 tot 25 november 1989 lagen de op deze zaak betrekking hebbende
stukken voor reclamant ter inzage.
Op de hoorzitting van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften op 1989
hebben de heer A. Visser en de heer A.S. Faber het bezwaarschrift nader toegelicht.
Van de zijde van reclamant werd tijdens deze hoorzitting gesteld dat een toenmalige wethouder
hem had gezegd, toen hij zijn zaak aan de Troelstraweg vestigde, hem geen "strobreed" in de
weg zou worden gelegd. Bovendien verwijt hij de gemeente dat zij hem het perceel grond, dat
thans is verkocht aan mevrouw A.G. Hoekstra-Broere niet te koop heeft aangeboden.
4. Overwegingen en advies van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften
Ingevolge artikel 21, eerste lid van de Wet op de ruimtelijke ordening kan de Raad verklaren
dat een bestemmingsplan wordt voorbereid (het zgn. voorbereidingsbesluit). In het algemeen
geldt een dergelijk besluit voor een jaar. Het nemen van zo'n besluit is niet aan wettelijke
beperkingen onderhevig. De vrijheid die de Gemeenteraad heeft kan alleen worden getoetst
op de vraag of planologisch niet onredelijk is gehandeld.