Vaststelling Verdeelbesluit stadsvernieuwing 1990.
Bijlage nr. 53. Leeuwarden, 8 februari 1990.
Aan de Gemeenteraad.
1. ALGEMEEN
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 41 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing dient
U jaarlijks een verdeelbesluit vast te stellen, waarin wordt aangegeven welke bedragen in het
kader van de stadsvernieuwing beschikbaar zullen zijn voor de verschillende sectoren van de
samenleving.
Ter voldoening aan deze verplichting leggen wij U thans ter vaststelling het Verdeelbesluit
stadsvernieuwing voor het jaar 1990 voor. Bij het opstellen daarvan zijn de uitgangspunten
gehanteerd, zoals deze zijn vastgesteld in de Beleidsnota Stadsvernieuwing 1986.
Conform het bepaalde in de Interim-inspraakverordening stadsvernieuwing heeft het Programma
Stadsvernieuwing 1990/1991, waarin het ontwerp-verdeelbesluit 1990 is opgenomen, gedurende
het tijdvak 27 november 1989 tot en met 26 december 1989 ter inzage gelegen. Voorts is het
toegezonden aan de bij de stadsvernieuwing in Leeuwarden betrokken organisaties en instellin
gen. Genoemd programma, waarvan overigens reeds een exemplaar in Uw bezit is, ligt tevens
bij de stukken ter inzage.
Het concept-verdeelbesluit 1990 is aan de orde gesteld in de op 20 december 1989 gehouden
vergadering van de Raadsadviescommissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting.
Er is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om hierover het woord te voeren.
Gedurende de termijn van tervisielegging is één schriftelijke reactie ontvangen, die eveneens ter
inzage ligt. In het navolgende gaan wij hier nader op in.
2. INSPRAAKRESULTAAT
Wijkkomitee Schieringen
Het wijkkomitee kan, blijkens zijn brief van 20 december 1989, instemmen met het Programma
Stadsvernieuwing 1990/1991. De brief heeft betrekking op de manier waarop aanpassingen en
verbeteringen aan het Wijkcentrum Schieringen zijn uitgevoerd.
Volgens het wijkkomitee zijn de energiebesparende maatregelen, die aan het gebouw zijn
genomen, niet voldoende. Deze zaak hebben wij inmiddels om advies voorgelegd aan de
hoofddirecteur van de Dienst Stadsontwikkeling. Overigens betreft het hier maatregelen die op
basis van rendabele investering worden uitgevoerd.
3. KREDIETVERSTREKKING
Ten behoeve van de uitvoering van het Gemeentelijk Stadsvemieuwingsprogramma 1990 en de
beschikbaarstelling van bijdragen aan derden dient thans een krediet gevoteerd te worden. Het
voor 1990 beschikbare stadsvernieuwingsbudget is opgebouwd uit 3 componenten, te weten:
a. rijksdoeluitkering 9.784.000,—
b. de gemeentelijke bijdrage 4.552.300,—
c. opbrengsten uit gronduitgiften f 1.689.000.-
Totaal f 16.025.300.-
Daar de geraamde opbrengsten uit gronduitgiften nog niet zijn gerealiseerd, zijn thans slechts
gelden beschikbaar die gedekt worden door de doeluitkering en de eigen gemeentelijke bijdrage,
totaal een bedrag van 14.336.300,—.
Wij stellen U voor om evenals in voorgaande jaren bij de besteding hiervan prioriteiten toe te
kennen aan bijdragen aan derden en het resterende bedrag aan te wenden om een begin te
maken met de uitvoering van het onderdeel gemeentelijke activiteiten. De besteding binnen dit
laatste onderdeel blijft uiteraard beperkt tot het thans beschikbaar te stellen krediet. Wij stellen
U voor evenals vorig jaar de uitvoering zodanig flexibel te doen zijn, dat de voortgang gewaar-