Inhoud verordening. Inhoud uitvoeringsregels. Inspraak. Voorstel. 2 herzien. Om praktische redenen stellen wij voor een regeling in het leven te roepen, die verwijst naar de rijksregeling, waarbij is voldaan aan de aanbeveling van de minister, voornoemd, om ten minste een aantal onderwerpen te regelen. Deze korte verordening bevat zo weinig mogelijk doublures met de rijksregeling. De grote verhuurders kennen de regeling, particuliere verhuurders zullen altijd voorlichting nodig hebben, ook in het geval dat er een omvangrijke verordening, die informerende betekenis heeft, wordt vastgesteld. De gemeentelijke subsidieverordening bevat de lokale procedures en subsidievoorwaarden binnen de randvoorwaarden van de rijksregeling. De verordening verschaft ons college de bevoegdheid nadere uitvoeringsregels vast te stellen. Deze uitvoeringsregels worden in een apart besluit door ons vastgesteld. Zo ontstaat de volgende rangorde van regelgeving: de rijksregeling RGSVH 1987 (en latere wijzigingen) is de hoofdregeling. Subsidie-aanvragers moeten allereerst voldoen aan de voorwaarden genoemd in de rijksregeling; de "Gemeentelijke Verordening geldelijke steun aan voorzieningen aan huurwoningen Leeuwarden 1990" regelt de lokale regels en uitvoeringsprocedures voor de subsidiëring van verbetering van huurwoningen. Het meeijarenverbeterbeleid wordt in nota's vastgelegd, die door Uw Raad worden vastgesteld; de uitvoeringsregels: op grond van de verordening kunnen wij nadere regels vaststellen ter uitvoering van de verordening. Het gaat hier met name om indieningsprocedures en in te dienen schriftelijke stukken. Deze opzet leidt naar verwachting tot een doelmatige en accurate uitvoering van het woningverbeterpro- gramma. In het ontwerp is voldaan aan de aanbeveling van het Rijk ten minste een aantal onderwerpen te regelen. In de artikelsgewijze toelichting vindt U een motivering van de inhoud van elk artikel. De hoofdlijnen van de verordening zijn: In artikel 2 is de jaarlijkse vaststelling en rapportage van het verbeterprbgramma geregeld en de mogelijkheid tot het aanwijzen door de Raad van prioriteitsgebieden en voorkeurcategorieën. Artikel 5 bevat een samenvatting van de voornaamste subsidie-uitsluitingsgronden uit de rijksregeling, aangevuld met de eis dat de aanvraag moet passen in het lokale volkshuisvestings beleid (artikel 5, lid 6) en moet voldoen aan de regels van de verordening en de uitvoeringsre gels (artikel 5, lid 7). Artikel 6 bevat de terugvorderingsgrond bij verkoop na gesubsidieerde woningverbetering (anti- speculatiebeding) In artikel 8 is de mogelijkheid opgenomen tot het sluiten van overeenkomsten met de verhuur ders en bewoners. Deze werkvorm kan de komende jaren van belang zijn wanneer er sprake zal zijn van een meer wijkgericht verbeterprogramma in de naoorlogse wijken. Naast de verordening als kader stellen wij U voor ons te machtigen tot vaststelling van nadere uitvoe ringsregels. Vanwege het praktische en uitvoerende karakter van deze regels zijn deze niet in de verordening maar in de uitvoeringsbepalingen opgenomen. In geval er sprake is van gewijzigde omstan digheden of in overleg met de betrokken partijen kunnen wij de uitvoeringsregels wijzigen, waardoor wij slagvaardig kunnen handelen. De voorgestelde regels betreffen de volgende onderdelen: planvoorbereiding; indieningstermijnen; indieningsstukken; tussentijdse planwijziging; streefsubsidies; budgetvaststelling per project; 3 melding aanvang werkzaamheden; nadere subsidievoorwaarden particuliere verhuur; bevoorschotting; gereedmelding; vaststelling definitieve bijdrage. De voorgestelde uitvoeringsregels zijn deels een bevestiging van de regels uit de rijksregeling en de in de praktijk gegroeide indieningsprocedure. De uitvoeringsregels zijn als bijlage bij de verordening gevoegd. Wij hebben alle stukken voorgelegd aan de Federatie van Woningbouwcorporaties en het Woonconsu- mentenoverleg met het verzoek om eventueel commentaar te leveren. De federatie heeft ingestemd met de inhoud van de aan haar voorgelegde stukken. Het Huurders Service Buro (HSB), vertegenwoordigd in het Woonconsumentenoverleg, heeft bij brief van 22 december 1989 een reactie gestuurd met voorstellen tot tekstwijzigingen van de door ons college vast te stellen nadere regelen. Het HSB wenst de kwaliteit van het overleg tussen verhuurder en huurder nader te reglementeren en wenst de belangen van huurders (organisaties) beter gewaarborgd te zien. Deze brief is op 17 januari in een vergadering van het Woonconsumentenoverleg behandeld. Het Woonconcumentenoverleg is van mening dat de voorstellen van het HSB in pricipe bijval verdienen, maar dat nog nader dient te worden bezien welke onderdelen kunnen worden overgenomen. De brief van het HSB ligt voor U bij de stukken ter inzage. Wij kunnen hiermee instemmen en zullen op korte termijn een voorstel tot aanpassing van de nadere regels voorleggen aan het Woonconsumentenoverleg en de Federatie van Woningbouwcorporaties, waarna opnieuw de Raadsadviescommissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting om advies zal worden gevraagd. Overigens kunnen zowel de federatie voornoemd als het Woonconsumentenoverleg instemmen met de inhoud van de ontwerp-verordening, zodat wij U deze thans ter vaststelling aanbieden. Onder de mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en de Volkshuisvesting U in haar vergadering van 6 februari 1990 heeft geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij U voor de in ontwerp overgelegde "Verordening geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen Leeuwarden 1990" vast te stellen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. GJ. te Loo Burgemeester, mw. ir. JA. Lantermans, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 93