2
Recent onderzoek heeft uitgewezen dat in de vooroorlogse wijken nog 9500 particuliere woningen
moeten worden opgeknapt. Daarmee is naar schatting een investering van ca 0,5 miljard gemoeid.
Ook in de na-oorlogse wijken zijn dringend ingrepen nodig om voortschrijdend verval te keren.
probleemcumulatie
Evenals in andere stedelijke gebieden doet zich in Leeuwarden de situatie voor dat in bepaalde
wijken een cumulatie van problemen ontstaat. Deze hebben betrekking op het gebied van huisves
ting, onderwijs, welzijn en met name werkgelegenheid. Hierdoor wordt de algehele leefsituatie door
veel bewoners in deze veelal multi-cultureel samengestelde wijken als uitzichtsloos ervaren.
3. OVERWEGINGEN
Sociale vernieuwing dient in een context te worden geplaatst van een coöperatieve samenleving, die
burgers, organisaties en overheden stimuleert tot eigen initiatief, creativiteit en gedeelde verantwoor
delijkheid en waarin mensen vrij maar niet vrijblijvend kunnen zijn.
Sociale vernieuwing zal vooral moeten bestaan uit het zodanig inzetten of zonodig omvormen van
de bestaande instrumenten, organisaties en overheidsbemoeiingen dat dit leidt tot actieve betrok
kenheid bij en mede-verantwoordelijkheid voor de verbetering van de situatie van de betreffende
burgers zelf.
Een zodanige transformatie heeft zonder twijfel grote consequenties voor vele maatschappelijke
sectoren, van het milieubeleid tot de sociale zekerheid, van de volksgezondheid tot het ruimtelijk
beheer en van de criminaliteitsbestrijding tot het arbeidsmarktbeleid.
Met name de lokale overheid zal daarbij van grote betekenis zijn, omdat een dergelijk ac-
tiviteringsbeleid sterk op de concrete situatie van concrete groeperingen en op de plaatselijk ver
schillende mogelijkheden dient te worden afgestemd. Sociale vernieuwing in deze zin impliceert dan
ook vergaande decentralisatie, niet alleen van de uitvoering, maar ook van het beleid en de keuze
van de inzet van beschikbare middelen.
Veel gemeenten hebben bewezen in dit opzicht hun verantwoordelijkheid te kunnen dragen. Zij zijn
in staat om in een aantal sectoren (b.v. welzijnsvoorzieningen, huisvesting/stadsvernieuwing, onder
wijs) veel slagvaardiger te werk te gaan dan het rijk. Dit betekent echter geenszins dat de beleids
verantwoordelijkheid van het rijk daarmee naar de achtergrond gedrongen mag worden. In een
aantal sectoren (gelijkberechtiging, sociale zekerheid, vernieuwing van het onderwijs, structurering
van de arbeidsmarkt) zijn en blijven de inspanningen van het rijk van uitermate groot belang.
4. HOOFDLIJNEN VAN DE AANPAK
4.1. Uitgangspunten
Sociale vernieuwing zoals het in de nota van het kabinet is gepresenteerd, is een container-begrip
dat zijn kracht ontleent aan de breedte van zijn definitie. Gaandeweg zal op basis van concrete
actieplannen een verdere afbakening van het begrip moeten plaatsvinden. Sleutelbegrippen zijn de
volgende:
- maatschappelijke participatie en activering van burgers;
- het voeren van een integraal en toegesneden beleid;
- samenwerking van alle betrokken organisaties, binnen en buiten de gemeentelijke organisatie.
3
4.2. Optiek
Een samenhangend en integraal beleid gericht op het wegwerken van achterstanden en het ver
beteren en versterken van de sociale structuur dient in Leeuwarden te verlopen langs lijnen die
herkenbaar zijn in de bestaande bestuurspraktijk. Dat wil zeggen:
algemene voorzieningen waar mogelijk,
specifieke voorzieningen waar nodig,
een decentrale wijze van uitvoering, tenzij omwille van de effectiviteit een stedelijke benadering
gewenst is.
Naast deze algemene benadering gericht op alle burgers, bestaat er het categoriale beleid dat zich
richt op kansarme groepen (leden van etnische minderheden, ouderen, gehandicapten, jongeren in
probleemsituaties, vrouwen).
In het matrixmodel dat hieruit resulteert zal worden aangesloten bij de driedeling:
a. Arbeid, scholing en inkomen
b. Kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving
c. Verbetering van de doelmatigheid en de kwaliteit van voorzieningen.
4.3. Invalshoeken
Bij de vormgeving van het beleid met betrekking tot de sociale vernieuwing in Leeuwarden staan de
volgende hoofdlijnen centraal:
1. integrale aanpak
aandacht gericht op een brede aanpak van probleemgebieden; samenhang is ermee gediend dat
sociale uitgangspunten vanaf het eerste begin onderdeel zijn van beleidsontwikkeling (financieel,
economisch, technisch) en besluitvorming;
2. maatschappelijke integratie staat voorop
er dienen opnieuw sociale en culturele structuren te worden ontwikkeld teneinde de desintegratie
te keren: sociale vernieuwing is niet louter een vraagstuk van mensen die in de knel zijn ge
komen
arbeid vormt een essentiële voorwaarde tot integratie;
beleidsinspanningen moeten gericht zijn op een meer evenwichtige economische ontwikkeling
die ook kansarmen kansen geeft, d.w.z. het herstel van de sociale component in het sociaal-
economisch beleid.
3. bestuurlijke vormen en instrumenten moeten worden herzien
gericht op bewustwording van gezamenlijke verantwoordelijkheid (overheid en p.i.), maar ook
van onderlinge solidariteit tussen de burgers;
sociale dimensie van het beleid moet een gelijkwaardige positie in gaan nemen;
4. herwaardering van de functie van het maatschappelijk middenveld
de overheid kan de sociale vernieuwing niet alleen realiseren: het zal partners moeten vinden.
In een aanpak waarin de basis centraal staat dient de bestuursstijl gericht te zijn op participatie
en het aanboren van creatieve ontwikkelingen.