6
6.2. Dagelijkse leefomgeving
1. In de wijkplannen wordt een schets gegeven van de samenwerkingsrelaties die tot stand worden
gebracht tussen de werkvormen: onderwijs en educatie, samenlevingsopbouw, maatschappelijke
dienstverlening, cultuur, stadsbeheer, milieu en politie gericht op een versterking van het leefklim
aat in de betreffende gebieden.
Deze plannen dienen concreet van aard te zijn en daarin moet voorts in ruime mate plaats wor
den ingeruimd voor mogelijkheden van bewoners om zelf vorm en inhoud te geven aan de leef
omgeving (buurtbeheer).
Op korte termijn zal een beperkt aantal wijken worden aangewezen waarin een begin wordt
gemaakt met het opstellen van een integraal wijkplan voor de sociale vernieuwing.
2. Herstel van sociale en culturele verbanden kan ondermeer plaatsvinden door het ontwikkelen van
opvattingen om ruimtelijke ordening, stedelijke vernieuwing, stadsvernieuwing en volkshuisvesting
dienstbaar te laten zijn aan het creëren van samenhang in de samenleving.
De wijkplannen bevatten daarom voorstellen ten aanzien van verbeteringen in de woningvoor
raad, onderhoud en beheer van woningen, accommodaties, woonomgeving en sociale veiligheid.
3. In de wijkplannen worden voorstellen geformuleerd voor het bevorderen van milieubewust ge
drag, de preventie van (veel voorkomende) criminaliteit (vandalisme, inbraak in woningen en
fietsendiefstallen), alsmede voorstellen voor preventieve gezondheidsprogramma's. Daarin zal in
het bijzonder aandacht worden geschonken aan de eerder genoemde prioriteitsgroepen.
6.3. Verbetering van doelmatigheid en kwaliteit van voorzieningen
1. Op het terrein waarop de verschillende maatschappelijke organisaties werkzaam zijn is een
andere aanpak en organisatie nodig: er bestaat onvoldoende structuur in het gemeenschappelijk
werken waardoor de aansluiting tussen voorzieningen onderling ten behoeve van een geïnte
greerde benadering van de betrokken doelgroep gemist wordt. Een effectievere organisatie van
het betrokken veld zou gericht kunnen zijn op het bevorderen van meer samenhang. Voor werk
soorten en projecten die zich daarvoor lenen zou gedacht kunnen worden aan het doorvoeren
van een verregaande mate van decentralisatie naar buurten en wijken, In projectgroepen waar
aan alle betrokken instellingen deelnemen zou gewerkt kunnen worden aan een sociale aanpak
voor de wijk of de buurt.
2. De functie van het sociaal-cultureel werk zal worden toegespitst op het activeren van mensen die
zich in een isolement bevinden, gericht op scholing/arbeid (voorportaalfunctie) en, voorzover het
arbeidsmarktperpectief (nog) niet (meer) telt, gericht op opvang en het bevorderen van maat
schappelijke participatie.
3. Door het stimuleren van (wijksgewijze) vormen van samenwerking, het nagaan van de mogelijk
heden van invoering van budgetfinanciering en andere vormen van deregulering zal de doel
matigheid en kwaliteit van voorzieningen worden verbeterd.
4. Teneinde binnen de gemeentelijke organisatie noemers te vinden waarop een beleid kan worden
ontwikkeld dat verder reikt dan compromissen die gebaseerd zijn op het bestendigen van be
staand beleid, dienen passende instrumenten en procedures te worden ontwikkeld. Zonder die
instumenten en met name zonder een systematische voortgangscontrole is het onmogelijk een
grote bestuurlijke operatie tot een goed einde te brengen. Een coördinerend wethouder voor de
sociale vernieuwing en een stuurgroep sociale vernieuwing vormen in dit geheel een centrale rol.
5. Binnen de gemeente zal na de doorgevoerde reorganisatie een verdergaande ontbureaucrati-
sering en ontkokering worden bevorderd, mede gericht op versterking van de initiërende rol van
de gemeentelijke overheid en vergroting van de invloed van het maatschappelijk initiatief in het
beleid sociale vernieuwing.
7
7. FASERING
Gedurende de projectperiode 1990-1993 zullen aanvullingen en aanpassingen van het af te sluiten
convenant mogelijk moeten zijn gelet op de volgende overwegingen:
- het zal niet mogelijk zijn om binnen één zittingsperiode van Raad en college het gewenste so
ciale evenwicht te herstellen. Er dient derhalve ruimte te zijn voor ontwikkeling en temporisering;
- ontwikkelingen op het gebied van deregulering en nieuw beleid bij de verschillende departemen
ten moeten kunnen worden ingepast in het proces op lokaal niveau;
- afspraken die reeds vastgelegd zijn in de lopende begroting en de financiële meerjarenramingen
kunnen eerst op termijn worden aangepast;
- ervaringsgegevens en voortschrijdend inzicht moeten tussentijds eveneens tot aanpassingen
kunnen leiden.
8. CONCRETISERING VAN DE AANPAK
8.1. Projectmatige benadering
Uit de voorgaande schets blijkt dat het realiseren van een aanpak binnen het concept van de so
ciale vernieuwing betrekking heeft op een veelomvattende en in zijn onderlinge samenhang wijd
vertakte problematiek.
Daarnaast is beklemtoond dat het bedenken en uitvoeren van oplossingen, die erop gericht zijn
gegroeide achterstanden op het gebied van werkgelegenheid, leefomgeving en zorgvoorzieningen
terug te dringen, een proces omvat waarin lokale overheid en particulier initiatief gezamenlijk op
moeten trekken om tot succesvolle resultaten te komen.
Vanuit de gemeentelijke organisatie wordt groot belang gehecht aan de totstandkoming van ac
tiviteiten onder de noemer van sociale vernieuwing. Dit valt onder meer af te leiden uit de aandacht
die vanuit een politiek-bestuurlijke invalshoek Is toegekend aan het begrip sociale vernieuwing,
zoals blijkt uit het feit dat het één van de hoofdpunten is in het Collegeprogramma voor de periode
1990-1994.
Ook vanuit diverse organisaties en instellingen hebben ons signalen bereikt die erop duiden dat in
de Leeuwarder samenleving behoefte bestaat aan het ontwikkelen van een gezamenlijke aanpak
onder de noemer van sociale vernieuwing.
Door middel van een projectmatige benadering waarin overheid en particulier initiatief beide deel
nemen kan op een goede wijze vorm gegeven worden aan de wenselijk geachte integrale aanpak.
Uitgangspunt daarbij zal moeten zijn dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij reeds bestaande
organisatie- en overlegkaders en bij werkwijzen die in de loop van de tijd hun waarde hebben
bewezen. Dit geldt zowel voor de gemeentelijke organisatie als voor het veld van maatschappelijke
organisaties in Leeuwarden. Belangrijke bestaande elementen daarin zijn o.m. de organisatie van de
stadsvernieuwing, de decentrale structuur van buurt- en wijkorganisaties en het (gereorganiseerde)
diensten-model waarbinnen de ambtelijke organisatie van de gemeente nu werkt.
8.2. In te zetten instrumenten
Bij de ontwikkeling van de aanpak van de sociale vernieuwing kan verder gedacht worden aan de
volgende instrumenten, die voor een deel al voorhanden zijn en die anderdeels nog moeten worden
geconcretiseerd: