Wijziging Bezoldigingsverordening 1960 Bijlage nr. 242. Aan de leden van de Gemeenteraad. In de circulaires van het College voor Arbeidszaken en de Mi nister van Binnenlandse Zaken resp. d.d. 9 maart 1990, kenmerk OPZ/62532 en d.d. 23 maart 1990, kenmerk AB89/76/U79, worden de gemeenten geïnformeerd over de uitkomsten van het overleg over de arbeidsvoorwaarden en werkgelegenheidsmaatregelen voor het overheidspersoneel Tijdens het overleg van 7 maart 1990 is met een meerderheid van de centrales van overheidspersoneel overeenstemming bereikt over het volgende pakket van maatregelen: 1. Salariswijziging per 1 april 1990, deze wijziging be staat uit twee elementen: a. een algemene salarisverhoging van 2,6Z; b. een gedifferentieerde salarisverhoging voor sala risbedragen vanaf 3.726,-- (niveau 1 januari 1990). Dit houdt verband met de gemiddelde belo ningsachterstand van grote groepen overheidsper soneel, ten opzichte van qua functieniveau verge lijkbare werknemers in het bedrijfsleven. Tevens is een besluit genomen ten aanzien van de her structurering van de BBRA-schalen 14 tot en met 18 (met doorwerking naar andere schalenstelsels bij de overheid, voor de gemeente Leeuwarden houdt dit in dat de schalen 14 tot en met 16 van bijlage AA gewijzigd worden)Doel van deze maat regel is te komen tot een harmonisering in de onderlinge verhouding tussen en in de structuur van bedoelde salarisschalen. Daarnaast wordt hiermee een bijdrage geleverd aan versterking van de arbeidsmarktpositie van de overheid bij het aantrekken en behouden van gekwalificeerd perso neel 2. Aan het overheidspersoneel dat op 1 april 1990 in dienst is, wordt een eenmalige bruto-uitkering ten bedrage van 250,-- toegekend. Bij degenen die een deeltijdbetrek king vervullen, wordt de uitkering naar rato van de werktijd toegekend. Voor wachtgelders, f.l.o.-ers e.d., wordt een bedrag toegekend naar rato van het uitkerings- 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 115