Teneinde hieraan medewerking te kunnen verlenen, is het
noodzakelijk dat voor het bouwperceel een voorbereidingsbe-
sluit wordt genomen. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid vrij
stelling te verlenen van het geldende bestemmingsplan, mits
Gedeputeerde Staten vooraf verklaard hebben tegen het ver
lenen van vrijstelling geen bezwaar te hebben. Hierna kan
bouwvergunning worden verleend. In dit verband merken wij op,
dat een aantal bewoners van Achter de Hoven (omgeving Mariën-
burg) een brief heeft geschreven aan de bouwcommissie van het
Lienward College. In deze brief - waarvan wij een afschrift
hebben ontvangen, die voor U bij de stukken ter inzage ligt -
vraagt men aandacht voor het volgende. In het bouwplan is
een hellingbaan aangegeven van Achter de Hoven naar de fiet-
senkelder, ongeveer tegenover de nrs. 109 en 111 en naast
116f (iets oostelijk van het vroegere zgn. Kerkepad).
De bewoners vragen dringend om nog eens te bezien of het niet
mogelijk is deze hellingbaan andersom te leggen en de fiet
sers via het fietspad naast Casolith, langs de zuidzijde van
het aldaar gelegen parkeerterrein, naar de fietsenkelder te
laten gaan.
Men heeft namelijk ernstige bezwaren tegen een te grote
concentratie van fietsers op Achter de Hoven - zeker op deze
plaats - en men vreest hierdoor nogal wat overlast te onder
vinden. De bewoners zouden het zeer op prijs stellen - aldus
de brief - indien men dit plan wil heroverwegen en op hun
verzoek kan worden ingegaan. Wij menen dat het hiervoor
geschetste probleem niet of nauwelijks van invloed zal zijn
op de stedebouwkundige aanvaardbaarheid van het bouwplan,
zodat dit niet in de weg hoeft te staan aan het nemen van een
voorbereidingsbesluitmaar wij stellen ons voor op korte
termijn contact op te nemen met het bestuur van genoemde
schoolvereniging (c.q. de bouwcommissie) teneinde na te gaan
of wellicht aan bedoelde bezwaren kan worden tegemoet geko
men.
Van het resultaat hiervan zullen wij U op de hoogte stellen.
Mocht het eventueel niet mogelijk blijken om het plan op dit
punt aan te passen, dan kunnen desnoods in het kader van
bedoelde vrijstellingsprocedures schriftelijk bezwaren worden
ingediend
2
Onder mededeling, dat de Commissie voor Stadsontwikkeling U
in haar op 9 oktober 1990 gehouden vergadering heeft gead
viseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij U
voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit
Leeuwarden, 11 oktober 1990
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester
mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris
3