wel de instituten waaraan het deeltijd vervolg/-
beroepsonderwijs wordt gegeven - en in de wetten
die geacht kunnen worden aan de Wet op het voort
gezet onderwijs te zijn voorafgegaan;
b. aan een school of inrichting waarop de Kleuteron
derwijswet of de Lager-onderwijswet 1920 van toe
passing is c.q. de onderwijsvormen die in de
plaats daarvan zijn of worden ingesteld, met dien
verstande dat de tijd voor augustus 1956 doorge
bracht aan een school voor kleuteronderwijs
slechts meetelt, indien daaruit inkomsten werden
genoten;
c. aan een school waarop de Wet op het basisonder
wijs of de Interimwet op het speciaal onderwijs
en het voortgezet speciaal onderwijs van toepas
sing is;
d. aan een instelling voor MO-opleidingen in de zin
van de Wet op de MO-opleidingen;
e. aan een instelling waarop de Wet op het hoger
beroepsonderwijs van toepassing is;
f. aan een school of inrichting als bedoeld in de
Experimentenwet onderwijs;
g. aan een instituut voor vormingswerk voor jonge
volwassenen dat gesubsidieerd wordt volgens de
Rijksregeling subsidiëring vormingswerk leer-
plichtvrije jeugd 1964;
h. aan een Nederlandse instelling voor wetenschap
pelijk onderwijs, de Politie-academiede Rijks
luchtvaartschool, alsmede het militair weten
schappelijk onderwijs aan het Koninklijk Insti
tuut van de marine, de Koninklijke Militaire Aca
demie, de Koninklijke Militaire School en de Ho
gere Krijgsschool, indien de personeelskosten van
de instelling voor ten minste 51% door de over
heid worden vergoed ingevolge enige wettelijke
bepaling, alsmede de voormalige Mijnscholen in
Limburg voor zover het rechtstreeks door de over
heid beheerde mijnen betreft;
i. aan een Nederlandse school, cursus, opleiding of
andere instelling voor bijzonder onderwijs, als
bedoeld in artikel 56 van de Wet op het voortge
zet onderwijs, die van overheidswege is aangewe
zen als bevoegd om aan de leerlingen op grond van
met gunstig gevolg afgelegde examens dezelfde
diploma's uit te reiken als die welke uitgereikt
2
worden door overeenkomstige uit enig openbare kas
bekostigde instelling, dan wel:
aan centra voor vakopleiding aan volwasse
nen en jong volwassenen;
aan gestichten, bedoeld in de Beginselen
wet gevangeniswezen en in Rijksinrichtin
gen als bedoeld in de Beginselenwet voor
de kinderbescherming;
aan hier te lande gevestigde instellingen
die opleiden voor enig geestelijk ambt;
aan door de Nederlandse overheid gesubsi
dieerde muziekscholen;
j. bij een orgaan als bedoeld in de Wet op het leer
lingwezen;
k. bij een privaatrechtelijk lichaam als bedoeld in
artikel B3 van de Algemene Burgerlijke Pensioen
wet, waarvan de aanwijzing als zodanig op voor
dracht van de Minister van Onderwijs en Weten
schappen is geschied, dan wel de bekostiging ge
heel of gedeeltelijk door de Minister van
Onderwijs en Wetenschappen plaatsvindt, waarbij
mede in aanmerking komt de tijd doorgebracht in
een betrekking aan bovenbedoelde instelling die
voorafgaat aan de aanwijzing als bedoeld in arti
kel B3 van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet;
1. aan de door de Minister van Onderwijs en Weten
schappen of de gemeente bekostigde schoolbegelei
dingsdiensten
m. bij door het Rijk bekostigde Nederlandse scholen
in het buitenland en bij door het Rijk erkende
scholen in de huidige en voormalige overzeese
gebiedsdelen;
n. bij een instelling als bedoeld in de Rijksrege
ling Basiseducatie;
o. bij een instelling als bedoeld in de Wet op de
onderwijsverzorging
alsmede de tijd gedurende welke
p. de belanghebbende als dienstplichtige in Neder
landse militaire dienst was, dan wel vervangende
dienst heeft vervuld als bedoeld in de Wet gewe
tensbezwaren militaire dienst;
q. de belanghebbende in het genot is geweest van een
ontslaguitkering vanwege het Ministerie van On
derwijs en Wetenschappen, het Ministerie van
3