6. a. De leraren die op het fusieprotocol voorkomen en
het Slauerhoff College vrijwillig verlaten door
het aanvaarden van een andere dienstbetrekking
blijven niet op het protocol staan,
b. De leraren die op het fusieprotocol voorkomen en
het Slauerhoff College onvrijwillig moeten verla
ten blijven wel op het protocol staan.
Artikel 6.
De volgorde van afvloeiing van het onderwijsgevend personeel
dat behoort tot de zgn. FlO-formatiede F12-formatieen
het onderwijsondersteunend personeel aan het Slauerhoff Colle
ge voor mavo/havo/atheneum te Leeuwarden geschiedt volgens de
volgende rangorde:
a. zij, die zulks wensen;
b. zij, die niet figureren op het protocol als bedoeld in
artikel 5;
de onderlinge rangorde van deze categorie wordt bepaald
door het criterium "Diensttijd bij het Onderwijs";
c. zij, die figureren op het protocol als bedoeld in arti
kel 5; de onderlinge rangorde van deze categorie wordt
bepaald door de protocolvolgorde.
Artikel 7
1. Ontslag van in vaste dienst aangestelde adjunct-direc
teuren op grond van opheffing van de school of de be
trekking, dan wel wegens zodanige verandering in de in
richting van het onderwijs of de dienst van de school,
dat de werkzaamheden van een of meer adjunct-directeuren
overbodig worden, geschiedt in de volgende rangorde:
a. zij, die zulks wensen;
b. zij, die niet figureren op het protocol als be
doeld in artikel 5;
de onderlinge rangorde van deze categorie wordt
bepaald door het criterium "Diensttijd bij het On
derwijs"
c. zij, die figureren op het protocol als bedoeld in
artikel 5; de onderlinge rangorde van deze catego
rie wordt bepaald door de protocolvolgorde.
2. Degene, die als plaatsvervangend directeur is aange
steld, vloeit als laatste der adjunct-directeuren af,
ongeacht zijn diensttijd.
3. Ter vermijding van kennelijke onbillijkheid of wanneer
het belang van de school dit kennelijk vereist, kan bij
de verlening van ontslag van de rangorde bedoeld in het
eerste en tweede lid, worden afgeweken, met dien ver
stande, dat, de omvang van de voorgenomen afvloeiing
6
daartoe aanleiding geeft, deze geschiedt naar een be
paald vooraf vastgesteld en aan de adjunct-directeuren
kenbaar gemaakt plan.
4. Het plan wordt niet vastgesteld dan nadat met verenigin
gen als bedoeld in artikel 40 van de wet, voor zover
deze hun werkzaamheden uitstrekken over het aan een zo
danige school verbonden personeel, overleg is gepleegd.
PARAGRAAF 4. SLOTBEPALING.
Artikel 8.
1. Deze regeling kan worden aangehaald als: "Afvloeiingsre
geling gemeentelijke scholen voor voortgezet onderwijs
te Leeuwarden"
2. Zij werkt terug tot 1 augustus 1990.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
7