ad. 1 De beschreven effecten a. Economie. Hoewel het een gangbare veronderstelling is dat verbete ring van de infrastructuur tot een versteviging van de regionaal-economische positie leidt, toont de provinciale studie niet echt aan wat deze regionale economische ver beteringen zijn in aantallen arbeidsplaatsen, bedrijven, toegevoegde waarde e.d. Wel worden minder gangbare econo mische maatstaven gehanteerd alsmede getallen gepresen teerd betreffende "vervoerskosten", "connectiviteit" (de maat voor de onderlinge verbondenheid tussen twee of meerdere plaatsen) en de "kwaliteit van de wegverbinding" als regionaal-economische effecten. Waar uit recente onderzoeken blijkt dat er geen eenduidig verband bestaat tussen de effecten van aanpassing van de infrastructuur en de regionaal-economische ontwikkeling, kan op grond van vooral meer psychologische argumenten een zekere voorkeur voor de west-variant worden erkend. Uit recente onderzoeken blijkt, dat geen eenduidig ant woord is te geven op de vraag wat het effect is van in frastructuur op de regionaal-economische ontwikkeling; een goede bereikbaarheid is van belang, maar is slechts één van de vele factoren. Gelet op het bovenstaande en de summiere informatie, is het niet mogelijk op regionaal-economische gronden een voorkeur voor één van de varianten uit te spreken. b. Ecologie en landschap. In de verkeersstudie wordt voorbijgegaan aan de betekenis van de aanduiding "kerngebied" uit het Natuurbeleidsplan. Het gebied van de Giekerker- en OenkerkerpolderBullepol- der en Grote Wielen is de bouwsteen van de te ontwikkelen ecologische hoofdstructuur. Zowel de oost- als de westva riant zullen van ingrijpende invloed zijn op de landschap pelijke en ecologische kwaliteiten. De te verwachten nadelige effecten van de west-variant zullen het grootst zijn gelet op het ruimtebeslag en het feit dat het tracé één van de weinige aaneengesloten open poldergebieden doorsnijdt. De grootschaligheid, de grote mate van rust en de diverse weidevogelpopulaties zullen hierdoor worden bedreigd c. Ruimtelijke ordening, woon- en leefmilieu. In de verkeersstudie wordt aangegeven welke wijzigingen in planologisch opzicht noodzakelijk zijn bij een keuze voor één van de varianten. Met name variant west betekent een aanzienlijke wijziging van de ruimtelijke structuur van het gebied. 2 Dit zal op termijn grote gevolgen hebben ten aanzien van de vorm (met name uitbreidingen), de functie (met name het regio-wonen) en de belevingswaarde van de betreffende dorpen en hun omgeving. In de verkeersstudie wordt hier onvoldoende op ingegaan. Verder wordt onvoldoende aandacht geschonken aan de syner getische effecten van met name de west-variant, zoals een toenemende verkeersonveiligheid op een deel van het wegen net in Leeuwarden en een aantal afslagen dat in de toe komst gerealiseerd zal worden richting Miedum (Lekkum- Stiens), Gytsjerk en Oentsjerk. De geprognotiseerde halvering van de intensiteit levert in de kernen bij de west-variant slechts een beperkte reduc tie op van de geluidbelasting (3 dBA) terwijl over de gehele lengte van deze variant (over een breedte van 1,5 km) de streefwaarden voor geluid in een landelijke omge ving worden overschreden. d. Recreatie en toerisme. De recreatieve belangen zoals onder meer uitgewerkt in het ontwerprapport Stadsgewest Leeuwarden, het Investerings plan recreatieve voorzieningen, het recreatiebeleidsplan Trynw&lden en het provinciale plan voor de kleine water sport komen niet aan de orde in de verkeersstudie. Uit de effectenstudie blijkt dat met name bij de west-va riant meerdere watergebonden en routegebonden structuren worden doorsneden, terwijl tevens de toekomstplannen voor de watersport en voor wandelen en fietsen worden belem merd. Juist de obstakelvrijheid van routes is een wezen lijk kenmerk van routegebonden recreatie. e. Verkeer Het gehanteerde toedelingsmodel in de verkeersstudie roept vragen op. Er is sprake van grote afwijkingen van de huidige situatie betreffende de verkeersintensiteiten over de hoofdwegen in de gemeente Leeuwarden. Over de Anne Vondelingweg rijden bijvoorbeeld dagelijks 11.000 auto's i.p.v. de in het model aangegeven 2500. Bij de kwaliteit van de verkeersafwikkeling in de varian ten is geen rekening gehouden met de aanleg van een be weegbare brug over de te ontwikkelen watersportas Leeuwar- den-Dokkum en met enkele kruisingen ten behoeve van dorps aansluitingen Door het ontbreken van een volledig inzicht in de verande ringen van de verkeersintensiteiten is het niet mogelijk een indicatie te geven van de toekomstige verkeersveilig heid en de daaraan gekoppelde maatschappelijke kosten. De op grond van verkeersveiligheidsoverwegingen gebaseerde voorkeur voor de west-variant kan dan ook niet zonder meer worden onderschreven. 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 209