Verordening gemeentelijke scholen voor basis- en speciaal onderwijs Artikel 8 De directeur draagt zorg voor een adequate leerlingenregistratie en registratie van het schoolverzuim. Artikel 9 De directeur regelt met inachtneming van de desbetreffende rechts positionele voorschriften de werkzaamheden van het aan zijn school verbonden personeel. Artikel 10 De directeur van de school stelt in overleg met de teamvergadering en medezeggenschapsraad een plan op waarin wordt geregeld, op welke wijze het schoolgebouw ordelijk en in de kortst mogelijke tijd kan worden ontruimd in geval van brand of andere rampen. Artikel 11 Indien de directeur betaalde nevenfuncties verricht, is hij verplicht deze te melden aan het bevoegd gezag. Betaalde nevenfuncties, die vermenging van belangen tot ge volg hebben, zijn niet toegestaan, gelet op artikel I-P21, vierde lid van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel. Hoofdstuk III HET PERSONEEL 1. De leraar Artikel 12 1. De leraar geeft lessen en verricht de daaruit voortvloeiende werkzaamheden alsmede bijzondere taken, als bedoeld in arti kel I-R 202 en I-R 302 van het Rechtspositiebesluit onder wij spersoneel 2. De leraar verricht tevens de taken die hem op grond van het schoolwerkplan bedoeld in artikel 43 en het activiteitenplan bedoeld in artikel 44 door of namens de directeur zijn opge dragen 3. De leraar verricht de in het eerste en tweede lid vermelde taken tenzij hij door ziekte of andere wettige redenen ver hinderd is dit te doen. 4. Indien de leraar of adjunct-directeur betaalde nevenfuncties xx 6 Verordening gemeentelijke scholen voor basis- en speciaal onderwijs verricht, is hij verplicht deze aan de directeur te melden. 5. Betaalde nevenfuncties die vermenging van belangen tot gevolg hebben, zijn niet toegestaan, gelet op artikel I-P 21, vierde lid van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel. Artikel 13 De leraar is voor de vervulling van zijn taak verantwoording schuldig aan de schoolleiding. Hij draagt mede zorg voor de handhaving van de orde op de school; hij doet verder alles wat redelijkerwijs van hem gevraagd kan worden ter bevordering van de goede gang van zaken op de school. Dit geldt eveneens voor de leraren, aan wie taken zijn opgedragen ten behoeve van activiteiten, die uitgaan van de school, doch buiten de school plaatsvinden. Artikel 14 Met inachtneming van de bevoegdheden van de leraren bepaalt de directeur jaarlijks, na overleg met de teamvergadering en de lera ren afzonderlijk, aan welke groep iedere leraar les zal geven. Artikel 15 1. De leraar of adjunct-directeur die niet op school aanwezig kan zijn, stelt de directeur hiervan zo spoedig mogelijk in kennis onder opgave van redenen. 2. Met inachtneming van het bepaalde in artikel I-C 29 en I-C 30 van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel kan de directeur kort buitengewoon verlof verlenen onder door het bevoegd gezag te stellen regelen. Het bevoegd gezag kan aan de directeur kort buitengewoon verlof verlenen. Artikel 16 De leraar informeert uit eigen beweging de directeur of een daar toe aangewezen persoon over de feiten en omstandigheden die de leerlingen en de school betreffen en waarvan hij meent dat de betrokkene op de hoogte moet zijn. Soortgelijke informatie geeft de directeur of de daartoe aangewe zene aan de leraar.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 227