Verordening gemeentelijke scholen voor basis- en speciaal onderwijs Artikel 17 1. De leraar houdt aantekening van de vorderingen en gedragingen van de aan zijn zorg toevertrouwde leerlingen. 2. De ouders of verzorgers van de leerlingen worden, daartoe uitgenodigd door de betrokken leraar, ten minste 2 x per jaar in de gelegenheid gesteld deze aantekeningen te bespreken. 3. De directeur draagt de eindverantwoordelijkheid voor de wijze waarop de vorderingen en gedragingen van de leerlingen door de leraar wordt bijgehouden. Artikel 18 i is 1. De leraar is verplicht zich te richten naar de door de direc teur der school in het belang van het onderwijs gegeven aan wijzingen en opdrachten, maar heeft te allen tijde recht van beroep bij het bevoegd gezag, zoals omschreven in artikel 19, lid 1 van deze verordening. 2. De leraar is verplicht de directeur der school alle inlich tingen te verstrekken, welke deze in het belang van de school of het onderwijs aan hem vraagt. Artikel 19 1. Wanneer een leraar zich in enig opzicht door de gang van zaken aan de school bezwaard voelt en deze bezwaren door de directeur van de school, dan wel door andere belanghebben den, niet kunnen worden opgeheven, is hij bevoegd deze schriftelijk ter kennis van het bevoegd gezag te brengen. 2. Zolang het bevoegd gezag op de schriftelijke kennisgeving geen beslissing heeft genomen, worden de aanwijzingen van de directeur der school opgevolgd. Artikel 20 De leraar zorgt voor een behoorlijk gebruik en voor een goede verzorging van de lokaliteiten, het meubilair, de leermiddelen en schoolbehoeften en waakt tegen beschadiging en verspilling. De leraar, die belast is met het geven van onderwijs in lichame lijke opvoeding, is verplicht voor de aanvang van elke les te controleren of de te gebruiken toestellen en leermiddelen in zoda nige staat verkeren, dat het gebruik daarvan voor de leerlingen geen gevaar kan opleveren. xx 8 Verordening gemeentelijke scholen voor basis- en speciaal onderwijs 2. Het onderwijs-ondersteunend personeel Artikel 21 1. Het onderwijs-ondersteunend personeel verricht de taken zoals in hoofdlijnen neergelegd in hoofdstuk I-S van het Rechtspo sitiebesluit onderwijspersoneel, die worden opgedragen door of namens de directeur. Het onderwijs-ondersteunend personeel is voor de uitvoering van die taken verantwoording verschul digd aan de directeur of een door deze aangewezen persoon van de schoolleiding. 2. Het onderwijs-ondersteunend personeel verricht de in het eerste lid vermelde taken tenzij het door ziekte of andere wettige reden verhinderd is dit te doen. 3. Indien een lid van het onderwijsondersteunend personeel een betaalde nevenfunctie verricht, is hij verplicht deze aan de directeur te melden. 4. Betaalde nevenfuncties, die vermenging van belangen tot ge volg hebben, zijn niet toegestaan, gelet op artikel I-P21, vierde lid van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel. Artikel 22 Het onderwijs-ondersteunend personeel draagt mede zorg voor de handhaving van de orde op de school; de leden van het onderwijs ondersteunend personeel doen verder alles wat redelijkerwijs van hen gevraagd kan worden ter bevordering van de goede gang van zaken op de school. Artikel 23 1. Het lid van het onderwijs-ondersteunend personeel dat niet op school aanwezig kan zijn, stelt de directeur hiervan zo spoedig mogelijk in kennis onder opgave van redenen. 2. Met inachtneming van het bepaalde in artikel I-C29 en I-C30 van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel kan de direc teur kort buitengewoon verlof verlenen onder door het bevoegd gezag te stellen regelen. 3. Benoeming en ontslag Artikel 24 Het bevoegd gezag stelt ten behoeve van het benoemingsbeleid pro cedures vast, zulks onverlet het bepaalde in de artikelen 25, 26, 27 en 28 van deze verordening. 9 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 228