Verordening gemeentelijke scholen voor basis- en speciaal onderwijs van inschrijving; b. de naam en het adres van de ouders van de leerling; c. het tijdstip waarop de leerlingen de school hebben verlaten; d. het adres van de leerling bij het verlaten van de school en de vervolgschool 2. Het leerlingenregister voldoet aan de vereisten, die zijn gesteld in de Wet persoonsregistraties. 4. Het programmaboekje Artikel 48 1. Jaarlijks stelt de directeur het programmaboekje van de school vast. 2. Het programmaboekje omvat tenminste: a. de naam en het adres van de school; bde groepsindeling en schooltijden; c. inlichtingen van financiële en schoolorganisatorische aard, die voor de ouders en leerlingen van belang zijn; d. opgave van de data van de schoolvakanties en vrije dagen; e. opgave van de belangrijkste schoolregels; f. de naam en het adres van de inspecteur. 3. Tenzij door betrokkenen hiertegen tijdig bezwaar kenbaar wordt gemaakt bij de directeur omvat het programmaboekje bovendien a. de namen en adressen van het bevoegd gezag, de direc teur, de adjunct-directeuren en de leraren van de school, met vermelding van de groepen; b. de namen en adressen van het aan de school verbonden niet-onderwijzend personeel; c. de namen en adressen van de leden van de Ouderraad; d. de namen en adressen van de leden van de Medezeggen schapsraad alsmede de plaats waar het medezeggenschaps- reglement ter inzage ligt. Artikel 49 1. Het programmaboekje wordt bij aanvang van het schooljaar uitgereikt aan de leden van de Medezeggenschapsraad, het per soneel en de ouders. 2. Het programmaboekje wordt bij aanvang van het schooljaar in drievoud toegezonden aan het bevoegd gezag en in enkelvoud toegezonden aan de inspecteur. xx 16 Verordening gemeentelijke scholen voor basis- en speciaal onderwijs 5. Het jaarverslag Artikel 50 1. Aan het eind van ieder schooljaar, doch uiterlijk voor 1 november stelt de directeur, gehoord het team en de Medezeg genschapsraad, een jaarverslag op. Het jaarverslag kan gelijktijdig met het activiteitenplan worden ingezonden. 2. Het bevoegd gezag kan nadere voorschriften geven met betrek king tot de inhoud van het jaarverslag. 6. Diversen Artikel 51 1. De directeur draagt er zorg voor dat gedurende een kwartier voor de aanvang der lessen, tijdens de schoolpauze en gedu rende de overige tijd, dat aan leerlingen is toegestaan in de school of op het schoolplein te blijven c.q. te zijn, door de leraren voldoende toezicht wordt uitgeoefend. 2. De leraar is ten minste een kwartier voor het begin van de door hem te verzorgen schooltijd aanwezig. De directeur kan de leraar opdragen ten minste 45 minuten na afloop van de door hem te verzorgen schooltijd aanwezig te zijn. Artikel 52 De verantwoordelijkheid voor het toezicht op de leerlingen, die deelnemen aan activiteiten die buiten het schoolgebouw en aangren zende terreinen, doch in schoolverband plaatsvinden, berust bij de directeur, dan wel de betrokken leraar. Artikel 53 1. Het is verboden gedurende de schooltijd in of in de nabijheid van het schoolgebouw alcoholische dranken en/of drugs te gebruiken of bij zich te hebben. 2. In alle voor gemeenschappelijk of publiek gebruik bestemde ruimten op de school is het verboden te roken. De directeur van de school kan met inachtneming van het be paalde in de Tabakswet een uitzondering op het verbod als bedoeld in lid 2 maken voor ten hoogste één voor gemeenschap pelijk gebruik bestemde ruimte. Zo'n uitzondering is slechts toegestaan als niet-rokers daar mee instemmen. 17 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 232