Notitie inzake de nadere vormgeving van de verhouding tussen en
werkwijze van Raad, raadsadviescommissiesCollege van Burge
meester en Wethouders en het ambtelijk apparaat.
Bijlage nr. 286.
Aan de leden van de Gemeenteraad.
INLEIDING
t
Op 5 juni 1989 hebt U een definitief standpunt bepaald inzake
de reorganisatie van het ambtelijk apparaat. Ten vervolge hier
op en vanwege de gebruikelijke vierjaarlijkse evaluatie hebt U
op 29 januari 1990 een besluit genomen tot wijziging van het
commissiestelsel. Deze notitie werkt de werkwijze van en de
verhouding tussen de Raad, raadsadviescommissies, College van
Burgemeester en Wethouders en het ambtelijk apparaat nader uit.
In de notitie wordt dus niet de interne werkwijze (agendering,
vergaderorde, verslaglegging etc.) van een raadsadviescommissie
besproken. Dit wordt besproken in het onlangs gestarte perio
diek overleg met de voorzitters en secretarissen van alle
raadsadviescommissies
De navolgende tekst is gebaseerd op de uitkomsten van de dis
cussies in alle raadsadviescommissies. De besproken discussie
nota en desbetreffende verslagen liggen voor U bij de stukken
ter inzage.
SAMENSPEL POLITIEK, BURGER EN AMBTELIJK APPARAAT
De burgers dienen, meer dan voorheen, bij het beleidsproces te
worden betrokken. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan vastge
stelde klachtenprocedures en een stadspanel. De nadere uitwer
king van deze ideeën komen, samen met o.a. de mogelijke invoe
ring van een consultatief referendum, aan de orde in een kader
notitie over bestuurlijke vernieuwing die begin 1991 aan U zal
worden aangeboden. Om zoveel mogelijk overeenstemming te krij
gen over de in het geding zijnde belangen, is het belangrijk
dat van te voren de diverse belangen worden geïnventariseerd en
aangegeven wordt wat daarbij voor mogelijke spanningsvelden
kunnen optreden.
Voorts dienen politiek en ambtelijk apparaat meer aandacht te
besteden aan het signaleren en evalueren van de gevolgen van
het beleid. De nadruk ligt thans teveel op het voorbereidende
en uitvoerende vlak.
1