BESTUURSOPDRACHTEN In een aantal gevallen wordt een bestuursopdrachtd.w.z. een opdracht van het gemeentebestuur aan het ambtelijk apparaat, vastgesteld met de volgende kenmerken: a. het betreft belangrijke beleidsmatige zaken (veelal mul- tisectoraal) b. qua aantal is het politiek gewicht bepalend, waarbij enige terughoudendheid gehanteerd moet worden en gewaakt moet worden voor devaluatie door het veelvuldig toepas sen van het gebruik van het middel; c. zo vroeg mogelijk in de beleidsvoorbereidende fase; d. zowel de Raad, raadsadviescommissie, het College van Burgemeester en Wethouders, ambtenaren als burgers kun nen een signaal tot een opdracht afgeven; e. bij de vaststelling van de bestuursopdracht wordt het volgende schema gehanteerd: 1. Burgemeester en wethouders geven ambtenaren op dracht tot het formuleren van een concept; 2. raadsadviescommissie adviseert; 3. Burgemeester en wethouders stellen in principe de bestuursopdracht vast. Indien het politiek ge wicht van een bestuursopdracht te zwaar is kan deze door de Gemeenteraad worden vastgesteld. f. er dient zoveel mogelijk politieke consensus te bestaan om het onderhavige probleem aan te pakken; g. de inhoud van een bestuursopdracht dient het volgende te bevatten: probleemstelling, kader (afbakening aangren zende beleidsterreinen), gewenst resultaat (o.a. omvang nota), dwarsverbanden (nota's, bestuursuitspraken, be leidsplan e.d.), uitvoeringsverantwoordelijke, inschake ling andere betrokkenen, raming inzet middelen, tijd schema en regeling inspraak. Hiervoor zal een standaard checklist worden gemaakt. WIJZE VAN FUNCTIONEREN VAN RAADSADVIESCOMMISSIES Het belangrijkste platvorm tussen politiek, ambtelijk apparaat en burgers is de raadsadviescommissie. Uitgangspunt moet zijn dat de raadsadviescommissies minstens zo vaak bijeen komen als de Raad. Regelmatig wordt in overleg met de betrokken porte feuillehouder een meningvormende vergadering belegd, waarbij ook ambtenaren betrokken zijn. Tevens kunnen hierbij, evenals bij gewone commissievergaderingen, door de voorzitter in over leg met de portefeuillehouder externe ervaringsdeskundigen uitgenodigd worden. Elke raadsadviescommissie dient voor haar zelf te inventariseren over welke onderwerpen men een mening- vormende vergadering wil beleggen. Deze vergaderingen worden zonodig zodanig door het ambtelijk apparaat voorbereid dat com missieleden voorafgaande aan de vergadering over het onderwerp kunnen nadenken. 4 INVULLING EN EVALUATIE VAN DE NOTITIE De daadwerkelijke invulling van de uitgangspunten van deze no titie vindt voornamelijk in de raadsadviescommissies plaats. Met name zal in deze commissies gesproken moeten worden hoe het beste invulling kan worden gegeven aan meningvormende vergade ringen, hoe meer aandacht kan worden besteed aan beleidsevalua tie en hoe de gestelde eigen inbreng van commissieleden in het middelenbeleid per vakdienst het beste tot uitdrukking kan ko men. Om enig inzicht te krijgen in de resultaten van de uitgangspun ten van deze notitie moet de daadwerkelijke uitvoering van de notitie minimaal een jaar hebben gedraaid. In verband hiermee stellen wij ons voor om tot 1 januari 1992 te experimenteren met de uitgangspunten van deze notitie en het daarna te evalue ren in alle raadsadviescommissies. De evaluatie kan dan, na be sproken te zijn in de Commissie Algemene Zaken, halverwege de raadsperiode in mei 1992 in de Raad aan de orde worden gesteld. VOORSTEL Onder vermelding dat de Commissie Algemene Zaken in haar verga dering van 29 oktober 1990 U heeft geadviseerd met het voren staande in te stemmen, stellen wij U voor te besluiten overeen komstig bijgevoegd concept-besluit. Leeuwarden, 29 november 1990. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mw.ir. J.A. Lantermans Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 254