Legesverordening
WIJZE VAN HEFFING.
Artikel 29.
1. De leges worden geheven door middel van
'a. een van een datum voorziene stempelafdruk van een kasre
gister, dan wel van een doorlopend volgnummer voorziene
zegel, voor stukken, welke zonder nader onderzoek kunnen
worden verstrekt;
b. een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur
in alle andere gevallen.
2. Het verschuldigde bedrag wordt in de stempelafdruk (het ze
gel), de kennisgeving, de nota of de andere schriftuur ver
meld.
3. Burgemeester en Wethouders kunnen stukken aanwijzen, waarvoor
leges op de in het eerste lid, onder a, genoemde wijzen wor
den geheven.
4. Burgemeester en Wethouders stellen de modellen van de in dit
artikel bedoelde bescheiden vast.
BETALING
Artikel 30.
1. De leges van de in artikel 29, eerste lid, bedoelde stukken
moeten worden betaald op het moment waarop de stukken worden
verstrekt
2. Ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 29 mondeling
wordt gedaan, moet worden betaald op het moment van het doen
van de kennisgeving.
3. Indien de kennisgeving als bedoeld in artikel 29 wordt toege
zonden dan wel ingeval de leges worden geheven door middel van
een nota of andere schriftuur, moet worden betaald binnen 14
dagen na de dagtekening van de kennisgeving, de nota of andere
schriftuur
MACHTIGING TOT OVERDRACHT VAN BEVOEGDHEDEN
Artikel 31.
Burgemeester en Wethouders kunnen één of meer gemeente-ambtenaren
aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoe
ring van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en in
vordering van de in deze verordening genoemde rechten.
24
Legesverordening
"OVERDRACHT BEVOEGDHEID VERZENDEN AANSLAGBILJETTEN
Artikel 32.
Burgemeester en Wethouders kunnen bepalen dat voor de terpostbe
zorging of uitreiking van aanslagbiljetten ingevolge artikel 8,
eerste lid, van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) voor de gemeen
te-ontvanger of de op grond van artikel 127a van de Gemeentewet
aangewezen functionaris een andere gemeente-ambtenaar in de plaats
treedt
OVERDRACHT VAN BEVOEGDHEDEN TOT HET VERLENEN VAN
UITSTEL VAN BETALING.
Artikel 33.
De ambtenaren, belast met de inning van de leges, zijn bevoegd
tot het verlenen van uitstel van betaling van de leges, als be
doeld in artikel 25 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221).
"TOEPASSELIJKVERKLARING RENTEREGELS INVORDERINGSWET 1990
Artikel 34.
1. Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake
invorderingswet vindt toepassing op de invordering van deze
belasting.
2. De ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorde
ringswet 1990 vindt daarbij overeenkomstige toepassing."
"NAKOMING VAN VERPLICHTINGEN.
Artikel 35
De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de
Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de
artikelen 58 en 61 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) gelden
mede jegens de door Burgemeester en wethouders aangewezen ambtena
ren der gemeentelijke belastingen.
INWERKINGTREDING EN CITEERARTIKEL.
Artikel 36.
1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de
maand volgende op die, waarin het bericht van de Koninklijke
goedkeuring ter kennis van Burgemeester en Wethouders is geko
men en kan worden aangehaald als Legesverordening Leeuwarden
1991".
2. De verordening op de heffing van leges, vastgesteld bij raads
besluit van 26 augustus 1968, goedgekeurd bij Koninklijk Be
sluit van 23 april 1969, no. 9 - zoals deze later is gewij-
25