go
cd
O
-5
cd
rt*
cu
~3
O
O
"3
N
cd
~3
JU
3 CL
C
CO
CU
CO
rt-
CQ
CD
CO
rt-
CD
Cl
CD
O
■O
CD
3
cr
cu
"5
CD
CD
-5
CQ
CU
CL
CD
"3
13
CQ
er» c_n 4^ co ro i
2
=3
ÖD
C
rt-
O
7^ rt*
—Ie
Cr GD "3
CD
oo 3
=3
CD
JU
3
TT
CL n> 3
<D
-s
CD
m
□c
—Je
"3
o
C-J. TO
CD
CL
O
CD O
CD
CD
3 CL
-n
CU
CD CD
O
CD
CD
CL 3
1
O
-5
—Je
C_J.
C-l.
7T
CO
00
rt-
-3
CU
2
CU
c
CD
CO
rt-
-5
CU
CU
r r rooTJz
CD CU CD I.
CD 3 ZS =3 C_j.
C 3 OD 3 TT —j
5 CD C CD Dj)
CU -5 3 Z3 rt- =3
"3 CO JU co -3 co
Cl rt- co rt- CU q_
CD "3 rt- "3 JU c<
3 CU "3 DJ rf TT
CU cu CU
f+ D) r+ 00 00
rt-
CO -P»
CO co
O
CU
CU
cu
13
CL
CD
TT
O
TD
CD
"3
TT :r>
O CL
"O -3
CD CD
"3 CO
CU
cl
cd
y S. 2. S Z N
3 aaaaag
ro ~n -n cd o ~n m
en oi -p. ii- ou
a m ro ino H-.
oi o ro m po ro
eo en io os io w io
-~J eo
■o
cd
-ï
o
cd
cd
O
3 Qj
CO Q.
O Qj
3" l/)
-5 rt-
-5
a>
CD
po
o po ii
po en i-no io -p»
-t=» ioiopooi wo
n n n n n n n
cd oi Bi ju a a OJ
>C7D|mn-n-7
~5 -5 01 CD
qj o 3 3 3 cj.
23 h 3 003 7~ I
Q> Q. CD C CD l/i O»
!="<3-!33rt-3
<s~st/)oj</>-5t/l
CD CD r+ r+ Oi Q_
WCQ ~5 ri- -5 Qj e<
n- Dm -s ai rt^-
1 ui qj oj 0j
D) OWr+Ol rt- 00 00
0i rt-
rt- eo -P»
CD co lo
en cd o
-s
i
"O
O
CD
JU -O
"3
3 "O
O
CD
CD
3~ "3
CD
CD
r+
Cr tj
cu
CD
3
TT CU
CD JU
ZJ"
3 rt-
CD
Cl co
r+
3" CD
CD
"O
—Je —Je
CD
O-C-J.
-3
TT
O
CD
CD
CD
—i
po
po
en
co
00 cn
j-* po
po en
cn en i—i—
cn cn po
to
0 co po -o» co
po cn o c» oo
- - o co o
1 I - - -
I I I I I
I I I
co no
-5 -5
O -J.
3 C_i.
Q. t/ï
0J
3
CL
cd
Wijziging Verordening op de algemene begraafplaatsen
Bijlage nr. 210
Aan de leden van de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 3 van de Verordening op de algemene
begraafplaatsen te Leeuwarden kunnen Burgemeester en Wethou
ders het uitsluitend recht verlenen tot het begraven van
lijken voor de tijd van 20 of 40 jaar; deze termijn kan
telkens met 10 of 20 jaar worden verlengd.
De laatste tijd komt het regelmatig voor dat een rechtheb
bende op een graf een stoffelijk overschot wil begraven in
een graf, waarvoor het uitsluitend recht tot begraven op dat
moment nog slechts voor een periode van minder dan 10 jaar
geldt. Indien alle rechthebbenden bereid zouden zijn aan het
einde van de periode, waarvoor het grafrecht geldt over te
gaan tot verlenging van het grafrecht, zijn er geen proble
men. In de praktijk komt het echter steeds vaker voor dat de
rechthebbenden na het vervallen van het recht niet bereid
zijn tot verlenging van het grafrecht over te gaan.
De Wet op de lijkbezorging gaat uit van een termijn van
minimaal 10 jaar waarbinnen, nadat in een graf voor het
laatst een lijk is geplaatst, niet geroerd mag worden. De
gemeente kan in de gevallen waarin het recht is vervallen nog
afzien van de vraag of dat wenselijk is, niet tot ruiming
over gaan. Artikel 20 van de wet, dat handelt over het uit
geven van het recht om te begraven, noemt ook een termijn van
10 jaar. Anders gezegd, wil men tot het begraven van een lijk
over gaan dan moet er tenminste een grafrecht van 10 jaar
zijn. Het lijkt ons dan ook wenselijk aan artikel 3 van de
Verordening op de algemene begraafplaatsen een vierde lid toe
te voegen, luidende: "Van het in het eerste lid bedoelde
recht kan alleen gebruik worden gemaakt, indien op het tijd
stip van begraven, dat recht nog voor een periode van ten
minste 10 jaar geldt".
Verder zijn nog enkele wijzigingen van de verordening wen
selijk gebleken. De slotzin van het derde lid van artikel 4
kan suggereren dat deze alleen betrekking heeft op het urnen
gedeelte van de begraafplaats; dit is niet de bedoeling.
Daarom is het juister deze zin in een afzonderlijk vierde lid
op te nemen.
- 1 -