In overleg met de daar werkzame corporaties (BWL en St. Joseph) zal worden nagegaan op welke wijze de verbetering van deze wijk gestalte moet krijgen. In samenhang hiermee zal tevens aandacht moeten worden geschonken aan de aanpak van de maisonnettes van het Woningbedrijf in Heechterp. De aanpak van deze beide complexen (Lekkumerend en Heechterp) sluit ook aan op de aanbevelingen van het rapport Na-oorlogse wijken. Voor 1991 zal weer ruimte worden gereserveerd voor de ontsplitsing van een 7-tal duplexwoningen van het Woningbedrijf in Huizum-West. Bij een voortgaande ontsplitsing in dit tempo zullen binnen korte tijd alle duplexwoningen van het Woningbedrijf in dit deel van de stad zijn samen gevoegd Op grond van de verwachte budgetbehoefte voor met name Lekkumerend en eventueel Heechterp mag worden aangenomen, dat de budgettaire mogelijk heden voor 1991 hiermee zijn uitgeput. Overigens moet in dit verband rekening worden gehouden met een knelpunt in de subsidiëring. Zoals bekend hanteert het rijk per leeftijdscatego rie een zogenoemd streefgemiddeldeDit is het bedrag dat gemiddeld maximaal per leeftijdscategorie mag worden toegekend. Aangenomen moet worden, dat de investeringen in Lekkumerend-West en Heechterp van een zodanig niveau zijn, dat dit maximale subsidiebedrag ruimschoots zou worden overschreden. Dit betekent of een onevenredig zware belasting van de exploitatie van de corporaties of een achterblij vend niveau van de verbeteringsingreep. Derhalve is het van belang, dat het rijk, naast voldoende aantallen, voorziet in het optrekken van het gemiddeld subsidiebedrag voor deze woningen, zodat een verbeteringsingreep van voldoende niveau mogelijk wordt gemaakt. Voor de particuliere huurwoningen geldt, dat, in tegenstelling tot de sociale huurwoningen, in het meerjarenplan stadsvernieuwing meer ruimte is gecreëerd voor de verbetering van particuliere huurwoningen. Deze verhoogde inspanning van het rijk lijkt vooralsnog van theoretische aard, nu de bijdragen voor hoogrenovatieprojecten in de vorm van jaar lijkse bijdragen beschikbaar worden gesteld. Zoals bekend stuit dit op grote bezwaren bij particuliere verhuurders. Op dit moment wordt op departementaal niveau bezien op welke wijze aan deze bezwaren tegemoetgekomen zou kunnen worden. Indien hier voor de particuliere verhuurders geen bevredigende oplossing uit voortkomt, achten wij het gewenst om de in 1990 ingezette lijn om als gemeente jaarlijkse bijdragen om te zetten in bijdragen ineens voort te zetten. Gelet op de ervaring in 1990 zal echter moeten afgewacht of de toege kende budgetten desondanks kunnen worden afgezet. De doelstelling van het rijk, een intensivering van het verbeteringspro gramma voor de particuliere huurwoningen, zal hierdoor naar verwachting niet worden gehaald. Op dit moment kan nog niet worden aangegeven aan welke projecten, c.q. gebieden prioriteit zou moeten worden gegeven voor 1991. Wij zullen hier nog afzonderlijk op terugkomen in het kader van de Nota Woningvoorraadbeleid 12 T.a.v. de woningverbetering in zijn algemeenheid hechten wij er aan, dat aandacht wordt geschonken aan het treffen van voorzieningen t.b.v. ouderen. Binnenkort zal naar verwachting worden gestart met de voor bereiding van een aantal projecten. Wij zullen hier nader op ingaan in het kader van de budgetverdeling woningverbetering voor 1991. Ook aan het (gelijktijdig) isoleren van woningen kennen wij een hoge prioriteit toe. T.a.v. geluidsisolerende voorzieningen merken wij het volgende op. In de afgelopen jaren hebben wij steeds voorkeur uitgespro ken voor projecten gelegen aan de rondweg. Nu van deze kant voorlopig geen gecombineerde projecten woningverbetering/geluidsisolatie te ver wachten zijn is het in principe mogelijk de aandacht te verleggen naar andere locaties. Wij stellen U voor in dit verband te handelen naar bevind van zaken en de voor dit doel te bestemmen subsidiegelden te besteden aan projecten die daar, gelet op de mate van de overlast, het meest voor in aanmerking komen. Gelet op het vereiste gecombineerde karakter zal dit deelbudget dan ten goede komen aan projecten in Lek kumerend en/of Heechterp. Nu in dit jaar een nieuwe rijksregeling voor energiebesparende maatrege len zijn intrede heeft gedaan zal van geval tot geval moeten worden bezien welke regeling uit financiële overwegingen de voorkeur verdient. Wij zullen de corporaties en woningbedrijf verzoeken met dit aspect rekening te houden. Onder de mededeling, dat de Raadadviescommissie Stadsontwikkeling op 19 september j.l. heeft geadviseerd met ons voorstel in te stemmen, stellen wij U voor de planningslij sten vast te stellen overeenkomstig bijgaand ontwerp-besluit Leeuwarden, 11 oktober 1990 Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 99