Volwasseneducatie (482)
30
Naast deze inhoudelijke veranderingen krijgt het voortgezet onderwijs ook te maken
met de gevolgen van andere aspecten van het rijksbeleid. In dit verband kunnen worden
genoemd: de schaalvergroting, het streven naar de vorming van brede scholengemeen
schappen, een ander stelsel van bekostiging en veranderende opvattingen over het bestu
ren van scholen. Mede als gevolg van deze ontwikkelingen zal het voortgezet onder
wijsstelsel over een aantal jaren ingrijpend veranderd zijn.
Lokale ontwikkelingen
Het moge duidelijk zijn, dat de ontwikkelingen in het rijksbeleid met betrekking tot
het voortgezet onderwijs grote invloed hebben op de lokale onderwijssituatie.
Met betrekking tot het openbaar voortgezet onderwijs heeft u in uw vergadering van
27 mei 1991 een intentiebesluit tot vorming van twee brede scholengemeenschappen
genomen.
Bij de voorgestelde fusies per 1 augustus 1993 zijn naast de openbare scholen ook de
bijzondere scholengemeenschap voor l.b.o. "De Uiterdijken" en de openbare mavo's in
Kollum, Dokkum en St. Annaparochie betrokken. Thans wordt onder leiding van het
onderwijskundig adviesbureau ECN een onderzoek ingesteld naar de voorwaarden
waaronder de fusies zouden moeten plaatsvinden en naar de consequenties. Voor de uit
voering en begeleiding van het onderzoek is door de betrokken besturen een projector
ganisatie ingesteld. De eindrapportage wordt rond maart 1992 verwacht. Op basis van
deze rapportage zullen dan de definitieve fusievoorstellen aan u worden voorgelegd.
Ook in het protestant-christelijk voortgezet onderwijs tekent zich een soortgelijke her
structureringsoperatie af. De protestant christelijke scholen voor voortgezet onderwijs,
met uitzondering van het gymnasium, zullen eveneens per augustus 1993 institutioneel
fuseren tot een brede scholengemeenschap. Ten slotte zal de rooms-katholieke mavo De
Nijehove gaan fuseren met de bakkerij-, horeca-en detailhandelsschool tot een scholen
gemeenschap mavo-v.b.o. Deze scholengemeenschap zal aansluiting zoeken bij het
Friesland College voor m.b.o.
Een belangrijk probleem vormt de huisvesting van de te vormen scholengemeen
schappen. Dit probleem kan overigens niet los worden gezien van de huisvesting van
andere vormen van onderwijs, met name het middelbaar beroepsonderwijs en het agra
risch onderwijs. Wij hebben het initiatief genomen tot het instellen van een werkgroep,
waarin naast de gemeente ook vanuit de verschillende andere besturen wordt gepartici
peerd. Doel is om na te gaan welke knelpunten zich er in de huisvesting voordoen,
welke plannen de verschillende besturen ontwikkelen en hoe de verschillende plannen
op elkaar kunnen worden afgestemd.
Landelijke ontwikkelingen
In juni 1991 heeft de Tweede Kamer de
genomen. Na het zomerreces zal de Kamer
Kaderwet Volwassenenedudatie (KVE) aan-
- met het oog op de verdere vormgeving van
Beleidsvoornemens per hoofdfunctie
31
de volwasseneneducatie - de wetsvoorstellen WCBO (Cursorisch Beroepsonderwijs) en
VAVO (Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs) bespreken om tot nadere vaststel
ling te komen. Hiermee heeft de Kamer een proces van tien jaar voorbereiding op een
nieuwe wetgeving voor de volwasseneneducatie afgerond.
De KVE is een belangrijke stap op weg naar samenhang en samenwerking op het ter
rein van de volwasseneneducatie. Uiteindelijk is het de bedoeling dat deze ontwikkeling
mede leidt tot de vorming van Regionale Opleidingen Centra (ROC's). In een ROC zijn
minimaal de basiseducatie, het algemeen voortgezet volwassenen onderwijs, het cur
sorisch beroepsonderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs ondergebracht. Gedacht
wordt aan ongeveer twee tot vier centra per RBA-gebied. Het Ministerie van Onderwijs
en Wetenschappen zal daarvoor in het najaar van 1991 de Hoofdlijnennotitie
Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie uitbrengen.
Een belangrijk onderdeel van de KVE heeft betrekking op de wijze waarop de plan
ning van de volwasseneneducatie plaatsvindt. Voor alle verschillende deelterreinen van
de volwasseneneducatie zullen de gemeenten in de toekomst moeten gaan samenwerken
op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR). Het gaat hierbij om de
basiseducatie, het vormings- en ontwikkelingswerk, het voortgezet algemeen volwasse
nen onderwijs en het deeltijds middelbaar beroepsonderwijs (als onderdeel van het cur
sorisch beroepsonderwijs). De planning van de specifieke scholing, tevens onderdeel
van het cursorisch beroepsonderwijs, valt onder de Regionale Besturen voor de
Arbeidsvoorziening (RBA). Terwijl nu de (individuele) gemeenten de plannen voor de
basiseducatie en het plaatselijk vormings- en ontwikkelingswerk vaststellen, zullen ze
dat in de toekomst op WGR-niveau moeten doen voor nagenoeg de gehele volwasse
neneducatie.
Lokale ontwikkelingen
Hoewel een aantal van de bovengenoemde landelijke ontwikkelingen aansluit bij
reeds eerder genomen lokale initiatieven tot overleg en samenwerking, zijn er de
komende tijd veel veranderingen te verwachten. Ter voorbereiding van de besluitvor
ming ten aanzien van gemeentelijk beleid op dit terrein dient de nota "Planning en
Afstemming Volwasseneneducatie", die in het voorjaar 1992 aan u voorgelegd zal wor
den.
Planning op WGR-niveau vereist overleg tussen gemeenten in Noord-Friesland en de
uitvoerende instellingen over een mogelijke aanpak om te komen tot een regionaal plan
voor de volwasseneneducatie. In dit regionaal educatief plan formuleren samenwerken
de gemeenten op grond van een analyse van regionale behoeften de vraag naar educatie
ve activiteiten, de gestelde prioriteiten in de regio en de afwegingen die daarbij een rol
hebben gespeeld. Het eerste regionaal educatieve plan zal vastgesteld moeten worden
voor 1 november 1992. Dit betekent dat in 1992 samenwerkende gemeenten op WGR-
schaal een gemeenschappelijke regeling moeten treffen, c.q. moeten aansluiten bij een
al bestaande gemeenschappelijke regeling. In het najaar van 1991 zal in regioverband
onderzocht worden wat de mogelijkheden zijn voor de bestuurlijke vormgeving van de
intergemeentelijke samenwerking.
Overigens is afgelopen jaren al enige ervaring opgedaan met regionale planning bij
het Programma Additionele Scholing (PAS). Hierbij waren gemeenten, Gewestelijk
Beleidsvoornemens per hoofdfunctie