Sociale werkvoorziening (611.0)
46
Studiefonds en het Noodfonds kunnen voor een deel of zelfs volledig worden overgeno
men door de bijzondere bijstand. Deze overheveling betekent een aanzienlijke vereen
voudiging van het beleidsinstrumentarium op het gebied van het minimabeleid. Het
behoort voortaan ook tot de mogelijkheden om de kosten van vorming en scholing via
de bijzondere bijstand te vergoeden. Langs die weg kan een bescheiden bijdrage worden
geleverd aan de werkloosheidsbestrijding.
De mogelijkheden voor verhaal en opsporing van fraude worden onvolledig benut.
Deze situatie zal nog verslechteren, doordat een toename van het aantal signalen van
mogelijke frauduleuze handelingen wordt verwacht zodra de uitwisseling van cliënten
gegevens (de zogenaamde bestandsvergelijking) tussen de sociale diensten, de zieken
fondsen, de belastingdiensten en de arbeidsbureaus in de praktijk wordt toegepast.
Opsporing van fraude en terugvordering van verhaalbare bijstand hebben een gunstig
effect op de omvang van de bijstandsuitgaven. Wij stellen voor de activiteiten op dit ter
rein uit te breiden en te intensiveren.
Ondanks de inspanningen op het terrein van de werkloosheidsbestrijding blijven de
lasten op het gebied van de sociale zekerheid nog toenemen. Op landelijk niveau heeft
dit geleid tot discussies over bijvoorbeeld de koppeling van lonen en uitkeringen en de
uitkeringsrechten van arbeidsongeschikten. Uit de discussie komt duidelijk naar voren,
dat de kwaliteit van de sociale zekerheid onder grote druk staat. Vermindering van uit
keringsrechten zal het aantal minima doen toenemen.
Ook los van deze ontwikkeling zal het niet mogelijk zijn om langs de weg van werk
loosheids- bestrijding de uitkeringsafhankelijkheid geheel te elimineren. Immers de toe
treding tot de arbeidsmarkt is niet voor alle groepen binnen afzienbare tijd mogelijk. Dit
geldt met name voor ouderen, allochtonen, gedeeltelijk arbeidsongeschikten en (vooral)
vrouwen die als hoofd van een éénoudergezin de zorg dragen voor de opvoeding van
hun jonge kinderen. Wij zijn daarom van mening, dat de gemeente ook in de komende
jaren een inspanning moet blijven leveren om de financiële positie van deze groepen te
verbeteren.
Binnenkort zullen wij in een notitie aangeven hoe wij denken in te spelen op de ver
anderende regelgeving en de verruiming van de beleidsvrijheid van de gemeente met
betrekking tot het minimabeleid.
In het kader van de sociale vernieuwing is er sprake van een herpositionering van de
rol en activiteiten van de Sociale Werkvoorziening (SW). Het is mogelijk de uitvoe
ringsorganisaties van de SW in te zetten voor medewerking aan werkgelegenheidsinitia-
tieven ten behoeve van andere groepen. Wel dient er dan een duidelijke organisatorische
en budgettaire scheiding tussen de verschillende activiteiten te zijn. Dit betekent derhal
ve dat ook de Dienst Sociale Werkvoorziening een belangrijke rol kan vervullen bij het
leveren van individueel gericht maatwerk in het kader van de sociale vernieuwing.
Hierbij kan in het bijzonder worden gedacht aan de inschakeling van het onderdeel
Arbeids Onderzoek Centrum en Test- en Training.
In de notitie "Optimale benutting van SW-arbeidsplaatsen", die recentelijk in de
Tweede Kamer is besproken, wordt nadrukkelijk gewezen op voorgenomen nieuwe
Beleidsvoornemens per hoofdfunctie
47
maatregelen, zoals tijdelijke dienstverbanden, terugkeergaranties e.d. Door de invoering
hiervan wordt het binnenkort mogelijk om de SW, naast een blijvende functie voor men
sen die vanwege hun handicap blijvend kansloos zijn voor een plaats op de reguliere
arbeidsmarkt, als tussenstap te laten fungeren voor hen, die ondanks hun handicap kan
sen hebben op volledige arbeidsherinpassing. Er zal worden onderzocht, mede in ver
band met de WAO-problematiek, hoe en op welke manier de DSW nog verder kan bij
dragen aan de wederinpassing van WAO-gerechtigden in het reguliere arbeidsproces.
In het kader van de regionalisatie heeft een speciale werkgroep onderzoek verricht
naar de bundeling van de uitvoeringsorganisaties in het kader van de sociale werkvoor
ziening.
De conclusie van dit onderzoek is, dat een bundeling van de sociale werkvoorziening
in de Regio Noord-Friesland niets toevoegt aan de bestaande situatie. Eventuele voorde
len zijn nu ook al te bereiken op basis van vrijwillige samenwerking.
De werkgroep is verder van mening dat naast garanties voor een optimale behartiging
van de doelgroep, de huidige opzet van de SW in de Regio Noord-Friesland voldoende
waarborgen biedt voor een verantwoord bestuurlijk draagvlak. Een herstructurering die
niet vanuit de SW zelf wordt geïnitieerd, wordt uitermate ongewenst geacht. Op grond
van het vorenstaande en mede in vervolg op de conclusies en aanbevelingen in het rapport
van het verrichte onderzoek, zullen de besturen van de desbetreffende werkvoorzienings
schappen het College van Gedeputeerde Staten dan ook verzoeken om een algehele ont
heffing van de bundelingsplicht voor de uitvoering van de WSW. Wij onderschrijven de
conclusie van het onderzoek van deze werkgroep.
In de komende jaren zal het beleid van de Dienst Sociale Werkvoorziening erop
gericht blijven, continu te voldoen aan de primaire doelstelling van deze dienst (artikel 7
van de WSW). Hoewel de hieraan verbonden lasten redelijk zullen moeten blijven, zal
de organisatie zich in de komende tijd - mede als gevolg van de invoering van budgetfi
nanciering - meer dienen te richten op het leveren van produkten en diensten met een
hogere toegevoegde waarde dan tot heden het geval is. Met dit doel - het toevoegen van
meer waarde zowel in sociaal als financieel opzicht - wordt een belangrijke bijdrage
geleverd aan de verdere ontwikkeling van de medewerkers en de instandhouding van de
DSW. Er zal meer bedrijfsmatig en kwaliteitsbewust moeten worden gedacht en
gewerkt. In het ontwerp-beleidsplan voor de DSW dat u onlangs is aangeboden, is met
het oog hierop een aantal doelstellingen geformuleerd. Concrete voornemens, gebaseerd
op dit plan, zullen jaarlijks opnieuw in activiteitenplannen van elke unit worden vastge
legd. Allereerst zal in het komende jaar volop aandacht worden geschonken aan de uit
voering van het commercieel beleid.
Verder blijft het beleid van de dienst erop gericht zoveel mogelijk financiële middelen
aan te wenden voor het aannemen van meer personen in WSW-dienstverband. Gelet op
het toe te kennen rijksbudget, mede op de toekomstverwachtingen ten aanzien van de
ontwikkeling van de omzet, achten wij een (verdere) groei van de werkgelegenheid in
de zin van de WSW bij de Dienst Sociale Werkvoorziening een verantwoorde zaak.
Voor 1992 is daarom uitgegaan van een toename met zes voltijds SW-arbeidsplaatsen.
Beleidsvoornemens per hoofdfunctie