7 6 tie, maar vormt een aanzet voor verdergaande ontwikkelingen. Met de presentatie van het Plan van Aanpak zijn hiervoor de nodige ingrediënten aangereikt. Er zijn terreinen aangegeven waarop de sociale vernieuwing zich kan concentreren, waardoor het risico dat het "over alles en dus niks" gaat aanmerkelijk ingeperkt is. De inhoudelijke terrei nen zijn: - arbeid, inkomen en scholing; - kwaliteit dagelijkse leefomgeving; - innovaties op sociaal en cultureel terrein. Daarnaast is er een financieringskader aangegeven waardoor reikwijdte en inzet van het sociale vernieuwingsbeleid gegeven zijn. Dit feit ligt er, ondanks de constatering van het sigaar uit eigen doos-mechanisme bij de centrale overheid en de niet aflatende regelneefneigingen. Bovendien is in het plan ingegaan op de keuze van in gang te zetten processen en te bereiken resultaten. In de hoofdlijnen van het Plan van Aanpak zijn twee benaderingen te onderkennen die de verschillende opvattingen min of meer bundelen. Enerzijds is er de visie dat de hard nekkige maatschappelijke problemen waarmee wij geconfronteerd worden alleen kun nen worden bestreden door de individuele burgers op hun verantwoordelijkheden aan te spreken; die verantwoordelijke burgers moeten er voor zorgen dat de zwakken in de samenleving de kans krijgen zich maatschappelijk te ontplooien. Het accent ligt hier dus op maatschappelijke activering, zoals dat in grote delen van het welzijnswerk en het vrijwilligerswerk sinds jaar en dag wordt gepraktiseerd. Daarnaast wordt de remedie gezocht in het activeren van het functioneren van de ver zorgingsstaat. Kijkend naar de eerste beleidsmatige stappen op weg naar sociale vernieuwing, wordt het duidelijk dat juist daar positieve resultaten worden geboekt, waar beide strategieën - activering van burgers en activering van de verzorgingsstaat - in eikaars verlengde lig gen. Met de ondertitel die aan het Plan van Aanpak Sociale Vernieuwing in Leeuwarden is meegegeven, heeft de Stuurgroep Sociale Vernieuwing geprobeerd tot uitdrukking te brengen waar het bij dit nieuwe beleidsconcept om gaat: "Achterstand op voorsprong", het helpen van burgers die kampen met (dreigende) achterstand. De maatschappelijke problemen waarop wordt gedoeld, spelen zich af in drie ver schillende invloedssferen ("cirkels"), die kortweg kunnen worden aangeduid als: econo mie, cultuur en sociale verbanden. Daarnaast zijn twee niveaus te onderkennen waarop sociale vernieuwingsactiviteiten zich afspelen: niveau 1: mensen op achterstand er weer bij betrekken (langdurig werklozen, migran ten, jongeren in probleemsituaties, vrouwen, ouderen); niveau 2: bestuurlijke vernieuwing (decentralisatie, maatwerk, convenanten, bunde ling). In het Plan van Aanpak is met name het accent gelegd op de cirkels "economie" en "cultuur". Dit niet in de laatste plaats omdat voorstellen en reacties vanuit het veld zich met name op deze terreinen afspelen. Een omslag in denken en doen ter zake van arbeid en welzijn en vooral een verhoogde arbeidsparticipatie staan daarbij voorop, terwijl voorts een belangrijke plaats is ingeruimd voor vernieuwing in buurten en wijken. Dit komt omdat sturing door mensen zelf en het aanbrengen van een nieuwe dynamiek als sleutelbegrippen zijn aangemerkt. De indruk bestaat dat ontwikkelingen bij de zorgin De context van het beleid stellingen nog niet in een stadium zijn waarin deze nu al uitmonden in concrete vernieu wingsprojecten. Daarom zullen extra inspanningen worden gepleegd om na te gaan welke opvattingen leven bij bedoelde instellingen in deze sector over wat mogelijk en wenselijk is in het licht van de sociale vernieuwing. Omwille van de beheersbaarheid is er voor gekozen om in vijf actiegebieden sociale vernieuwing, alle gelegen buiten de rondweg, een begin te maken met het opstellen van leefbaarheidsplannen. Het gaat om de wijken de Meenthe, Lekkumerend, Heechterp, Schepenbuurt en Wielenpölle. Deze plannen worden opgesteld binnen een projectorga nisatie per wijk waarvan alle relevante geledingen deel uitmaken (bewoners, corpora ties, gemeente, instellingen). Het projectmanagement wordt verzorgd door de Werkgroep '2Duizend. De plannen zullen een analyse bevatten van de situatie in de buurt en moeten leiden tot een pro gramma waarin niet alleen oplossingen worden geboden voor de verbetering van de fysieke omgeving: het technische verbouwproces en het sociale opbouwproces moeten worden geïntegreerd en evenwichtig hand in hand gaan. Wij verwachten de eerste resul taten tegen het eind van dit jaar. Nog in de loop van dit jaar zal duidelijkheid moeten bestaan ten aanzien van de in de toekomst te hanteren financiële structuren voor de middelen die in het kader van sociale vernieuwing gebundeld aan de gemeente beschikbaar worden gesteld. Met name zal daarbij de vraag moeten worden gesteld welk karakter wordt toegekend aan het Verdeelbesluit Sociale Vernieuwing en op grond van welke procedure tot toedeling van budgetten c.q. subsidies kan worden besloten. Hiertoe zal een voorstel worden voorge legd. In dit voorstel zal tevens worden ingegaan op de inzet van de nog niet bestede middelen voor 1991. Bestuurlijke vernieuwing In het afgelopen jaar 1991 is een basisopzet gemaakt voor de Kademota Bestuurlijke Vernieuwing. Bij de behandeling hiervan in de Commissie Algemene Zaken is met name gewezen op de noodzaak om aandacht te besteden aan de binnengemeentelijke decentralisatie, de instrumentaria referendum en gemeentepanel en het ontwikkelen van instrumenten om de kiezers daadwerkelijk een lokale keus te kunnen laten maken bij de verkiezing van de Gemeenteraadsleden. Verder wordt een uniforme klachtenregeling van belang geacht, alsmede een effectief voorlichtingsbeleid. In het kader van de sociale vernieuwing en het wijkgericht werken, is een eerste stap gezet op de weg naar verdergaande binnengemeentelijke decentralisatie. Deze stap zal in 1992 eerst vaste grond moeten krijgen alvorens een tweede stap gezet kan worden. In het discussieproces ten aanzien van de behandeling van klachten is door ons eerst gekeken naar een mogelijke eindsituatie. Die bestaat in onze visie uit een zogenaamde Ombudsfunctie. Dit instrument lijkt ons echter op dit moment veel te zwaar en te kost baar. Wij stellen ons daarom voor om in de loop van 1992 met een voorstel voor een uniforme klachtenregeling te komen. In de eerste helft van 1992 kunt u voorstellen verwachten met betrekking tot de tech nische regeling van een lokaal referendum en de organisatie van een gemeentepanel. Deze instrumenten kunnen dan, na een politieke afweging, ingezet worden op het moment dat dit gewenst wordt. Bij de algemene beschouwingen in 1990 is door de Raad aandacht geschonken aan de (blijvende) nationalisering van de Gemeenteraadsverkiezingen. Omdat politici en poli- De context van het beleid

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 91