verantwoorde wijze over te nemen en wij stellen u dan ook voor
ons te machtigen ook met de rechtsopvolger van het
Conservatoriumfonds zaken te doen.
De Stichting Vrienden van de Openbare Bibliotheek heeft in 1987
en 1988 voor enkele litteraire activiteiten, incidentele
subsidies uit het Fonds voor Culturele Doeleinden ontvangen.
Voor 1989 is een subsidie verzocht uit het Fonds Podiumkunst.
U heeft op ons voorstel besloten het subsidieverzoek af te
wijzen. Voor 1990 is geen verzoek ingediend, doch voor 1991 is
opnieuw een subsidieverzoek gedaan voor een bedrag van
f 3.225,Wij achten de argumenten voor de afwijzing van het
verzoek van twee jaar geleden onverkort geldig. Deze argumenten
waren dat de beoogde programmering van deze stichting naar onze
mening niet wezenlijk afwijkt van hetgeen de Stichting
Litteraire Activiteiten Leeuwarden biedt, die zoals in het
vorenstaande is gemeld, de activiteiten zal gaan verbreden. Met
het oog op de duidelijke relatie met de O.B.L. moet het
bovendien mogelijk zijn deze kosten, zonder verstrekking van
een gemeentelijk subsidie, te verwerken in de begroting van de
O.B.L. (gemeentelijk subsidie ruim f 3,5 miljoen), temeer daar
in deze begroting reeds rekening wordt gehouden met de
exploitatie van de multi-functionele ruimte. Wij achten geen
termen aanwezig om tot honorering van het subsidieverzoek over
te gaan en stellen u derhalve voor dienovereenkomstig te
besluiten.
De Stichting Bent die in 1990 een viertal theatervoorstellingen
in Leeuwarden heeft verzorgd, heeft voor 1991 niet opnieuw een
subsidieverzoek ingediend.
De Stichting Stadstheater is in 1990 begonnen met het
programmeren en produceren van voorstellingen in de
accommodatie van de geliquideerde Stichting de Ruimte. Wij
hebben, daartoe door u gemachtigd, de Stichting Stadstheater in
mei 1990 bij de verdeling van resterende middelen uit het Fonds
Podiumkunst 1990 een subsidie toegekend van f 14.350,te
weten f 10.500,voor produkties en f 3.850,voor
programmering. De vrijwel onmiddellijk na liquidatie van De
Ruimte begonnen programmering en produktie van
toneelvoorstellingen door de Stichting Stadstheater blijkt
intussen aan de verwachtingen en de behoefte die De Ruimte
achterliet te voldoen. Voor het jaar 1991 verzoekt de Stichting
Stadstheater om een gemeentelijke bijdrage van f 21.950,
waarvan f 18.150,— voor produkties en f 3.800,voor
programmering. Voor de programmering voldoet de aanvrage aan de
uitgangspunten van het Fonds Podiumkunsten en wij stellen u dan
ook voor de aanvrage van f 3.800,voor
programmering te honoreren.
8
Produkties
De hierboven genoemde Stichting Stadstheater heeft voor 1991
vier produkties gepland waarvan drie voldoen aan de
uitgangspunten van het fonds en derhalve voor f 3.500, per
produktie gehonoreerd kunnen worden. De theatertraining - in de
aanvrage opgenomen onder de produkties - valt evenwel niet
binnen de termen van subsidiëring. Opleiding en training
behoren niet tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Wij
stellen u dan ook voor de Stichting Stadstheater voor drie
produkties een subsidie te verstrekken van f 10.500,Te
zamen met ons voorstel om deze stichting voor programmering een
subsidie te verstrekken van f 3.800,komt het totale subsidie
voor de Stichting Stadstheater dan op f 14.300,
Culturele Priis.
Overeenkomstig de gedane toezegging in de voormalige Commissie
voor Welzijnsaangelegenheden hebben wij ons beraden over de
instelling van een culturele prijs van de gemeente Leeuwarden.
Wij zijn van mening, dat er naast de tweejaarlijkse uit te
reiken (literaire) Piter Jellespriis in principe ruimte moet
zijn voor een eveneens tweejaarlijkse culturele prijs voor de
podium- en beeldende kunst. Deze zou uitgereikt moeten worden
aan een instelling of persoon die zich verdienstelijk heeft
gemaakt op genoemde deelterreinen van de cultuur in onze
gemeente. Wij zijn van mening dat het prijzenbedrag van zowel
de Piter Jellespriis als de culturele prijs substantiëler zal
moeten worden dan tot nu toe gebruikelijk dan wel voorgenomen
was. Binnen afzienbare tijd zal u een voorstel bereiken
betreffende de afstemming van de culturele prijzen van de
gemeente. Gelet op de gerichtheid van de culturele prijs -
beeldende kunst en podiumkunst - zijn hiertoe in 1990 voor het
eerst bedragen van f 750,gereserveerd ten laste van zowel
het Fonds Podiumkunst als van het Fonds Beeldende Kunst.
Vooruitlopend op de nieuwe opzet van de culturele prijzen
stellen wij u voor de gereserveerde bedragen voor het jaar 1991
te verdubbelen en uit het Fonds Podiumkunst f 1.500,te
reserveren voor de bekostiging van de culturele prijs.
9