r
Raambesluit vlottende financiering
Bijlage nummer 58.
Aan de leden van de Gemeenteraad.
Het is gebruikelijk, dat tegen het einde van het jaar een
besluit wordt genomen tot vaststelling van het bedrag, dat in
het volgende jaar ter voorziening in de behoefte aan kasgeld,
aan tijdelijke financieringsmiddelen kan worden opgenomen. Op
grond van de per 1 januari 1987 in werking getreden Wet
financiering lagere overheden (Filo) bedraagt het maximum
bedrag, dat de gemeente aan vlottende middelen op kan nemen,
4,8% van het totaal van de vaste schuld en de ontvangen
waarborgsommen, vermeerderd met de reserves en voorzieningen
zoals opgenomen als beginstand in de begroting van het
desbetreffende jaar. Voor 1991 komt dit neer op f 41,4 miljoen,
berekend als volgt:
vaste schuld per 1 januari 1991 f 752.236.620,
nieuwe leningen opgenomen nov./dec. 1990 f 12.524.000,
reserves en voorzieningen per 1 januari '91 f 97637028
totaal f 862.397.648,
waarvan 4,8% is f 41.400.000,afgerond.
In verband hiermee kan voor 1991 worden gerekend op het aan
trekken van tijdelijke financieringsmiddelen tot een bedrag van
f 41,4 miljoen voor het financieren van de lopende uitgaven en
voor het voorfinancieren van kapitaaluitgaven en investerings
subsidies
Van het bedrag van f 41,4 miljoen kan maximaal f 10,5 miljoen
in rekening-courant worden opgenomen, waarvan f 2 miljoen bij
de NV Bank voor Nederlandsche Gemeenten, f 6,5 miljoen bij de
Postbank en f 2 miljoen bij de Friesland Bank.
Aangezien onderhavige aangelegenheid zich in het algemeen elk
jaar voordoet, stellen wij voor om praktische redenen deze
machtiging tot wederopzegging te verlenen, met dien verstande
dat het bedrag dat maximaal aan korte middelen mag worden
opgenomen, immer gelijk is aan het in de Wet Filo (besluit
leningvoorwaarden) genoemde percentage (momenteel 4,8%) van het
totaal der vaste schulden en reserves en voorzieningen (de kas-
geldliraiet)
1