Reactie
Knelpunten met betrekking tot d
Wielenpólle zijn ons bekend uit
wijken van de Werkgroep '2 Duiz
tot de sociale veiligheid in de
zijner tijd worden meegenomen b
vernieuwingsactiviteiten.
e sociale veiligheid in de wijk
het onderzoek naoorlogse
end. Maatregelen met betrekking
wijk Wielenpólle zullen te
ij de gemeentelijke stads-
In een beperkt aantal gebieden is of zal een start gemaakt
worden met experimenten buurtbeheer. Dit zijn de gebieden
Schepenbuurt, de Meenthe, Hollanderwijk en Molenpad. Doel van
de experimenten is dat de wijkorganisaties de mogelijkheden
krijgen om zich meer systematisch met het beheer van het eigen
gebied bezig te houden. Het ligt in de bedoeling om na afloop
van een aantal experimenten, het buurtbeheer uit te breiden
naar andere wijken. Bij het maken van de keuze voor deze
wijken, is nog alle ruimte om in overleg met wijkorganisaties
(hiervoor is in 1988 het wijkoverleg, jaarlijks overleg tussen
de gemeente en de door u erkende wijkorganisaties, in het leven
geroepen) na te gaan welke initiatieven er in een wijk zijn,
zodat de keuze voor bepaalde wijken daarop gebaseerd kan
worden.
B. Huurdersvereniging Heechterp
De vereniging noemt de voornemens met betrekking tot de stads
vernieuwing voor Heechterp verheugend. In het najaar van 1990
zou een projectgroep worden opgericht. Tevens zou dan een
onderzoek van start gaan, gericht op de integrale her
ontwikkeling van het winkelcentrum in Heechterp. De vereniging
spreekt haar teleurstelling uit over het feit dat van deze
voornemens tot nu toe niets is terechtgekomen en is bezorgd
over de haalbaarheid van de uitvoeringstermijn.
Reactie
In februari 1991 zal gestart worden met het maken van plannen
voor de wijk Heechterp. Hiervoor zal een projectgroep in het
leven worden geroepen. Deze projectgroep stelt een Plan van
aanpak op voor de wijk. In zo'n plan worden een aantal maat
regelen genoemd die op een zo kort mogelijke termijn worden
aangepakt. Het Plan van aanpak zal u te zijner tijd worden
voorgelegd ter vaststelling. De uitkomsten van het onderzoek,
gericht op de integrale herontwikkeling van het winkelcentrum
in Heechterp, zullen in het Plan van aanpak verwerkt worden.
CWiikcomité Schieringen
Het wijkcomité is teleurgesteld over het feit dat in het
ontwerp—programma stadsvernieuwing geen concrete maatregelen
met betrekking tot de naoorlogse wijken worden genoemd. Het
comité vraagt zich af:
wanneer de projectgroep Heechterp van start gaat en
welke status deze heeft;
welke maatregelen in 1991 genomen worden in Heechterp;
2
op welke termijn er een onderzoek komt naar het winkel
centrum Heechterp en wat er met de conclusies van het
onderzoek gebeurt.
Reactie
Zie reactie bij inspraakresultaat B.
D. Werkgroep naoorlogse wiiken van het Onderling Stads
wijken Overleg
De werkgroep spreekt haar complimenten uit over de beleids
richting in de kadernotitie. Zij stelt:
- per buurt- of wijkaanpak zal gekozen moeten worden voor de
mate van integratie tussen de beleidsvelden stads
vernieuwing, stedelijke vernieuwing, stads- en wijkbeheer
en sociale vernieuwing (het "Wielenmodel"
- de verschillende wijkorganisaties dienen een duidelijke
zeggenschap te krijgen over de budgetten voor buurtbeheer
en stadsvernieuwing;
- voor de bewoners is het essentieel dat problemen in hun
wijk worden opgelost. Hiervoor is het van belang dat
schotjes tussen verschillende kaders en regelingen worden
weggehaald
Daarnaast vraagt de werkgroep om een verduidelijking van een
aantal zaken:
In de kadernotitie staat dat ruim 5 miljoen, van de
10 miljoen die beschikbaar is voor de naoorlogse wijken,
reeds is besteed, dan wel aangewezen is voor specifieke
doeleinden.
Welke doeleinden?
Onduidelijk zijn ook de achtergronden van de keuze voor een
beperkt aantal aan te pakken wijken.
Ook is niet duidelijk welke concrete maatregelen worden
uitgevoerd in 1991.
Er zijn geen duidelijke begrotingen per wijk, zodat het
niet inzichtelijk is waar geld voor is.
De bevoegdheden van met name de bewonersgroepen zouden
duidelijker moeten zijn aangegeven.
De werkgroep pleit ervoor dat de Nota Woningvoorraadbeleid
er zo spoedig mogelijk komt. Hierin moet duidelijk worden
hoe de toekomstige bevolkingssamenstelling (met name in de
naoorlogse wijken) er uit ziet.
Voorts stelt de werkgroep voor om de in de naoorlogse wijken
opererende "arme" corporaties te laten samenwerken met de
"rijkere" corporaties. De werkgroep pleit tevens voor een meer
structurele ondersteuning van het opbouwwerk, maar ook voor het
meer incidenteel kunnen inhuren van andere disciplines. De
suggestie van de werkgroep is om een convenant af te sluiten
tussen gemeente en SWL, de werkgever van beroepsmatige
bewonersondersteuners
3