Kern van de aanpak is dat gekozen wordt voor een meervoudige benadering waarin het integrale karakter van voorgestane oplossingen centraal staat. Bij het nemen van maatregelen of het uitvoeren van activiteiten moet tel kens de vraag worden gesteld op welke niveau van aanpak het meeste rende ment mag worden verwacht. Dit betekent dat zowel inzet kan plaatsvinden vanuit een territoriale invalshoek (niet alleen gericht op buurten en wij ken, maar ook op stedelijk niveau), terwijl in sommige gevallen een catego riale benadering wenselijk wordt geacht. Aan deze benadering is in het plan nader gestalte geven. Wij menen op deze plaats te kunnen volstaan met u te verwijzen naar het plan zelf en de bijlage met de eerder genoemde reacties. Om de leesbaarheid van het Plan voor een groter publiek te verhogen, is een samenvatting ge maakt die tevens is bijgevoegd. 4Bemerkingen bij het voorliggende plan 4.1. Groeimodel Het zal u duidelijk zijn dat met het plan in de voorliggende vorm een eer ste proeve wordt geleverd. Het vormt het begin van een nieuwe benadering die in gang is gezet en die een verder uitdieping vereist. Vastgesteld kan worden dat veel ontwikkelingen die met sociale vernieuwing kunnen worden aangeduid zich in een eerste stadium van ontwikkeling bevinden en nog niet volledig zijn uitgekristalliseerd. Dit geldt zowel intern gemeentelijk als onder de instellingen van het maatschappelijk middenveld. Verder is het zo dat een aantal werksoorten, waaronder het onderwijsvoor rangsbeleid en de verslaafdenzorg, pas in een later stadium onder de reik wijdte van de brede doeluitkering worden gebracht. Gelet hierop hebben wij er voor gekozen op dit moment nog niet tot volledige toedeling over te gaan. Vandaar dat wij in de tweede helft van dit jaar een bijstelling van c.q. aanvulling op het onderhavige programma aan u voor zullen leggen. 4.2. Reacties vanuit het betrokken veld Het ontwerp-plan is door de Stuurgroep om commentaar toegezonden aan zo'n vijfhonderd organisaties, instellingen en burgers die werkzaam zijn op de beleidsterreinen die verband houden met de sociale vernieuwing. Naast schriftelijke reacties is commentaar naar voren gebracht tijdens zes reac— tiebijeenkomsten waarin met leden van de Stuurgroep van gedachten kon wor den gewisseld over het voorliggende stuk. De weerslag hiervan is voor u ter inzage gelegd. 4.2.1 Algemeen standpunt In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de aanpak die in het Plan van Aanpak is verwoord wordt onderschreven. Met de doelstelling van de sociale vernieuwing in Leeuwarden, die is gericht op het helpen van burgers die kampen met (dreigende) achterstand, en met de gekozen uitwerking gericht op samenwerking en maatwerk bij oplossingen wordt door het middenveld in grote lijnen ingestemd. Daar waar kritiek wordt geleverd, richt deze zich in hoofdzaak op het feit dat het plan nog niet in alle opzichten een antwoord geeft op vragen die door betrokkenen van belang worden geacht, maar waarop nu (nog) geen of slechts in beperkte mate een antwoord kan worden gegeven. Enkele kanttekeningen willen wij hier onder uw aandacht brengen. 3 4.2.2 Voorbereidingstijd Een klacht die van verschillende kanten naar voren is gebracht, is dat de periode waarin kon worden gereageerd aan de krappe kant was. Vooral op bestuurders van vrijwilligersorganisaties wordt dan een stevige wissel getrokken Wij stellen vast dat de stuurgroep het betrokken veld (en daarmee zich zelf) aan een strak tijdsregiem heeft onderworpen. Dit is gebeurd op basis van een afweging tussen enerzijds de wens die ondermeer vanuit het veld naar voren is gebracht om snel met activiteiten te kunnen starten en ander zijds de behoefte om tijd te steken in een gedegen gedachtuitwisseling over en weer. Wij stemmen in met de voorkeur voor een snelle start, niet in de laatste plaats vanwege de verwachtingen die daaromtrent in de voorfase zijn gewekt. Overigens doet dit niets af aan de relevantie van de gemaakte op merking. Wij zullen daar in het vervolg van het ontwikkelingsproces terdege rekening mee houden. 4.2.3 Verder overleg over sociale vernieuwing Onduidelijk blijft, zo wordt gesteld, hoe in het vervolg van de sociale vernieuwing overleg zal worden gevoerd met instellingen en doelgroepen. Daarover het volgende. In het Plan van Aanpak (zie 5.1.2) is als uitgangs punt genomen, dat veel waarde moet worden toegekend aan communicatie tussen gemeentebestuur en maatschappelijk middenveld. Meer dan voorheen zal hier aan in het vervolg aandacht moeten worden besteed. Met het oog op het te voeren overleg hebben wij gemeend daarvoor geen overall-structuur te moeten ontwikkelen, maar ruimte te laten voor initiatieven van onderaf. Waar moge lijk zou aanluiting moeten worden gezocht bij bestaande overlegplatforms (b.v. met ouderen en etnische groepen). Overleg zou in onze visie probleem gericht moeten zijn georienteerd om te voorkomen dat overleg wordt gevoerd omwille van zichzelf. Een dwarsverbinding met het gemeentepanel (Kadernoti tie Bestuuurlijke vernieuwing) ligt tevens in de rede. Hieraan gekoppeld is de vraag naar de rol die door de Stedelijke Werkgroep Sociale Vernieuwing in het te voeren overleg zou kunnen worden vervuld. Uit reacties is ons gebleken dat het door betrokkenen wordt betreurd dat aan de de Stedelijke Werkgroep en de door haar ingediende voorstellen in het Plan van Aanpak geen aandacht is geschonken. Het gaat hier om een bundeling van enkele belangenbehartigende en categori ale organisaties (o.m. vrouwen, etnische groepen, vakorganisaties, gehandi capte jongeren, WAO-ers) op stedelijk niveau die zich speciaal richt op de sociale vernieuwing. Deze organisatie is bereid van advies te dienen over maatregelen die de betrokken doelgroepen betreffen (toetsing, kwaliteits oordeel omtrent voorstellen) en wil ook zelf terzake voorstellen indienen. Voorop staat dat wij instemmen met het initiatief om tot een stedelijke bundeling van organisaties rond het thema sociale vernieuwing te komen. Dit had naar ons oordeel ook in het Plan tot uitdrukking moeten worden ge bracht. Aangezien eerst op 24 januari uitgewerkte voorstellen bij de Stuur groep zijn ingediend, die op 18 januari daaraan voorgaande het ontwerp had vastgesteld, is het niet mogelijk gebleken nog aan de voorstellen in het plan aandacht te schenken. Met betrekking tot de overleg/advies-rol van de Stedelijke Werkgroep merken wij het volgende op. Wij hebben in dit stadium ten aanzien van dit en ande re initiatieven nog geen voorstellen willen presenteren die er op zijn gericht het overleg over de verdere vormgeving van de sociale vernieuwing in een structurele vorm te gieten. Hierover en over de vraag naar eventuele beroepsmatige ondersteuning van dit soort overlegvormen willen wij eerst nog met de betrokken organisaties, in het bijzonder met de Stedelijke Werk groep, van gedachten wisselen alvorens een standpunt in te nemen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 181