In het kader van de bijstelling van het Plan van Aanpak zullen wij dan
zonodig een uitgewerkte opzet aan u voorleggen.
4.2.4 Keuze voor doelgroepen
Met zal duidelijk zijn dat sommige instellingen die hebben gereageerd voor
stander zijn van een andere prioriteitstelling in het geval de 'eigen'
doelgroep niet tot de geselecteerden behoort. Met nadruk wijzen wij er op,
dat de keuze voor de prioriteitsgroepen allochtonen, vrouwen en ouderen,
niet betekent dat aan b.v. jongeren of langdurig werklozen geen aandacht
zal worden besteed. Op de overwegingen die hieraan ten grondslag liggen is
in paragraaf 4.2 van het plan aandacht geschonken.
De keuze voor vrouwen' als doelgroep dient in het volgende uitvoeringspro
gramma met name verder gestalte te worden gegeven. Daarbij kan gedacht
worden aan de beleidsterreinen:
- arbeid (hoe kunnen meer vrouwen instromen)
- inkomen (positie van bijstandsvrouwen)
- hulpverlening (vooral aan buitenlandse vrouwen/seksueel geweld)
- scholing (laag instroomniveau/combinatie met verzorgingstaken)
De doelgroep 'woonwagenbewoners' die in het convenant met name is genoemd
ontbreekt in het voorliggende plan. Dit hangt samen met het feit dat de
gemeente tot nu toe geen expliciet zorgbeleid voor woonwagenbewoners heeft
willen voeren. Of dit in het licht van de sociale vernieuwing wenselijk dan
wel noodzakelijk is, is een vraag die afzonderlijk zal moeten worden beant
woord. Hierop zal in het vervolg worden terug gekomen.
4.2.5 Individuele trajectbegeleiding
In het plan wordt veel aandacht besteed aan maatwerk. Dit vindt alom in
stemming. Vooral met het oog op het weer instromen op de arbeidsmarkt van
(langdurig) werklozen en herintreders is een meer individuele benadering op
zijn plaats, die is gericht op advies en begeleiding tijdens het hele tra
ject van scholing, vorming tot en met werk.
Binnen Sociale Zaken van de gemeente wordt een project uitgewerkt dat tot
doel heeft deze individuele trajectbegeleiding tot stand te brengen
(6.4.11). In sommige reacties worden vraagtekens gezet bij aanhaking van
deze functie bij Sociale Zaken: hoge drempel, koppeling met verstrekken van
een uitkering en de mogelijkheid van dwang bij niet-deelname (sanctiebe
leid) Het buurt- en wijkniveau wordt gezien als beter aansluitend bij de
belevingssituatie van betrokkenen; een projectbureau in de wijk vormt een
goed uitgangspunt voor trajectbegeleiding.
Wij zijn van mening dat het voorgestelde project een wezenlijk onderdeel
dient te zijn van het takenpakket van Sociale Zaken waar het bevorderen van
uitstroom uit de uitkeringssituatie, in samenwerking met het Arbeidsbureau
door middel van de Heroriënteringsgesprekken, tot de doelstellingen be
hoort. Het feit dat Sociale Zaken in regelmatig kontakt staat met de
cliënten die het hier betreft, vormt een belangrijke ingang voor de keuze
het project daar tot ontwikkeling te brengen. Daarnaast zijn de relaties
van belang die vanuit Sociale Zaken worden onderhouden met andere (wel-
zijns)instellingen die een activerende rol naar cliënten vervullen met be
trekking tot toeleiding naar de arbeidsmarkt. Netwerk-vorming in voren
staande zin zal een wezenlijk onderdeel moeten zijn van de verder uitwer
king van het projectvoorstel. Daarin zal verder, zoals ook in het plan in
6.4.12 is aangegeven, nadrukkelijk aandacht moeten worden geschonken aan de
wijze waarop trajectbegeleiding als onderdeel van een groeimodel een rol
gaat krijgen in het wijksgewijs werken van deze dienst.
5
4.2.6 Verwerkingscapaciteit in het veld
Het lanceren van stimuleringsmaatregelen, nieuwe projecten en het vergroten
van aanbod op titel van sociale vernieuwing in vooral de zorgsector, maar
ook op het gebied van scholing en vorming, kan aanleiding geven tot overbe
lasting in de sectoren die zorg moeten dragen voor vervolg-activiteiten.
Als voorbeeld zijn genoemd capaciteitsproblemen in het vervolgonderwijs en
de arbeidsmarkt in het verlengde van beroepsgerichte- en basiseductie. Ook
dreigt hier en daar de werving van vrijwilligers in de knel te komen.
Een integrale benadering vereist dat met stimuleringsmaatregelen zorgvuldig
wordt omgegaan om ongewenste neveneffecten te voorkomen. In sommige geval
len zullen de ambities dan ook moeten worden bijgesteld. Naar de knelpunten
op het gebied van scholing is reeds onderzoek aangekondigd (6.4.5)
4.2.5 Plankosten
Over de inzet van wijkcoördinatoren vanuit de gemeentelijke organisatie,
die betrokken zullen worden bij het samen met de wijkorganisatie opstellen
van leefbaarheidsplannen wordt zoals aangekondigd in het Plan van Aanpak
(Verdeelbesluit blz. 77) nog een nadere opzet uitgewerkt. Een eerste globa
le analyse heeft al uitgewezen dat niet verwacht kan worden dat deze inzet
zondermeer in zijn geheel uit de bestaande organisatie kan worden gerecru-
teerd. Dit hangt niet alleen samen met de omvang van de aanwezige (beleids
matige) capaciteit in sommige diensten, maar ook met de specifieke deskun
digheid op het gebied van proces-management die wenselijk wordt geacht voor
een goede deelname aan de projectorganisatie. Voor het inhuren van externe
deskundigheid bij het ontwikkelen van leefbaarheidsplannen in 1991 zal dan
ook met een eenmalige uitgave rekening moeten worden gehouden. Wij ramen
deze uitgave op 250.000, Hiervoor bestaat geen dekking binnen de res
pectievelijke dienstbegrotingen; dekking ten laste van het Fonds sociale
vernieuwing achten wij op zijn plaats.
Daarnaast heeft een ingewonnen advies met betrekking tot de inrichting van
de nieuwe financiële beheersstructuur die in het kader van de sociale ver
nieuwing binnen de gemeentelijke organisatie moet worden opgezet uitgewezen
dat extra inspanningen moeten worden verricht om een operationele werk
structuur tot stand te brengen. De benodigde eenmalige additionele capaci
teit wordt begroot op rond 30.000,--. Hiervoor is binnen de begroting van
de Dienst Economische en Sociale Zaken geen dekking aan te geven.
Wij stellen u dan ook voor om in het Verdeelbesluit 1991 een reservering op
te nemen van afgerond 300.000,ten behoeve van de genoemde plankosten.
Wij zullen vervolgens een nader voorstel over de inzet van middelen voor
externe ondersteuning bij het opstellen van leefbaarheidsplannen voorleggen
aan de betreffende Raadsadviescommissie. Na overleg met de Raadscommissie
kan dan definitief tot het doen van uitgaven worden besloten.
5 Aanvullingen op het Plan van Aanpak
Er hebben zich tussentijds ontwikkelingen voorgedaan die nog niet in het
plan zijn verwerkt. Ook hebben de reactiebijeenkomsten aanleiding gegeven
tot een bijstelling. Het gaat om het volgende. De nummering verwijst naar
het Plan van Aanpak.
7.3.6 Projectorganisatie per wijk
Onderdeel van de op te starten projectorganisatie voor het maken van leef
baarheidsplannen is de totstandkoming van projectbureaus in de aangegeven
actiegebieden sociale vernieuwing. Aangezien in De Meenthe zo'n projectbu
reau al functioneert is er in het Plan van Aanpak van uitgegaan dat geen
aanvullende middelen benodigd zijn.