b. In verband met capaciteitsproble
men bij de voormalige Dienst
Marktwezen en Frieslandhal is nog
geen aanvang gemaakt met de daad
werkelijke uitvoering van de Pro
vinciale ligplaatsenverordening.
De totale uitvoeringskosten
op jaarbasis bedragen f 39.455,
De dekking van deze kosten moet
naar ons oordeel worden gevonden
in de opbrengsten van de haven
gelden en uit de opbrengst van
leges ontheffing ligplaatsen verbod.
Het tarief van de leges (f 127,--)
heeft u al vastgesteld bij besluit
van 11 december 1989, nr. 18635.
De totaal gewenste meeropbrengst
uit de havengelden bedraagt f 89.410,--
De realisering van de beoogde meeropbrengst hebben wij met name
gevonden in de tarieven voor de pleziervaart en de woon
schepen, daar bij deze schepen de kosten de afgelopen jaren
structureel hoger zijn geweest dan de inkomsten. Er is dus
sprake van een inhaalmanoevre om de totale opbrengsten
gefaseerd kostendekkend te maken. Daarnaast kan door een
intensievere uitvoering van de Havengeldverordening een meerop
brengst worden gehaald van schepen, gelegen op lokaties waar
tot nu toe geen liggeld werd geheven. De uitbreiding van het
heffingsgebied moet in relatie worden gezien tot de uitvoering
van de Provinciale ligplaatsenverordening.
TARIEVEN:
De tarieven zijn vastgelegd in een bij de verordening behorende
tarieventabelIn de tabel is onderscheid gemaakt tussen de
volgende categorieën vaartuigen:
1. de beroepsvaart;
2. de pleziervaart;
3. de woonschepen.
1. Het basistarief voor vrachtschepen ten behoeve van de
beroepsvaart is thans f 0,14 (inclusief OB) per ton en
geldt voor een maximale periode van 14 dagen. In de
regel ligt zo'n vaartuig hier niet langer dan 1 dag, in
ieder geval een periode korter dan 14 dagen. Wij achten
de huidige tariefstelling niet in overeenstemming met
het karakter van een retributieve heffing, waarbij o.i.
een nauwere relatie moet worden gelegd naar de periode,
waarop daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van de inge
nomen ligplaats. Daarom stellen wij voor het tarief te
bepalen op f 0,12 (inclusief OB) geldend voor een
periode van maximaal 3 dagen. In overige met Leeuwarden
te vergelijken gemeenten wordt deze systematiek ook toe
gepast. In overleg met de havenmeester blijft het
mogelijk ligplaats voor een langere periode te vragen,
eventueel op abonnementsbasis. De tarieventabel voorziet
3
hierin (zie onderdeel A van de tabel).
In principe worden de tarieven voor de beroepsvaart
berekend naar het aantal m3 (tonnage). Waar deze
gegevens ontbreken is gekozen voor een berekening naar
het aantal m2.
2. Alle in de gemeentelijke wateren of aan kades en oevers,
in onderhoud en beheer bij de gemeente, gelegen plezier
vaartuigen, vallen onder de werking van de nieuwe
verordening. Overigens is dit ook al het geval bij de
huidige verordening
Nu wij voornemens zijn de nieuwe verordening stringent
uit te voeren, betekent dit, dat een aanvullend aantal
plezierbootbezitters te maken krijgt met de heffing van
liggelden.
Bij het bepalen van de tarieven hebben wij onderscheid
gemaakt naar de lokaties, waar ligplaats wordt
ingenomen.
Onderscheid kan worden gemaakt in:
a. lokaties waar speciale aanlegvoorzieningen zijn
getroffen, zo mogelijk uitgebreid met toilet/
watervoorzieningen en afvalverwijdering;
b. lokaties zonder voorzieningen. Dit zijn meestal
lokaties waar wel aanlegvoorzieningen zijn
aangebracht (maar geen uitgebreide voorzieningen
in de vorm van toiletten en dergelijke). Deze
lokaties bevinden zich zowel binnen als buiten de
bebouwde kom. Ook kan hierbij worden gedacht aan
ligplaatsen in gemeentelijke vaarwaters, doch
waarbij het beheer en onderhoud van de
oevers/kaden niet berust bij de gemeente.
Uiteraard zijn de door de gemeente te maken kosten bij
de lokaties onder a. hoger dan die onder b. Dit recht
vaardigt naar onze mening u voor te stellen verschillen
de tarieven toe te passen. Ook in formele zin is er o.i.
sprake van een verschillende soort dienstverlening.
Voor een overzicht van de door ons voorgestelde tarief-
opbouw verwijzen wij u naar de bij de verordening
behorende tarieventabel, onderdeel B.
3. De verhoging met 31 van de tarieven voor woonschepen,
inclusief die voor tijdelijke ligplaatsen aan het Woud
mansdiep is destijds ook niet goedgekeurd. Wij stellen
voor deze verhoging (inhaal) alsnog te realiseren.
Bovendien stellen wij u voor daarenboven de tarieven met
17Z te verhogen, ten einde er voor te zorgen dat in de
komende jaren de inkomsten uiteindelijk de kosten zullen
dekken. Ondanks deze gefaseerde tariefsverhoging, zullen
in 1991 de kosten nog ruim f 23.000,-- hoger zijn dan de
inkomsten. Daar tegenover staat, dat uit een nader
gemaakte kostprijsberekening blijkt, dat de tarieven
voor het gebruik van een wateraftappunt en
elektriciteitsmeter lager kunnen zijn. Wij stellen voor
deze tarieven vast te stellen op respectievelijk f 12,50
en f 18,-- per maand (nu f 14,65 en f 20,05).