dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer en onderhoud zijn bij de gemeente. BELASTINGPLICHT Artikel 3 Belastingplichtig is degene die eigenaar, reder, schipper, huurder of gebruiker is van een vaartuig, of degene die het vaartuig heeft gecharterd dan wel degene die als verte genwoordiger van één van dezen optreedt. HEFFINGSGRONDSLAGEN Artikel 4 1. Grondslagen voor de berekening van het havengeld zijn: a. het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen; b. de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt in vierkante meters; c. de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve worden vastgesteld. 2. In de tabel is per soort vaartuig aangegeven welke maatstaf van heffing van toepassing is. TARIEVEN Artikel 5 Het havengeld wordt geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de tabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzigingen en van het bepaalde in artikel 6. TARIEFTOEPAS SING Artikel 6 Voor de toepassing van de tarieven: 1. geldt als laadvermogen in tonnen van een vaartuig, het aantal tonnen zoals blijkt uit de bij het vaar tuig behorende meetbrief; 2. wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het produkt van de (lengte over alles/lengte op de water lijn) en de grootste breedte, mits deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief; 3. wordt de lengte van een vaartuig gesteld op (lengte over alles/lengte op de waterlijn), zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief; 4. wordt, in afwijking van het in de onderdelen 1, 2 en 3 bepaalde, het laadvermogen in tonnen dan wel de grootste breedte en/of de (lengte over alles/lengte op de waterlijn) ambtshalve vastgesteld indien de in de onderdelen 1, 2 en 3 bedoelde meetbrief niet wordt overgelegd of indien deze vereiste gegevens niet vermeld; 5. wordt een gedeelte van een eenheid van inhoud, van massa, van oppervlakte of van lengte voor een volle eenheid gerekend; 6. wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het desbetreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld tenzij voor een langere termijn is aangevraagd VERSCHULDIGDHEID Artikel 7 Het havengeld is verschuldigd zodra een ligplaats in het openbaar vaarwater is ingenomen. WIJZE VAN HEFFING Artikel 8 1. behoudens het gestelde onder lid 2 worden de rechten geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, kwitan tie, nota of andere schriftuur; 2. de rechten, volgens de tabel verschuldigd bij abonne ment, worden geheven bij wege van voldoening op aangifte 3. het formulier van het aangiftebiljet wordt bij afzon derlijk raadsbesluit vastgesteld; 4. in een nota respectievelijk aanslagbiljet kan meer dan een belastbaar feit worden begrepen. VRIJSTELLINGEN Artikel 9 Het havengeld wordt niet geheven ter zake van: 1. vrachtschepen - niet zijnde pleziervaartuigen - op doorvaart die aanleggen, mits niet langer dan 24 uur, zon- en feestdagen niet meegerekend en mits zij niet laden of lossen; 2. vaartuigen, die aan of op een der scheepswerven in aanbouw zijn of worden hersteld, mits vooraf van het voornemen tot de herstelling alsmede van de afloop der werkzaamheden schriftelijk aan de havenmeester kennis is gegeven;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 194