Uit de publieksenquête, die werd gehouden in september/oktober
1990, blijkt evenwel dat de bewoners van het betreffende
gebied van de Leeuwarder binnenstad nauwelijks hebben ervaren
dat de hinder van de horecabedrijven na het invoeren van de
vrije sluitingstijd is afgenomen.
Opmerkelijk is echter wel het feit dat 53Z van de binnenstad
bewoners, die hun enquêteformulier terugzonden, voorstander
zegt te zijn van een vrij sluitingsuur, terwijl 35% zegt
tegenstander hiervan te zijn. 121 spreekt zich noch voor het
een als het ander uit.
Zowel de klachtenregistratie als de resultaten van de enquêtes
zijn als bijlagen in de rapportage van de begeleidingsgroep
opgenomen.
De begeleidingsgroep is van mening dat het, gelet op het
tegengestelde resultaat van beide meetsystemen, niet mogelijk
is nu reeds tot een definitieve keuze te komen omtrent het al
dan niet invoeren van vrije sluitingstijden in het proef
gebied. Ze meent dat, gezien de overwegingen die toentertijd
een rol hebben gespeeld om tot een experiment te komen, het
zinvol is het experiment met een jaar te verlengen. Een
dergelijke verlenging biedt het voordeel, dat nog eens
ervaringen kunnen worden opgedaan met het zomerseizoen, in
welk seizoen de meeste overlast wordt ondervonden. Uit de
verlengde proef zal moeten blijken, dat de scherpe daling van
het aantal klachten in deze maanden in 1990 geen eenmalig
voorkomend feit is. Aan de hand van deze en andere ervaringen
in het komende jaar zal begin 1992 tot een verantwoorde
besluitvorming kunnen worden gekomen. Wij kunnen deze ziens
wijze van de begeleidingsgroep onderschrijven en achten
voortzetting van de proef zinvol.
Omtrent het gebied, waarin de voortgezette proef moet plaats
vinden, bestaat binnen de begeleidingsgroep geen eenduidige
mening
De vertegenwoordiger van de gemeentepolitie in de begelei
dingsgroep is van mening, dat het gebied uitgebreid zou moeten
worden met het zgn. 2-uursgebiedDit gebied grenst aan de
volgende straten: de Westerplantage, Oldehoofsterkerkhof
Bagijnestraatten zuiden van de EewalTuinen e.o.,
TweebaksmarktKlanderijstraat en de Stationsweg. Hij acht het
resultaat van de klachtenregistratie zodanig bemoedigend, dat
deze uitbreiding van het proefgebied verantwoord is.
Met de meerderheid van de begeleidingsgroep zijn wij van
mening, dat een uitbreiding van het proefgebied niet gewenst
is. Gewezen wordt op het feit, dat de binnenstad een speci
fieke centrumfunctie vervult, waarbinnen diverse en
gevarieerde voorzieningen zijn gevestigd. Vrije sluitings
tijden voor horeca-inrichtingen zijn hier dan ook het meest
passend. Buiten dit gebied is het niet wenselijk de
sluitingstijden vrij te laten, omdat daarvoor een te sterke
confrontatie met de woonfunctie wordt gevreesd.
2
De proef dient onzes inziens derhalve uitsluitend te worden
voortgezet in het zgn. 3-uursgebied"
Overeenkomstig een aan uw Raad gedane toezegging hebben wij
ons beraden over de vraag of het wenselijk zou zijn inrichtin
gen, gericht op specifieke doelgroepen, bijvoorbeeld homo's en
lesbiennes, gelegen buiten het zgn. "3-uursgebied" te laten
participeren in het experiment. Wij verwijzen hierbij naar de
bij de stukken ter inzage gelegde brief van 18 december 1990
van de horeca-inrichting "Incognito", gevestigd in het pand
Noordvliet 13 alhier, met het verzoek om aan het experiment
mee te mogen doen. De inrichting in haar huidige hoedanigheid
heeft ten behoeve van de buurt waarin zij zich bevindt niet
een specifiek karakter. Het gaat hier om een horeca-inrich
ting, die met name wordt bezocht door homo's en lesbiennes.
Deze inrichting heeft een openbaar karakter en onderscheidt
zich als zodanig niet van andere inrichtingen. Inwilliging van
het verzoek zou dan ook betekenen, dat soortgelijke verzoeken
van andere buiten het proefgebied gelegen openbare horeca-
inrichtingen, op basis van het gelijkheidsbeginsel, niet
zouden kunnen worden geweigerd. Het behoeft geen betoog dat
zulks tot ongewenste situaties zou kunnen leiden. Ter
voorkoming van deze precedentwerking dient het verzoek van
"Incognito" te worden afgewezen. Bovendien bevindt de
inrichting zich niet in een buurt met een uitgesproken horeca-
karakter. In de nabije omgeving van de inrichting ligt een
woonbuurt (M.H. Trompstraat e.o.), terwijl het Noordvliet zelf
ingevolge het ontwerp-bestemmingsplan "Zeeheldenbuurt" de
bestemming "Gemengde Doeleinden", d.i. detailhandel, ambachte
lijke bedrijven, e.a. heeft. Weliswaar zijn horecabedrijven
toegestaan, doch volgens het ontwerp-bestemmingsplan hooguit
twee. Het is planologisch gezien ook niet de bedoeling dat het
Noordvliet zal uitgroeien tot een specifiek horecagebiedOok
op grond hiervan is het ongewenst het verzoek van "Incognito"
in te willigen. Het verzoek zal dan ook om bovenstaande
redenen door de Burgemeester worden afgewezen.
Een aantal bewoners van het Schavernek e.o. heeft zich
beklaagd over overlast, die zij ondervinden van de horeca-
exploitatie in het "3-uursgebied". Het Schavernek e.o.
bevinden zich weliswaar aan de rand van het genoemde gebied,
doch valt geografisch buiten het proefgebied.
De klachten betreffen overlast door lawaai op straat en zomers
van lawaai afkomstig van terrassen. Naar onze mening kan der
gelijke overlast worden ondervangen door het toezicht op de
naleving van de voorwaarden van de terrasvergunningen te
verscherpen. Van de zijde van de gemeentepolitie is inmiddels
toegezegd hieraan in de zomer van 1991 de nodige aandacht te
zullen besteden.
3