Garantieverlening aan Tebel-Pneumatiek Bijlage nr. 112 Aan de Gemeenteraad, Tebel Pneumatiek werkt plannen uit voor de overname van de metaal- sektor Philips-Leeuwarden. Tevens is Tebel voornemens om de bedrijfs gebouwen van Philips te kopen en zich samen met Wilée Techniek ter plaatse te vestigen. Met Philips is inmiddels omtrent de voorgenomen transaktie een intentie-overeenkomst gesloten. De desbetreffende correspondentie is voor u ter inzage gelegd. De planning van Tebel is erop gericht om per 1 juli 1991 de nieuwe lokatie te betrekken. Vanuit een oogpunt van werkgelegenheid is deze ontwikkeling bijzonder positief. Alhoewel Philips een ontslagaanvrage voor circa 60 werknemers gedaan heeft, verwacht Tebel dat bij de metaalsektor ruim 140 personen kunnen blijven werken. Anderzijds is Tebel in staat om zijn groeipotentie op een voor het bedrijf ideale lokatie optimaal tot ontwikkeling te brengen, waardoor Tebel naar verwachting voor lange tijd aan Leeuwarden gebonden zal zijn. Voor een bedrijf als Tebel is een ontwikkeling als hiervoor beschreven uiteraard niet zonder risico's. Het uitgangspunt van het bedrijf bij de voorgenomen transaktie is dat de eigen continuïteit zo min mogelijk gevaar mag lopen. Tebel zal een aanzienlijke investering moeten doen. Om deze reden zijn enerzijds de provincie Friesland en anderzijds de gemeente Leeuwarden en de Stichting Bedrijfsgebouwen Leeuwarden benaderd om een bijdrage te leveren aan de realisatie van de plannen. Zowel de provincie Friesland als de Stichting Bedrijfsgebouwen Leeuwarden hebben hun medewerking toegezegd. Aan de gemeente Leeuwarden wordt nu gevraagd een garantie te ver strekken voor het aantrekken van een achtergestelde lening van f 500.000,— met een looptijd van 5 jaar. Door een achtergestelde lening wordt de verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen positief beïnvloed, waardoor de vermogenspositie en het weerstandsvermogen van het bedrijf wordt versterkt en een bijdrage wordt geleverd aan de continuïteit van Tebel Pneumatiek. 1 In de gevallen 1. en 3vordert in beginsel de eigenaar of rechthebbende van het pand in het bijzijn van de politie dat men het pand verlaat. Het vorenstaande is in 1983 vastgesteld door de leden van het Driehoeksoverleg en voordien besproken in de Commissie Openbare Orde in haar vergadering van 16 december 1982. SITUATIE MARIA ANNASTRAATJE/HERENWALTJE Bij de eerste ontruiming op 24 september 1990 was sprake van de eerste situatie. De krakers zijn in de gelegenheid gesteld om het pand vrijwillig te verlaten, waaraan door hun zonder problemen is voldaan. Had men dit niet gedaan dan had aanhouding kunnen plaatsvinden, ter zake het niet opvolgen van een vordering krachtens wettelijk voorschrift gedaan (artikel 184 Wetboek van Strafrecht). Bij de tweede ontruiming op 30 september 1990 was sprake van de derde situatie. Op heterdaad werd geconstateerd dat mensen vanuit het Maria Annastraatje de toegangsdeur wilden forceren. De krakers zijn in de gelegenheid gesteld om het pand vrijwillig te verlaten, waaraan sommigen gehoor gaven. De anderen zijn met enige drang uit het pand verwijderd. In beide gevallen vorderde de rechthebbende van het pand dat men het pand verliet. Onder vermelding dat de Commissie Openbare Orde in haar vergadering van 8 april 1991 in meerderheid heeft ingestemd met dit voorstel, adviseer ik u adressant te berichten overeenkomstig de bij de stukken ter inzage gelegde ontwerp-brief Leeuwarden, 11 april 1991. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo t Burgemeester. mw.ir. J.A. Lantermans Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 265