Vaststellen kredieten in verband met het bodemsanerings
programma 1991.
Bijlage nr. 118.
Aan de Gemeenteraad.
Jaarlijks stelt de provincie een bodemsaneringsprogramma op,
waarin aangegeven wordt welke projecten dat jaar in onderzoek
genomen, danwel gesaneerd zullen worden. Ook de gemeente stelt
een bodemsaneringsprogramma op waarin tevens de gemeentelijke
projecten opgenomen worden die niet in het provinciale
programma opgenomen zijn. Dit programma heeft het karakter van
een jaarplanning van in uitvoering te nemen projecten. Hierbij
dient opgemerkt te worden dat het Bodemsaneringsprogramma 1991
het laatste bodemsaneringsprogramma in het kader van de
Interimwet bodemsanering is. Inmiddels is bij de Tweede Kamer
een wetsvoorstel ingediend tot uitbreiding van de Wet bodem
bescherming met een nieuwe saneringsregeling. Naar het zich
thans laat aanzien kan deze nieuwe saneringsregeling in de loop
van 1991 van kracht worden. In verband daarmee is de werking
van de Interimwet bodemsanering verlengd tot het moment waarop
de gewijzigde Wet bodembescherming in werking treedt. De nieuwe
saneringsregeling wordt gekenmerkt door bevordering van
uitvoering en financiering door veroorzakers en/of gebruikers.
In verband daarmee krijgen de provincies meer bestuurs
rechtelijke bevoegdheden. Vooruitlopend op de inwerkingtreding
van de gewijzigde Wet bodembescherming gaat de provincie vanaf
nu reeds uit van de hieronder staande voorkeursvolgorde:
1. onderzoek en sanering op eigen kosten en onder eigen
verantwoordelijkheid door anderen dan de provincie;
2. onderzoek en sanering op eigen kosten en onder provinciale
verantwoordelijkheid door anderen dan de provincie,
krachtens een provinciaal bevel;
3. onderzoek en sanering op kosten van de overheid.
De gemeente heeft tot dusverre steeds getracht de kosten zoveel
mogelijk ten laste van de veroorzaker of belanghebbende te
brengen. Het thans in werking tredende provinciale beleid sluit
hierbij aan.
1