De hieruit voortvloeiende kapitaallasten worden geraamd op
f 8.670,gespecificeerd als volgt:
afschrijving 20% van f 20.000,f 4.000,
rente 8i% van f 20.000,f 1700
f 5.700.—
De jaarlijkse onderhoudskosten, zijnde 12% van f 18.000,(dit
is de investering in apparatuur c.a. ad f 20.000,minus
opleidingskosten van f 2.000,worden geraamd op f 2.160,
De totale exploitatielasten van f 7.860,kunnen worden gedekt
ten laste van de stelpost Reservering wegens nog nader te
verdelen kosten automatisering (subfunctie 922.02 Concern).
Onder verwijzing naar de voor u ter inzage gelegde ontwerp
begrotingswijzigingen, stellen wij u voor de concernbeleids
begroting voor het dienstjaar 1991 te wijzigen.
Leeuwarden, 16 mei 1991.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mw.ir. J.A. Lantermans Secretaris.
14
Intentiebesluit inzake de vorming van twee brede scholengemeen
schappen voor mavo-havo-v.w.o.-1.b.o. (v.b.o.) in Leeuwarden.
Bijlage nr. 132
Aan de Gemeenteraad.
1. INLEIDING
Het streven van de gemeente Leeuwarden met betrekking tot het
voortgezet onderwijs is mede gericht op het vormen van brede
scholengemeenschappen. Dit streven is in verschillende nota's
en notities en in onder andere het Collegeprogramma 1990 - 1994
neergelegd.
Het streven om dergelijke brede scholengemeenschappen te vormen
is in het voorjaar van 1988 explicieter dan voordien
geformuleerd. In uw vergadering van 6 december 1988 bent u
akkoord gegaan met ons voorstel te streven naar bij voorkeur
één openbare scholengemeenschap voor mavo-havo-v.w.o. en l.b.o.
(v.b.o.). Wel droeg u ons op een nader onderzoek te laten
instellen naar de voor- en nadelen van één, twee of drie brede
scholengemeenschappen.
Op basis van de resultaten van dit onderzoek, dat in juni 1990
was afgerond, en op basis van andere relevante gegevens, hebben
wij in januari 1991 een voorlopig standpunt vastgesteld over de
mogelijke vorming van brede scholengemeenschappen.
Naar onze mening is het gewenst thans tot verdere besluit
vorming over te gaan. Het is noodzakelijk dat voor alle
betrokkenen op korte termijn duidelijkheid ontstaat over de
uiteindelijke richting van de besluitvorming, waarbij de
verdere uitwerking van het besluit in een volgende fase, de
uitwerkingsfase van het intentiebesluit tot fusie, kan plaats
vinden.
Vanuit deze overwegingen leggen wij u thans een voorstel ter
besluitvorming voor. Voor de achtergronden van bijgaand
voorstel verwijzen wij u naar de ter inzage gelegde stukken.
Volledigheidshalve merken wij ten slotte nog het volgende op.
In het raadsvoorstel van november 1988 (raadsvergadering
6 december 1988) en in het voorlopig standpunt van ons college
zijn uitgangspunten geformuleerd ten aanzien van de vormgeving
van de voorgestelde brede scholengemeenschap(pen) Deze
uitgangspunten blijven onverkort van kracht. Wij hebben er ech
ter om practische redenen vanaf gezien deze uitgangspunten in
het thans voorliggende raadsvoorstel opnieuw te formuleren.
1